Tilburg, begin jaren zeventig. De Winkel van Sinkel, hoekpand Korte Tuinstraat-Langestraat, was het centrum van hippie Tilburg: Afghaanse jassen, wierook, henna, de nieuwe Aloha, Hermann Hesse, Tolkien en muziek natuurlijk. Ik snuffelde er graag in de bak met tweedehands elpees. ‘Bitches Brew’ van Miles Davis was zo’n schitterende vondst, een van mijn beste allertijden. Maar ook een andere dubbelaar kocht ik daar, en dat was een van mijn vreemdste aankopen: ‘Trout Mask Replica’ van Captain Beefheart and his Magic Band. De hoes toonde de bovenkant van een man (de captain himself) in kleurige kleren met een al te dooie forellenkop voor zijn gezicht. Zo bizar de hoes, zo bizar de muziek. Alternatiever, experimenteler kon het niet zijn. Mooi was het woord niet, zeker niet, eerder irritant, en toch ook bijzonder. Een stem als een troep hese kraaien, van het ene octaaf in het andere, rare riffs, hakketakkend, plotse breuken. Teksten waar geen touw aan vast te knopen was. Maar intrigerend, dat wel. En in die jaren stond je voor alles open.
Later. Naar Pinkpop 1974. Samen met Carien, waar ik heimelijk verliefd op was. Aldaar viel een optreden uit (Dave Mason, ex-Traffic, kwam niet opdagen). Captain Beefheart and his Magic Band werd ingevlogen (zie youtube-filmpje). En het was een indrukwekkend optreden. Wat me vooral bij is gebleven was het geluid, dat was zo helder, en dat zou je zeker niet zeggen gezien de opnamen. Hij had een nieuwe elpee dat jaar: ‘Unconditionally guaranteed’, later dat jaar trouwens nog een: ‘Bluejeans and moonbeams’. Veel en veel toegankelijker dan voorheen, Beefheart was soft geworden (‘little girls and little boys never get old, they love that sugar bowl’), de echte liefhebbers trekken er hun neus voor op, die zweren bij ‘Trout Mask Replica’ en het eerdere ‘Safe As Milk’ (ook een goeie hoor).
Maar deze muziek hoort bij mij, bij die tijd, en Beefheart zingt dan ook ‘this is the day that love chose to stay’. Volgens mij was Don van Vliet toen ook verliefd.