De provincie Noord-Brabant heeft samen met het samenwerkingsverband Brabantstad (Breda, Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch en Tilburg) de ambitie opgenomen om in 2018 culturele hoofdstad van Europa te willen worden. Trots op Nederland deelt met burgemeester Rombouts en Commissaris van de Koningin Van de Donk de visie dat onderlinge samenwerking tussen Brabantse steden wenselijk is. Maar om hier een honderd miljoen kostende ambitie aan te koppelen gaat te ver.
Het zijn van culturele hoofdstad van Europa wordt door steden vooral gebruikt om hun imago op te poetsen. Voorbeelden hiervan zijn Lille en het Ruhrgebied. Met een dergelijk slecht imago kampt Brabant niet. De provincie staat bekend als tweede economische motor van Nederland en om zijn ongekende natuurpracht en rijke Bourgondische cultuur.
Elitair feestje?
De commissaris van de Koningin Van de Donk grijpt iedere mogelijkheid aan om te benadrukken dat het zijn van Europese culturele hoofdstad een volksfeest moet worden. Maar de invulling van het artistieke team wijst hier allerminst op.
Tijdens een werkbezoek aan het Ruhr-gebied (culturele hoofdstad 2010) voor raadsleden werden de eerste leden van het artistieke team bekend gemaakt. Het zijn Martijn Sanders, voorzitter van Holland Festival voor podiumkunsten, Ulrike Erbslöh, adjunct directeur van het Van Abbe Museum, Mathijs Rümke, artistiek leider van Het Zuidelijk Toneel, Joost Heijthuijsen, directeur van het underground festival voor onafhankelijke cultuur Incubate en John Körmeling, architect en beeldhouder onder meer bekend van het omstreden draaiende huis op de Hasseltrotonde in Tilburg. Allemaal artistieke dromenbouwers die zich primair richten op cultuur met een grote C.
Daarnaast lijkt de zo gewenste samenwerking met artiesten als Guus Meeuwis, Frans Bauer, attractiepark de Efteling of organisatoren van grote festivals in de provincie vooralsnog niet van de grond te komen. Juist deze vertegenwoordigers van de Brabantse volkscultuur zouden vertegenwoordigd moeten worden in het artistieke team. Maar liever kiest men voor samenwerking met de welbekende culturele luchtfietsers.
Financieel zwaar weer
Tevens is de culturele ambitie voor 2018 onmogelijk te rijmen met de tijd waarin we nu leven. Overheidsbudgetten staan onder druk, op alle terreinen worden pijnlijke bezuinigingen doorgevoerd en lasten voor inwoners stijgen.
In deze tijden van financieel zwaar weer kunnen we als politiek niet verkopen dat allerlei voorzieningen in de wijken en steden moeten verdwijnen om in 2018 een erg discutabel rendement te realiseren. Alle cijfers waarmee wordt geschermd door de voorstanders van de culturele hoofdstad dateren uit de tijd van vóór de financiële crisis. Of dergelijke resultaten nu nog worden geboekt is nog maar zeer de vraag.
Dit alles maakt van 2018Brabant vooral een dure bezigheidstherapie voor cultuurmakers en volksvertegenwoordigers. Trots op Nederland verzet zich met hand en tand tegen dergelijke geld verspillende projecten.
Reacties
19 reacties op “TROTS-fracties Brabantstad: “Brabant geen culturele hoofdstad!””
Tja, op zichzelf ben ik een groot voorstander van het hebben van ambitie en het aandurven van grootse dingen. Voor wat dit project betreft deel ik Trots' twijfel – al moet je volgens mij niet te gemakkelijk voorbijgaan aan de voordelen die zelfs het deelnemen aan de pitch voor Tilburg kan hebben.
Grote twijfel, kortom.
Op basis van de effecten bij andere Culturele Hoofdsteden heeft Greg Richards hoogleraar aan het Departement Vrijetijdwetenschappen van de Universiteit van Tilburg onderzoek gedaan naar kosten en baten van de economische impact Culturele Hoofdstad en een drietal scenario's ontwikkeld voor de mogelijke opbrengsten van de kandidatuur van BrabantStad Culturele Hoofdstad.
Met een sterk programma en een goede voorbereiding ligt een directe opbrengst van meer dan 200 miljoen euro in het verschiet.
