Geplaatst

Oliemeulen behouden voor Tilburg?

Het Tilburgs college wil Dierenpark de Oliemeulen helpen om naar de Reeshofweide te verhuizen, maar dan moet het wel aan een aantal harde voorwaarden voldoen. Dat heeft het college afgelopen week besloten. Verhuizing van De Oliemeulen naar de Reeshofweide is de voorkeur van de eigenaar en bleek ook de voorkeur van de commissie fysiek van de gemeenteraad, die in september 2009 vroeg om dit nog eens serieus te onderzoeken. Met namde de Lijst Smolders Tilburg is altijd heel actief geweest om de Oliemeulen voor Tilburg te behouden. Met succes blijkt nu. De Oliemeulen, momenteel gevestigd aan de Reitse Hoevenstraat, heeft bij de gemeente Tilburg een ambiteus uitbreidingsplan ingediend. Het voormalige reptielenhuis wil doorgroeien naar een dierenpark van 5 hectare. De gemeente heeft De Oliemeulen vorig jaar een subsidie toegekend van 10.000 euro om een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren.

Daaruit zijn drie locaties naar voren gekomen die mogelijk in aanmerking komen: De Groene Kamer in Tilburg West, Koolhoven en Tilburg Noord-Oost. De Werkgroep Reeshofbos reikte zelf de lokatie de Drassige Driehoek aan, ten zuiden van het Reeshofbos. Het dierenpark had eerder laten weten mogelijk Tilburg te verlaten, omdat er geen uitbreidingsmogelijkheden meer zijn. De directie heeft al geïnformeerd bij de gemeente Loon op Zand en werd daar met open armen ontvangen. De voorkeur van het college ging uit naar vestiging van het park in de Groene Kamer, het landschapspark dat tussen Tilburg en Hulten wordt aangelegd. Gemeente, Groene Kamer en de eigenaren van De Oliemeulen hebben daar al de eerste verkennende besprekingen over gevoerd. Het dierenpark zou een aanvulling zijn op de milieu-poot van de Groene Kamer.

Directeur Jan Waklhout: "Vorig   jaar heeft de Rooi Pannen pal tegen mijn achtertuin een gigantische zwarte blokkendoos gebouwd waardoor de sfeer hier totaal veranderd is. Niet meer zo intiem als vroeger. Ook het houden van vogeldemonstraties is een stuk moeilijker geworden door dat massieve stuk hoogbouw. Ik wil dus wel verhuizen met mijn park en naar mijn idee zijn er wel degelijk mogelijkheden voor de Oliemeulen."

Reeshofweide

Walhout denkt daarbij aan de Reeshof waar een gros van de Tilburgse jeugd woont. Zelf zit ik te denken aan een lokatie in de Reeshofweide bij de Noordwesttangent achter de Leeuwerik. Daar ligt de bestemming recreatie op. Er is volop ruimte EN ik kan daar aansluiten op bestaande ontwikkelingen in de Reeshof. Niet alleen dor de versterking van d horecastructuur en de sociale cohesie maar ook door het beheer te verzorgen van een wenselijke kinderboerderij in die kinderrijke wijk. En reken er maar op: ik kan dat beter en veel goedkoper dan dat de gemeente zich dat voorstelt. Wij hebbn als Oliemeulen de nodige expertise in huis qua dierenverzorging en dat kan van een beheerder via DSW niet gezegd worden. Ook zijn er in andere kinderboerderijen altijd problemen met vrijwilligers. Er is er altjd en tekort aan in aantal maar ook qua beschikbare tijd. Een ander probleem is vaak dat vrijwilligers nogal eens wat voer mee naar huis nemen. Ik vrees dat de kinderboerderij in de Reeshof zonder onze inbreng al snel gedoemd is te mislukken. Doodzonde. Ik zou dat idee graag oppakken."

