Geplaatst

De kunst van het teruggeven

Natuurlijk moet je een gegeven paard niet in de bek kijken. Maar geven is een kunst. Teruggeven des te meer. Nu de zorgelijke financiële en economische situatie steeds concreter voelbaar wordt in de Nederlandse huiskamers, lijkt de discussie over de zogenaamde topinkomens naar de achtergrond geschoven. Genoeg gedreigd tegenover de nieuwe rijken. Vast staat dat de kosten van het handhaven van de morele principes te hoog bleken voor deze topondernemers.

Hoe het mis kon gaan? Omdat menselijke verlangens en begeerten als hebzucht niet beteugeld werden. De Griekse filosoof Plato beschreef al hoe de rede als een wagenmenner moeite heeft de twee paarden van de drift en de begeerte te mennen. De deugd van de matigheid kan daarbij helpen en is cruciaal om hebzucht en machtswellust in toom te houden. Dat is niet makkelijk en vergt oefening, ook in zelfreflectie en zelfregulering. Om een handje te helpen zijn uit de pan vliegende beloningen met codes en wetsontwerpen aangepakt. De tijd is nu aangebroken voor een andere behandeling: een warm welkom aan de nieuwe rijken.

Dat de rijken zich met succes op de internationale arbeidsmarkt begeven is goed. En natuurlijk mag een dergelijke kwaliteit wat kosten. Grote verantwoordelijkheid en hard werken worden goed beloond. Daar is niets mis mee. Ook mogen ze zich meten met de succesvolsten op een markt van toptalent waar Amerikaanse prijzen en honoreringen bepalend zijn. Maar als men zich spiegelt aan Amerikaanse normen en gebruiken, hoe staat het dan met de Amerikaanse traditie van sociale verantwoordelijkheid?

In het Angelsaksische beloningsmodel vindt iedereen het prima dat je veel verdient. Daar staat echter tegenover dat je ook iets terugdoet. Giving back heet dat. In de VS is het heel gewoon dat succesvolle ondernemers dingen terugdoen voor de maatschappij door zich in de politiek te mengen of grote sommen geld aan maatschappelijke doelen te schenken. Bill Gates en Oprah Winfrey zijn zulke gulle gevers. De vreugde van het geven is bij oud geld al bekend. Zo richtte de juridische en zakenfamilie De Pont het kunstmuseum de Pont in Tilburg op. Nu moet het nieuwe geld in Nederland zich nog legitimeren. In Amerika echter dragen vele prachtige musea de naam van een rijk iemand die zich geroepen voelde om iets terug te doen aan de samenleving aan wie hij zijn rijkdom te danken had.

Ook voelen velen zich na afloop van hun studie met hun alma mater verbonden. Zij geven er op latere leeftijd ruimhartig aan hun universiteit, al dan niet gekoppeld aan een named chair (vernoemde leerstoel). Twee topmannen van het internetbedrijf Cisco doneerden enkele jaren geleden zelfs 155 miljoen dollar aan hun voormalige universiteit, Stanford University. De meeste Nederlandse ondernemers zien academisch onderwijs en onderzoek als een taak van de overheid, ook al is diezelfde overheid al lang aan het terugtreden.

Dergelijke initiatieven ontspruiten bij een besef van verplichting tegenover de samenleving. Wij voelen die verantwoordelijkheid minder en doen er minder aan. Waar het om gaat is het geven van het goede voorbeeld en om een zuiverende werking van binnenuit. Maar dat kan ook op kleinere schaal. Met een betrokken houding verwerven ondernemers veel respect. En dan gaat het er om echt iets substantieels te geven. Niet de bijdrage aan de lokale sport- of muziekvereniging. Nederlandse ondernemers willen veel verdienen, maar iets teruggeven aan de samenleving gebeurt maar mondjesmaat. Dat is jammer, want hierdoor verwerven ze niet het respect dat ertoe zou kunnen bijdragen dat er meer naar hen wordt geluisterd. Bovendien verliezen ze hun morele recht om met het vingertje naar de politiek te wijzen.

Wanneer bedrijven, maar ook banken, hun maatschappelijke functie en hun bijdrage aan het algemeen goed veronachtzamen kweken ze mensen die zelf ook geen loyaliteit meer hebben. Als de top het verkeerde voorbeeld geeft stimuleer je dit gedrag. Dan hebben de medewerkers geen respect meer voor hun bestuurders. Er dient dus met slechts één maat gemeten te worden. De moraliteit is zoek als de balans er niet is. Kortom, er zijn ondernemers en bankiers gevraagd die bezield zijn door doelen die groter zijn dan enkel de winst.

 

Sylvester Eijffinger

in samenspraak met Annemarie Hinten (Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing)