met zweet tussen mijn dijen word ik wakker
ik weet nog drie seconden waar ik liep
een weg slingerde tussen bomen door, ik zag
iemand van wie ik hield ooit, riep namen
maar ik bracht er niemand mee tot staan
ik vergeet wanneer ik water opzet voor de thee
hoe de wereld was terwijl ik sliep
en ontdek de oorzaak van mijn wakker worden
gebonk van metalen kleppen, autogeronk
beeft door de lucht, op volle sterkte gooit
een radio gezongen regels poëzie naar boven
op mijn balkon en door de open ramen
de katten rennen weg, verbergen zich onder het laken
van mijn net verlaten bed
die energie die vuilnismannen strooien om zich heen
lichtzinnig lentegroen van overall en jek:
vandaag zal ik hem raken in poëzie, seks, rock & roll en drank
oh Tilburgs vuilnismannengilde, dank!