Op woensdag 17 augustus schrijft het Brabants Dagblad over de bezuiniging op het leerlingenvervoer die voor onrust en wanhoop zorgt. De norm voor vergoeding van leerlingenvervoer gaat vanaf het schooljaar dat nu begint van 2 naar 4 kilometer. Al vaker wezen we de afgelopen jaren, geruggensteund door meldingen van onthande ouders, op het grote belang van vervoer voor kwetsbare leerlingen die door lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen niet zelfstandig de weg naar en van school kunnen gaan. De fractie stelt hierover vandaag schriftelijke vragen aan het college.
Ouders hebben vaak meerdere kinderen die ze naar school moeten helpen en/of werk om naar toe te gaan. Soms (dat komt echt nog steeds voor) hebben ouders geen eigen vervoer anders dan een fiets, waardoor het voor hen erg ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend wordt om hun kind naar de speciale school verder weg te brengen die het nodig heeft om zich wel te bevinden en zich naar beste vermogen te kunnen ontwikkelen.
In de SP-fractie is ervaringsdeskundigheid aanwezig met de problemen die vervoer naar school van kinderen met een speciale behoefte met zich mee kan brengen. Een gemeentewoordvoerder liet de verslaggeefster weten dat de gemeente noodzakelijkerwijs zoekt naar de goedkoopste en meest adequate oplossing om het totale beschikbare budget voor een zo breed mogelijke groep te kunnen aanwenden.
Dus hebben we de volgende vragen aan het college ingediend:
1. Waarom legt u blijkens de berichtgeving in de krant het advies van deskundigen (in het geval van het meisje in het Brabants Dagblad observatiecentrum de Hondsberg en van de permanente commissie leerlingenzorg) naast zich neer en gebruikt u het bespaarargument als doorslaggevend?
2. Bij hoeveel meer kinderen bent u afgeweken van het deskundig advies en hebt u gekozen voor de goedkoopste in plaats van de meest passende oplossing? Kunt u die beslissingen onderbouwen met een ander dan een financieel argument?
3. Bent u het met de SP-fractie eens dat toegang tot passend onderwijs voor zorgbehoeftige kinderen één van die noodzakelijke voorzieningen is die de overheid zou moeten bieden als een vorm van georganiseerde solidariteit wanneer particuliere solidariteit of de markt die evident niet kan of wil bieden, en dat het budget daarvoor hoe dan ook beschikbaar moet zijn, desnoods ten koste van andere gemeentelijke activiteiten? Zo niet, waarom niet?
4. Hoeveel bezwaren tegen de afwijzing van een vergoeding voor leerlingenvervoer zijn er al bij de gemeente binnengekomen?
5. Hoeveel verwacht u er nog op grond van ondermeer het aantal leerlingen voor wie in voorgaande jaren een aanvraag voor vergoeding is gedaan en op grond van prognoses voor de komende jaren?
6. Bent u zich ervan bewust dat ouders én scholen van kinderen die zich alleen in het speciaal onderwijs kunnen ontwikkelen ook door andere, ook rijksbezuinigingen worden getroffen, zoals het wegvallen of inkrimpen van een persoonsgebonden budget, zorgtoeslag, etc., waardoor de kwaliteit van zorg en onderwijs aan deze kinderen enorm wordt ondergraven? Wat doet u om deze stapeling van bezuinigingen voor kwetsbare Tilburgse kinderen in kaart te brengen?
7. Houdt u rekening met deze stapeling van kortingsmaatregelen en de gevolgen ervan voor kwetsbare Tilburgse kinderen, en zo ja, op welke manier doet u dat?
8. Bent u bereid om in de begroting van volgend jaar het budget voor leerlingenvervoer te vergroten indien blijkt (en dat tekent zich nu af) dat het budget onvoldoende is om alle Tilburgse kinderen die zonder een vergoeding voor leerlingenvervoer niet op de voor hen meest passende school kunnen komen adequaat vervoer te bieden? Zo niet, waarom niet?
Veerle Slegers
SP Tilburg