Om de vraag, 'wat kost een Culturele Hoofdstad en wat levert deze op', te beantwoorden, maakte prof. Richards een analyse van de ervaringen van 25 eerdere Culturele Hoofdsteden. Hieruit blijkt dat de totale economische impact gemiddeld twee keer zo groot is als het programma-investering. Daarvan komt het overgrote deel uit bezoekersbestedingen (hotelovernachtingen en horeca-inkomsten). De overige inkomsten komen uit de culturele sector (investeringen en entreegelden), groei van het zakelijk toerisme en mediawaarden. Koplopers, zoals Liverpool, zijn er (volgens eigen onderzoek) in geslaagd een totale economische impact van 1000 mln. te behalen bij een investering van 200 mln. Het onderzoek concludeert dan ook: hoe groter de investering en hoe beter het programma, hoe groter en duurzamer de opbrengsten. Niet alleen economische rendementen, maar – of vooral- culturele, sociale en imago impact zijn van belang. De successen van bijvoorbeeld Antwerpen, Lille en Liverpool laten dit zien.
De ervaringen van elders zijn vertaald naar de context van BrabantStad, waarbij is gekeken naar de kosten en baten van de Culturele Hoofdstad in een meerjarig perspectief, inclusief de voorbereiding/bid en de effecten na afloop van het evenement. Om de mogelijke economische effecten van de ECOC (European Capital of Culture) voor BrabantStad te kunnen inschatten, zijn er drie scenario's ontwikkeld op basis van eerdere ervaringen van de ECOC.
meer op: http://www.2018brabant.eu/highlights/quick-scan.a…
wellicht daarnaast ook interessant om eens in breder Europees perspectief te kijken op: http://ec.europa.eu/culture/our-programmes-and-ac…
Onderzoeken die gedaan zijn voor de kredietcrisis toesloeg lijken me het papier waar ze op geschreven staan niet waard. Je hoort trouwens steeds andere cijfers over die zogenoemde 'multiplier', het getal waarmee je investeringen in kunst mag vermenigvuldigen om de 'gegarandeerde opbrengst' te berekenen.
Waar blijven die 'gegarandeerde opbrengsten' trouwens? Terug in de staatskas? Of in de zakken van kunstondernemers die het wel best vinden dat de overheid de kosten voor haar rekening brengt terwijl zij de winst opstrijken?
Als die winsten echt zo zeker zijn, lijkt me dat er allang een private partij was opgestaan om hier een leuk commercieel model op toe te passen. Dat dit nog niet gebeurd is, geeft te denken.
Burger is wel goed, maar niet gek
door Julien van Ostaaijen. woensdag 27 oktober 2010 | 10:41 | Laatst bijgewerkt op: woensdag 27 oktober 2010 | 11:26
De reactie van gevestigde politieke partijen op bewegingen als de PVV is voorspelbaar: als we de kloof tussen burger en politiek maar dichten en de agenda van die nieuwe bewegingen (deels) overnemen, zal hun populariteit afnemen.
Maar er is iets fundamenteels mis met de manier waarop gevestigde partijen de politiek dichter bij de burger brengen.
Al vanaf de jaren '70 is er een groeiende trend van meer invloed van de burger bij het bestuur. Zo maakt de overheid het steeds meer mogelijk dat de burger achteraf zijn mening over besluiten kan geven ('inspraak'), samen met de overheid beleid kan maken ('interactief beleid') en op eigen initiatief iets van of met de overheid gedaan kan krijgen ('actief burgerschap').
Aan deze ontwikkeling ligt het idee ten grondslag dat als burgers maar meer mogelijkheden worden geboden om aan politiek en beleid deel te nemen, de onvrede van de burger afneemt en daarmee ook het aantal stemmen op de PVV of andere 'protest'-partijen. Toch groeit zowel op lokaal als op landelijk niveau de populariteit van partijen en bewegingen die zich enigszins afkeren van 'de overheid' en 'de politiek'. Hoe kan dat als de burger toch steeds grotere invloed krijgt op het bestuur van zijn wijk, gemeente of land?
Het is opvallend dat bij burgerparticipatie in Nederland vooral aandacht is voor de 'inputzijde': zorgen dat er een mogelijkheid is voor de burger om mee te praten en mee te doen. Er is veel minder aandacht voor de 'outputzijde', namelijk wat er met die inbreng gebeurt. Een paar in het oog springende voorbeelden op nationaal niveau zijn het afserveren van veel burgerinitiatieven uit de Nationale Conventie en de reactie van veel politici op het referendum over de Europese grondwet. Een 'nee' was duidelijk niet het door hen gewenste antwoord.
Op lokaal niveau is het belang dat politici aan burgerparticipatie menen te hechten waarschijnlijk nog groter. Uit onderzoek dat ik met collega's De Graaf en Hendrikx naar lokale participatienota's heb gedaan, blijkt dat er daarin maar weinig aandacht is voor hoe er naar de burger wordt teruggekoppeld over wat er uiteindelijk met hun inbreng is gedaan. Het lijkt erop dat het in Nederland belangrijker wordt gevonden dat er voor de burger een mogelijkheid is zijn mening over het beleid te geven dan dat daar uiteindelijk ook echt iets mee gedaan wordt.
Veel burgers keren zich dan ook langzaam af van burgerparticipatie. Ze houden er niet van om zich in te zetten als ze niet serieus worden genomen. Politici en bestuurders moeten vooral eerst zelf maar eens laten zien dat ze wat kunnen voor ze de burgers om deelname vragen, zo klinkt het. De populariteit van bewegingen als die van Fortuyn en Wilders past in die ontwikkeling. Niet alleen zeggen zij wel te weten wat 'de burger' wil, maar ook dat ze het zullen uitvoeren. En hoewel de nieuwe bewegingen hun beloften ook nog maar moeten waarmaken, krijgen ze van veel burgers het voordeel van de twijfel.
De traditionele partijen en politici rest (nog steeds) een periode van bezinning. Het naar de burger gaan met de belofte van invloed en die dan niet geven, werkt contraproductief. Je kunt dan beter vasthouden aan je eigen verhaal. Maar er is ook goed nieuws. Om te weten wat burgers willen, zijn in het algemeen geen grote '100-dagen tours' nodig, zoals het kabinet Balkenende IV nog deed. Het goed analyseren van de verkiezingsuitslagen verduidelijkt ook al veel. Daar is overigens ook nog wel een en ander aan te verbeteren. Zo zou ook het aantal blanco stemmers en niet stemmers beter zichtbaar gemaakt moeten worden. Ik pleit er voor blanco stemmen te vertalen in lege zetels in de gemeenteraden, de provincieraden en het parlement. Daarnaast zou je het aantal niet-stemmers op een bord boven de voorzittersstoel kunnen plaatsen. Dat klinkt basaal, maar drukt politici nog eens extra met de neus op de feiten dat zij allereerst zelf actie dienen te ondernemen om iets te doen aan de onvrede en het feit dat veel burgers zich niet door hen vertegenwoordigd voelen.
Julien van Ostaaijen is bestuurskundige aan de universiteit van Tilburg. Hij doet onder meer onderzoek naar praktijken van (goed) lokaal bestuur, burgerparticipatie en anti-establishment politiek
Mevrouw Tine, ik heb het gehad met u. En maar blijven doordrammen en niet het gesprek aangaan met de burger die andere meningen heeft als u, gaat u als politicus goed af.
Dhr Van Ostaaijen heeft helemaal gelijk met zijn betoog.
Vreemd dat mevrouw Renee mijn bijdrage op het standpunt van TROTSBrabant meent te moeten uitleggen als onwil om met de burger in gesprek te gaan. Het enige dat ik met deze bijdrage heb willen doen is verwijzen naar een andere visie dan de Trotsopvatting op grond van gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek en verwijzen naar enige EUachtergrondinformatie.
Volgens mij is het heel gewoon dat je met elkaar in debat gaat over wat wel of niet van betekenis is om een zorgvuldig en afgewogen ja/nee te ontwikkelen.
Voorstanders en tegenstanders ontmoeten elkaar op diverse podia en het virtuele podium is er ook een en tegenover hetja van de een mag het nee van de ander komen of net mits tenzij. Elke partij zoekt naar argumenten en motieven om het standunt aan te scherpen. Standpunten worden uit allerlei hoeken aangedragen. Door voor- en tegenstanders. Daar moeten en zullen politici naar luisteren. Tenslotte moeten ze tot een eigen gewogen afweging komen en beslist de meerderheid.
Als weblogs alleen bedoeld zijn om gratis reclame te maken voor partijstandpunten wordt het maar een saaie boel.
