Geplaatst

Rinus van der Heijden

Op 30 juni 2008 nam Rinus van der Heijden afscheid van het Brabants Dagblad. Hij vervulde diverse functies bij wat eerst Het Nieuwsblad van het Zuiden heette. Zo was hij sportredacteur en eindredacteur. Maar het bekendst is hij van zijn recensies van dans- en muziekvoorstellingen. Van der Heijden beschikte over een breed repertoir aan uitdrukkingsmogelijkheden als hij over muziek en dans schreef. Zijn recensies waren bijzonder door de passie die eruit sprak en de bijna literaire stijl. Wie een voorstelling had gemist, werd getroost: Van der Heijdens bespreking lezen was een even grote belevenis.

Jac. van de Ven was jarenlang een collega en (fiets)vriend van journalist Rinus van der Heijden. Op 30 juni 2008 nam Rinus van der Heijden afscheid van het Brabants Dagblad, in de Tilburgse jazz-tempel Paradox. Jace van de Ven hield een toespraak. Hij vertelt daarin over zijn contacten met collega Van der Heijden, maar deze toespraak levert ook een kijkje op achter de coulissen bij het krantenbedrijf.

Eind jaren zeventig, ik was al enige jaren bij de krant, maar sommige collega’s had ik nog nooit gezien, omdat zij in Best werkten en ik in Tilburg. Je hoorde wel hun namen. Bij die van Rinus van der Heijden stelde ik mij een trendy popfiguur voor, omdat hij de coureur uit bleek te hangen met Henk van den Anker die in het Nieuwsblad van het Zuiden met zo weinig investering als mogelijk is, een poprubriek in leven hield.

Hoe anders bleek de werkelijkheid. Omdat ik zelf ook fietste deed ik met een paar leden van wereldclub De Doorentrappers mee aan de Avondvierdaagse van Wielerclub Pijnenburg in 1978, we reden de tachtig kilometer in tweeënhalf uur en stapten als would-be-champions van de fiets. Maar het bleek niet veel voor te stellen, er was een groepje Pijnenburg-coureurs dat al een half uur binnen was. Ze stonden nog wat bij elkaar om zich zogenaamd achteloos te laten bewonderen. Wij watjesfietsers durfden bijna niet naar hen te kijken. Vanuit mijn ooghoeken herkende ik enkele amateurs die al verschillende koersen gewonnen hadden, maar mijn stiekeme blik fixeerde zich toch vooral op een elegante man met zwart lang haar, helemaal in het zwart gekleed die tegen een zwarte fiets aanleunde. Rinus van der Heijden, fluisterde iemand, terwijl hij slikte van ontzag. Ken je die niet? Nee, antwoordde ik met droge keel, maar als hij geen god is dan is het een duivel.

Omdat mijn kunstbijdragen vanuit Tilburg waren opgevallen als niet helemaal inhoudsloos, mocht ik van de chef kunst van Brabant Pers, Reg ten Zijthoff, ook voor die overkoepelende organisatie van de Brabantse kranten, recensies gaan maken. Zo’n recensie, hoe is het mogelijk, zullen de jongeren zich afvragen,  kwam toen nog gewoon de volgende dag in de krant, ook al duurde de voorstelling tot twaalf uur of langer. Je schreef in de pauze en tijdens de laatste scènes je bevindingen op een briefje en snelde meteen na afloop naar de telefoon om de dymafoon in Best te bellen. Ja hier, Jace van de Ven, ik wilde een recensie doorbellen van de première van Toneelgroep Globe vanuit Eindho…. Voor ik uitgesproken was, klonk er aan de andere kant: Hoofletters, punten en komma’s aangeven en alle namen spellen. Verder was het stil. Wat nu? Zou ik al moeten beginnen? Komt er nog wat, klonk het aan de andere kant.

Eh.. eh.. Toneelgroep Globe heeft…

Namen spellen heb ik gezegd.

Ik met bibberende stem: De G van Gerard, de L van Leo, de O van…, maar ik werd zo zenuwachtig van die onbekende bullebak dat ik binnen twee regels alweer een naam vergat.

Namen spellen, godverdomme, dreunde het nu in mijn oor.

Dat doorbellen van mijn eerste recensie maakte zoveel indruk op me, dat ik de volgende dag aan mensen die het weten konden, vroeg: Wie is toch die kerel die ’s avonds de doorgebelde berichten uittikt? O die, die heet Rinus van der Heijden, vertelde men mij, die werkt het liefst ’s nachts en behalve dat hij de dymafoon verzorgt verkoopt hij ook bier voor een gulden de fles aan de redacties van ED, BD en Nieuwsblad. Collega’s die intussen allang dood en begraven zijn, kochten vier à vijf halve liters bier per avond bij hem. Zelf dronk hij niks, want als hij om een uur of half twee naar huis ging moest hij nog een paar uur taxirijden, muurkranten plakken of anarchistische bijeenkomsten bezoeken.

Ik begon steeds meer ontzag voor die zwarte duivel te krijgen. En dat werd nog groter toen ik hem kort daarna in levende lijve ontmoette. Samen met een andere revolutionair kwamen ze naar mijn huisje in de Roggestraat in Tilburg. Ze hadden in subversieve kringen gehoord dat ik okay zou zijn en wilden van alle mensen van de krant alleen met mij praten, maar niet in dat kapitalistische gebouw van de krant zelf. Wat was er aan de hand? Ze waren de nacht voor de eerste Europesche verkiezingen opgepakt en vrij hardhandig in een cel gemikt, omdat ze op zoveel mogelijk adressen in Tilburg folders in de bus aan het duwen waren dat de verkiezingen niet door gingen. Nou ja, je bent niet zomaar anarchist, je moet het ook uitdragen.

