Geplaatst

Nu de slapende honden …

De titel van de dichtbundel Nu de slapende honden roept een dreigende sfeer op. Het is de debuutbundel van Ronelda Kamfer (1981), een jonge Zuid-Afrikaanse dichteres. De slapende honden worden gewekt zodra je de bundel openslaat.

Het spreekwoord zegt: Men moet geen slapende honden wakker maken. Je moet zwijgen over iets, om te voorkomen dat een ander zich tegen je keert. Letterlijk gesproken zijn wakkere honden gevaarlijk, omdat ze je aan kunnen vallen. Als lezer moet je dus weten dat er iets gevaarlijks op je af kan komen in deze bundel.

De jonge Kamfer vuurt haar gedichten op haar lezers af alsof ze schiet met hagel. Een of andere tijd gaat een schot je treffen. Haar dichterlijke rapportages gaan over moord, roof, verkrachting, alcoholisme, doodslag, armoede en onrecht in haar alledaagse omgeving. Ze kruidt dezen met een grote variëteit aan scheldkanonnades. Het kan de lezer pijn doen. Zo roept de “ik” zichzelf bijvoorbeeld uit tot “fokken hero” in het Afrikaanse titelgedicht, Noudat slapende honde (p.15).

De “ik” in ditzelfde gedicht moest veel ellende doorstaan om geaccepteerd te worden. De lezer van Nu de slapende honden (p.14) legt als vanzelf een verband tussen “ik” en deze jonge dichteres. Ze moest haar helden goed kiezen; standaard Afrikaans leren praten (want ze spreekt Kaaps Afrikaans); begrijpen hoe dingen in elkaar zitten ondanks haar “gebrek aan kunst en cultuur” en de liefde van haar ouders winnen. Ze heeft de mentaliteit van haar eigen mensen gebombardeerd. Ze is niet bijzonder gelukkig, want ze erkent dat ze angst nodig heeft om te kunnen dichten.

Nu mijn ouders van me houden
en ik mijn Gelukkige Hottentot-mentaliteit
heb verwoest
nu ben ik verdomme een held

Maar ’s avonds
vlak voor ik ga slapen
smeek ik de duisternis
om me weer bang te maken

Daarmee schaart Kamfer zich bij een groep dichters die we maatschappelijk geëngageerd kunnen noemen, zoals haar mentor Antjie Krog. Wat ze schrijft is hoofdzakelijk niet lyrisch en tegen de Romantiek in. Er zijn weinig spontaan vloeiende klankenstromen. Gebeuren en emoties wringen met elkaar in verhalende gedichten. Vele gedichten hebben een ironische slotregel.

Haar poëticale statement in de eerste en laatste gedichten is verontrustend en uitdagend. Samen vormen deze gedichten een prachtig sluitstuk voor een schitterend debuut. Uit het eerste gedicht, Waar ik sta (p.10) blijkt dat Kamfer zich toch niet zo goed conformeert aan de vijanden van haar voorouders zoals ze voor wil doen, want:

Mijn hart en hoofd staan open
en zoals welopgevoede mensen
lachen en eten we samen
maar
ergens diep van binnen
weet ik waar ik sta
   

Het slotgedicht is pure uitdaging en eindigt met:

Iedere hond die mij
tot zijn pispaal
heeft gemaakt
raad eens

ik sta nog steeds overeind
(Uit: laat het regen, p.82)

Wie jong is; wie zelf geëngageerd wil dichten; wie niet bang is en niet weg rent voor een stortvloed van authentieke vloekwoorden of wie interesse voor Zuid-Afrika heeft, zal veel meekrijgen uit deze dichtbundel.

Nu de slapende honden
Uitgeverij Podium
83 blz.
€17.50
ISBN: 9789057594243

 

Reacties

Eén reactie op “Nu de slapende honden …”

  1. Ruevert avatar
    Ruevert

    He bah,
    reclame op deze verheven site. Waar gaat het in dit dorp naar toe. Tom(poes) doe iets.
    HB