Het verwijt dat ik niet met burgers in gesprek zou gaan is kletskoek.Dan zou ik niet schrijven, niet reageren op wat er gezegd wordt.Dan zou ik geen werkbezoeken afleggen bij mensen die problemen hebben, dan zou ik die niet aankaarten enz.Dán pas ben je horende doof en ziende blind als je in je holletje blijft zitten en stommetje gaat ziten spelen.Maar niet wie de straat opgaat en de discussie aangaat zowel in de fysieke als de virtuele ruimte.
'Je kunt beter vasthouden aan je eigen verhaal', zegt van Ostaayen terecht. Ik ben het daar volstrekt mee eens: Je eigen verhaal als garantie voor eerlijkheid en transparantie. Geen meel in de mond maar uitdragen waar je voor staat. Luisteren naar burgers, ja, (en die burgers zijn er in allerlei soorten en maten)handelen volgens de lijn van de partij waar je voor bent gekozen en vooral die van je hart.
@Tine, op dit podium van ongebreidelde quatsch en bij tijd en wijle ongenuanceerde meningen met als doel om de aangesprokene tot een inhoudelijke respons te laten geven. Als een ballerina van de huidige politiek omzeil jij alle inhoudelijke vragen en geeft met een al dan niet misplaatste kwinkslag antwoord dat totaal geen raakvlak heeft met de vraag. Word je daar zelf nooit moe van of anders gezegd hoe hou je dat vol, als de bevlogen politica die jij pretendeert te zijn. Of zit jij net zoals de meerderheid van de raad er alleen maar voor het presentiegeld. Als het eerste is dan wordt het tijd voor inhoudelijke reacties. Als het tweede is, waarom zou je dan nog op dit forum aanwezig zijn. Alles is dan toch preken voor eigen parochie, en dat heeft de ongeletterde lezer van dit forum al lang door.
Kwestie van prioriteiten
Beste mevrouw Tine, U heeft helemaal gelijk als u stelt dat dit soort weblogs er zijn om standpunten met elkaar te bespreken. Echter, ik heb u noch nooit kunnen betrappen op het feit dat u eens liet blijken dat u ook nadacht over een tegenstandpunt. Het lijkt erop dat u uw standpunt koste wat kost bij anderen wil, nu ja, ik zal het maar zo benoemen, de strot wil doorduwen. Dat vind ik erg jammer.
Want het maakt elke mogelijkheid tot een open gesprek monddood. Een goed raadslid zijn is een kunst, ik wil me niet aan de denkwijze wagen om u te betichten van slecht raadslidmaatschap. Die beoordeling laat ik aan de experts over. Maar ik als welwillende en actieve burger vind het niet kies dat mij allerlei geldverslindende kwesties door de neus geboord worden, laat staan dit soort prestigeprojecten. Zeker niet in tijden van crisis. Kunt u deze denkwijze ook begrijpen? Bij voorbaat dank.
@ mevrouw Renee: ik heb geen standpunt weerlegt noch ingenomen rond Brabantculturele hoofdstad.
Ik heb alleen algemene informatie verstrekt ter verduidelijking van de nog te voeren discussie over dit onderwerp. Ik heb (nog) geen standpunt. In de fractie bepalen we dit later dit jaar en dit onderwerp is nog niet aan de orde op dit moment.
wb evt. andere zaken rond z.g. 'doorduwen' wil ik wel graag in alle gevallen er naar verwijzen dat in ALLE besluiten er wisselende raadsmeerderheden zijn waarbij meerdere partijen dan alleen de mijne betrokken zijn die bepaalde projecten op de kaart zet.
Zoals eerder gezegd: de meerderheid beslist of een project ja/nee zinvol is.
En 'geldverslindend' is het allemaal:of het nou gaat om meer asfalt, meer gladheidsbestrijding, meer wegenonderhoud,meer bushaltes, meer camerabewaking meer dierenpolitie enz.of om meer zorg, meer armoedebestrijding, meer onderwijs of meer cultuur.
Natuurlijk is het zaak om in crisistijd extra goed op te letten waar je wel of niet op bezuinigd dan wel in investeert. Dat zijn enorm lastige afwegingen.Waar bezuinig je en waar durf je in te investeren?
Maar ik wil wel realistisch zijn.Vandaag was ik in Eindhoven bij de Dutch Design Week.Verspreid over heel de stad op 60 lokaties meer dan 1500 ontwerpers. Je kon over de koppen lopen.Vanuit Israel, Japan, Zweden, Noorwegen , Duitsland,China, Japan, Engeland: de taxichauffeur in een van de door Volvo voor de gelegenheid gesponsorde HartjeStadtaxi's had er vele vd 120.000 bezoekers van de afgelopen week in de auto gehad vertelde ze.
De restaurantjes zaten vol: de opdrachten en aankopen vlogen over tafel. Eindhoven was zo bleek – de crisis ten spijt – in zijn nopjes.
en vergeet nietals het gaat over opdrachten en aankopen: dat met elke aankoop of opdracht van of aan een productontwikkelaar er velen klaar staan om mee te eten: timmerlui, metselaars, bankwerkers, automonteurs, drukkerijen, stoffeerders: ze zijn allemaal afhankelijk vd producten die creatieve mensen ontwerpen.Er rolt geen auto van de band, er wordt geen huis gebouwd, geen gameboy of Ipad ontworpen zonder dat er mensen hebben nagedacht over hoe een product – en liefst verbeterd tov een vorige editie – op de markt komt.
@Hans en Tine,
ik zou Hans willen vragen wat de voordelen van het zelfs mee doen aan een pitch zouden zijn voor Tilburg.
En Tine,
wat vind je van Hans' punt dat ondernemers het best vinden dat de overheid de investeringen doet en de ondernemingen de winsten krijgen?
mevrouw Tine, wat ik eigenlijk wil zeggen is het volgende: waar ik veel raadsleden op betrap is het feit dat zij vergeten dat zij naast raadslid, ook nog mens zijn ónder de mensen en dat vind ik erg jammer. Het creeert een onnodige afstand.
Ik erger me enorm aan het gemak waarmee geld van derden uitgegeven wordt aan prestige projecten zoals bv het project zoals hierboven door Trots benoemd, terwijl er bv werkende armen zijn. Natuurlijk heb ik niet de waarheid in pacht, ik heb ook niet de inzichten van een econoom of van een andere 'geleerde'. Ik werk in de zorg, en ik doe een aanvullende opleiding, niet meer en niet minder.
Maar ik weet wel dat je een euro maar 1 keer kan uitgeven. Stel dat Brabantstad culturele hoofdstad van 2018 wordt, hoe lang denkt u dan dat deze roem wereldwijd (of in Europa) blijft voortduren en je daar derhalve de financiele vruchten van plukt? 5jaar? 10 jaar? in 2030 weten de Italiaanse of Franse cultuurliefhebbers vast nog wel waar Tilburg als onderdeel van Brabantstad om bekend staat?
En Eindhoven? Eindhoven heeft PSV (sorry Willem2), en Frits Philips. En wij? Ik vind dat Tilburg trots moet zijn zoals WIJ zijn! Zonder al die franje!
@Tom Pijnenburg
Twee vrouwen zijn elkaar in de haren aan het vliegen en jij denkt dat er door het gekrijs heen nog een zinnig gesprek te voeren is?
Lijkt me niet.
Jammer, het had best een mooi debat kunnen worden.
@Hans,
dat vind ik een beetje flauw. Op internetfora zitten altijd wel onverlaten, als je je daar door van de bak laat bijten dan komen we nergens.
Ik ben blij dat jij, Hans, het giscours nog enigszins op peil weet te houden!
Zucht…
@Shoarma nogwat,
Daar betaalt TilburgZ me dan ook een lieve duit voor. Dus als iemand me weg wil kopen… 😉
@Tom,
Goed punt. Het antwoord op je vraag: om de pitch voor BSCH2018 (jaja) te kunnen winnen, moeten de deelnemers aan BrabantStad gezamenlijk het beste beentje voor zetten. Tilburg moet in 2012 als eerste aan de bak – en in 2013 wordt pas de definitieve keuze gemaakt. (Tussen, ik meen, Friesland, Utrecht (de stad), Maastricht en BrabantStad.) BS betaalt dus mee aan 'ons' evenement.
Is dát niet solidair..?
Typisch een mannelijke reactie beste Hans. Ik heb totaal geen behoefte om mevrouw Tine in de haren te vliegen en zoals ik mevrouw Tine inschat, is dat ook verre van haar bedoeling.
Ik hoop dat Tine dan mijn vraag ook nog kan beantwoorden, ik zal deze herhalen;
Wat vind je van Hans’ punt dat ondernemers het best vinden dat de overheid de investeringen doet en de ondernemingen de winsten krijgen?