De fractie van LST is al vaker in de bres gesprongen voor de Oliemeulen. Gelukkig blijft het pand sowieso behouden, al of niet met de functie van dierenpark. Het is immers een schitterend monument dat herinnert aan het agrarische verleden van Tilburg. De oudste vermelding van een oliemeulen op deze plaats is van 1648: "oliemeulen aan de Cleyn Hoeven". In een manuaal van de Heilige Geesttafel van Tilburg uit 1773 vinden we de vermelding van een stuk land "gelegen aan d’n oliemoolen aan d’Hoeve". Rond 1880 werd de rosoliemolen in de boerderij vervangen door een windmolen, die echter in 1925 door een zware storm werd verwoest. De molenstenen van de oorspronkelijke oliemolen zijn bewaard gebleven en stijlvol verwerkt bij de diverse uitgangen van het gebouw.

Dierenpark Reptielenhuis De Oliemeulen opende in 1987 haar deuren voor het publiek. De naam ‘Oliemeulen’ heeft uiteraard te maken met het prachtige gebouw dat in 1979 zoveel mogelijk in oorspronkelijke stijl is gerestaureerd is. Binnen vijf jaar breidde het dierenbestand uit met andere dieren, zoals wasberen, papegaaien, roofvogels en apen. Gedeeltelijk uit opvang, maar ook via collega dierenpark uit binnen- en buitenland. Hierdoor werd in 1992 officieel het zoogdieren- en vogelpark van De Oliemeulen geopend. De Oliemeulen werd opgericht door Walhout. Walhout was al een jaar of tien bezig met het houden van reptielen en hij had geconstateerd dat er veel mensen te weinig  van exotische dieren afwisten, en dat dit twee gevolgen had. Walhout: "In de eerste plaats keken mensen maar vreemd op, en waren vaak onnodig angstig voor reptielen. In de tweede plaats werden veel reptielen gehouden door mensen die er weinig verstand van hadden, en daardoor geen goede huisvesting en verzorging voor de dieren wisten te creëren. Veel dieren werden gehouden in te kleine terraria, met geen tot weinig verstopmogelijkheden, niet het goede voedsel, teveel of juist te weinig dieren in een verblijf, enzovoorts."

"Mensen hadden vaak geen benul van hoe groot een dier kon worden, met alle gevolgen van dien. Een beetje varaan is nog wel leuk als hij klein is, maar ze kunnen een tot enkele meters groot worden: iets waar de meeste mensen niet aan dachten als ze een beestje kochten. Waren de eigenaars de beestjes ten slotte beu, dan werden ze vaak in het wild losgelaten. Zowel de reptielen als het baasje zouden dan beter af zijn: het baasje had er geen last meer van en het reptiel had de vrijheid. Dat het dier waarschijnlijk een ellendige dood zou sterven was niet bekend. Er is te weinig voedsel voor de dieren te verkrijgen, en het klimaat is voor de meeste exotische, koudbloedige dieren niet geschikt. Een reptiel heeft namelijk een goede omgevingstemperatuur nodig om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden."

Vandaar ook de doelstellingen van het reptielenhuis: voorlichting geven over de dieren zelf, door middel van voorlichting voor betere leefomstandigheden zorgen, en het opvangen van reptielen en pogen deze weer te plaatsen bij mensen die er wel voor kunnen zorgen. In het begin gold dit nog vooral voor reptielen, maar er kwamen ook steeds meer zoogdieren en vogels in de collectie. Vandaar dat de omliggende tuin erbij betrokken werd, en in 1992 de naam veranderde in "Dierenpark de Oliemeulen". De Oliemeulen heeft verschillende dieren in de collectie die ernstig bedreigd zijn, en waar de EAZA, de vereniging van Europese dierentuinen en aquaria, een zogenaamd EEP-programma voor heeft opgezet. Zo’n fokprogramma is ervoor bedoeld om genoeg nakomelingen te verkrijgen dat de soort niet uitgestorven raakt.  De Oliemeulen is een erkend leerbedrijf, waar elk jaar gemiddeld dertig stagiaires ervaring opdoen in het omgaan met of verzorgen van dieren. Ook komen verschillende scholen op excursie, waaronder natuurlijk de buren: het Midden-Brabant College. Een uitstapje dat doorgaans als groot succes wordt ervaren. De "gewone" bezoeker is natuurlijk wel nog steeds van harte welkom voor een leuke middag uit, waarbij ook nog wat opgestoken wordt.

 

Beste Arjen

Alle berichten van deze auteur