Om met de woorden van Herr Aldi te spreken, kom er maar in Tine 😉
In Linz dat in het (eerste) crisisjaar 2009 culturele hoofdstad was bleek dat de middenstand een verdubbeling van de omzet mocht registreren.Dus niet de kunstinstellingen maar de middenstand: dwz de bakker, de slager en de kroegbaas. Investeren in cultuur is dan ook investeren in de economie.
Internationaal belangrijke kunst/cultuur is per definitie vernieuwend. Op dit moment wordt sociale innovatie gezien als een vd pijlers van onze westerse samenleving. Stilstand is achteruitgang. We moeten investeren in nieuwe technologische kennis, in wetenschap,onderwijs en cultuur. Bedrijven zullen zich daar vestigen waar die fundamenteel dragers vooruitstrevend gedijen en daar profiteert opnieuw diezelfde middenstand van en ja Renee, ook de gewone werkende man en vrouw want meer banen betekent meer werk. Het gaat in Brabant weliswaar beter wat dat betreft (werkgelegenheid) dan elders in het land maar het kan altijd nog beter, door via investeren in kennisontwikkeling ook de beter banen niet alleen te laten verdwijnen naar de Randstad( place to be) maar die bedrijven die de goedbetaalde arbeidsplaatsen scheppen ook hier in Brabant kansen te bieden door een uitstekend cultureel aanbod te scheppen..
De Europese handleiding om kandidaat te worden stelt dat een stad tegenwoordig niet haar ‘geërfde cultuur’ aan de man brengt, maar dat het juist gaat over wat de stad binnen de gestelde termijn wil worden. Dus niet wat je bent maar wat je in de toekomst wil zijn staat voorop.
En met wat we willen worden heeft Brabant met het motto '' De Kunst van het Samenleven'' een ijzersterke kaart in de hand.Een kaart nl. die dat andere fundamenteel belangrijke sociale aspect aandacht geeft: de kunst om samen door een deur te kunnen, de kunst om te verbroederen, de kunst van de verbinding van mensen die in een stedelijke regio met miljoenen dicht bij en op elkaar leven: cultuur als motor van verbinding.Smen spele, dansen, zingen: meer nog dan sport wat toch vaak een geniepig spel met gestrekte benen is is cultuur in staat die harmonie van de Kunst van Sameleven vorm te geven.Winst dus, maar helaas voor de rkenmeesters: abstracte winst. Hoe die winst te meten?
Tilburg mag zichzelf niet buitenspel zetten. De stad heeft partners nodig. Betrouwbare partners die met elkaar samenwerken en elkaar op een gezonde manier concurrerend uitdagen.
Cultuur op zichzelf heeft natuurlijk een eigen autonome waarde en betekenis en aandacht daarvoor past naadloos in de rijke culturele beschaving van deze provincie.
Natuurlijk begrijp ik de scepsis vwb de kosten die voor de baat uitgaan.Het zijn van culturele hoofdstad elders bewijst echter dat zelfs tijdens de crisis de cultuur in staat is economische en sociaal-maatschappelijke impulsen te genereren.
En speciaal voor Renee:als tweede doelstelling in de handleiding voor cult.hoofdstad staat dat burgers betrokken dienen te worden bij de kandidaatstelling.
Dat gebeurde al maar het is met dit weblog ook aan TrotsBrabant de eer voor het betrekken van burgers en de knuppel in het hoenderhok te hebben gegooid.waarvoor dank (ofschoon ik door al het geschrijf nu nog niet door mijn moties voor de begroting heen ben en deze zondagavond zal moeten doorwerken…:)
Uiteraard een mooie doelstelling en inderdaad, stilstand is achteruitgang omdat de wereld om ons heen doorgaat.
Ik ben blij dat mevrouw Tine de scepsis begrijpt als het gaat om het kostenplaatje, die is met het voorbeeld van Linz niet verminderd.
Vwb de tweede doelstelling om burgers te betrekken bij de kandidaatstelling: een hele goede maar ook hier plaats ik enkele vraagtekens omdat de burgers die nu benaderd worden, ook in het culturele werkzaam zijn en preken voor eigen parochie. Tenminste; dat is wat ik zie maar wellicht gebeuren er achter de schermen wel hele andere dingen.
Succes met de moties mevrouw Tine.