Toen wist ik nog niet dat Rinus een jaar of acht later mijn directe collega zou worden. Tot die tijd had vormde ik in mijn eentje de kunstredactie van Het Nieuwsblad. Eerlijk gezegd was dat wel prettig, eens per week vergaderen met de collega’s van ED en BD, hun beste stukken overnemen, verder wat recensies uitzetten en over de leukste stukken zelf schrijven. Daar had ik eigenlijk geen pottenkijkers bij nodig, hoewel, een subversieveling als Rinus, dan kon best interessant zijn. En dat bleek ook zo te zijn. Weliswaar begon Rinus ermee binnen een week onze jazzmedewerkers Tom Beets en Ron Lodewijks buiten te werken, want alle jazz viel in het vervolg onder hem, maar hij bleek zeker zo’n goeie dansspecialist dan Archie Sumter die dat tot dan toe deed. Ik hoorde trouwens van Rinus dat de doorgebelde dansrecensies van Archie altijd al door Rinus gemaakt waren. Als Archie de dymafoon belde, zei hij zoiets als: Zeg weet je Rinus, ik ben bij een voorstelling van Hans van Maanen geweest. Dat was goed jongen. En hij vertelde nog wanneer het in Tilburg of Den Bosch kwam en eindigde dan al vlug met. Nou, je maakt er wel iets van hè Rinus?

Mede door dat verleden was Rinus een prima collega die hield van een praktische aanpak. Dat matchte goed, ook al omdat hij, net als ik, graag de taal van het volk sprak. Zelfs een niet zo nette bak op zijn tijd, hoorde daarbij. Het vettig kwartierke noemde hij dat. Dan ging het om het uitwisselen van gedachten die azijnpissers vrouwonvriendelijk noemen en gearriveerde burgers puberaal. Gelukkig hebben wij ons door hen nooit laten weerhouden  en daarom ken ik nu dankzij Rinus beeldende woorden en uitdrukkingen voor de gewoonste zaken, zoals koplampen voor vrouwenborsten en ‘op oewen duim wandelen’ voor vreemd gaan.

Rinus is een geboren verteller. Als hij begon over zijn belevenissen als taxichauffeur, zijn tochtjes naar nachtelijk Antwerpen met de Tilburgse fine fleur tussen aanhalingstekens die op de terugweg ook nog eens e auto onderpieste, dan kom je niet meer bij. Jammer genoeg is van dat vertellerstalent door de krant te weinig gebruik gemaakt. Voor de rubriek “Over de wisselvalligheid van het weer en ander dagelijks leed” heeft hij als vervanger in de zomer eens zes columns geschreven die het gebruikelijke geneuzel van wat meestal in dergelijke stukjes staat ver overstegen.  Ook verstond hij de kunst om  kunst en cultuur te benaderen zoals het hoort, als deel van het leven. Niets erger dan een kunstverhaal dat zich verliest in -ismen, trends en graag gehoorde modekwalificaties. Een verhaal dat vooral ook zelf cultureel moet overkomen en of het iemand raakt is minder van belang. Zelf schreef ik in die dagen een serie die ‘Kunst, bier en kerken heette’, een soort verbeterd Kerkep
ad, waarbij ik behalve kunstschatten in regionale kerken, ook de kroeg ertegenover besprak. Op een eigentijdsere en internationalere manier deed Rinus dat met geimproviseerde muziek en dans. Hij bracht lang overleden sterren als John Coltrane of Chet Baker tot leven op een manier dat de klanken ervan af spatten en besprak hij nieuw talent dan wist je na twee alinea’s of je ernaartoe moest gaan of niet. Het geheim van dit alles was dat hij wist waarover hij het had en als dat niet zo was, dan lulde hij er niet over. O, een keer wel trouwens, toen heeft hij een door mij geschreven theaterspektakel afgekraakt, maar dat kwam waarschijnlijk vooral omdat ik er tevoren zo over op had staan geven, dat het wel vies moest tegenvallen. Zo zie je maar dat je best de hele dag tegenover iemand kunt zitten en zelfs zijn vriend kunt zijn, terwijl je in de krant toch schrijft wat volgens jou eerlijk en oprecht is. De hypocrisie die meestal gaandeweg de jaren bij mensen in komt wonen, heeft op Rinus nooit vat gehad.

De gezamenlijke afkeer van humburg en het enthousiasme voor kunst en wielrennen bracht ons snel dichtbij elkaar. Onze gezamenlijke fietstochten op zaterdag gaven ons de gelegenheid om de zich culminerende onvrede met de ontwikkeling van het journalistieke metier dat steeds benauwder werd en ons dreigde te verstikken, uit te kankeren. Met de wind mee tenminste, want anders ontbrak ons de adem. In ieder geval luchtte het op en mede daardoor heeft Rinus de rit uit kunnen zitten, waar ik mijn rugnummer voortijdig heb ingeleverd, gedubbeld door anderen die dachten dat ik stil viel uit gebrek aan creativiteit en die niet begrepen dat het van verbijstering was. Maar dat is een andere discussie, hier niet op zijn plaats.

Laat ik besluiten met nog zo’n onverkwikkelijke anecdote uit de lompe historie van de Tilburgse kunstredactie. Het was na een vergadering met de kunstredacties van de andere VNU-kranten. Die vonden vier keer per jaar plaats en eindigden met een borrel die op zijn beurt zelf niet eindigde. Na een dergelijke bijeenkomst in Tilburg, nadat we de Gelderlander-redacteuren Harry Jansen en Koos Tuitjer op de laatste trein hadden gezet, gingen Rinus en ik nog een bordje shoarma eten. De schotel was amper opgediend of ik legde mijn grote kop erop en viel erin in slaap. De mare wil dat ik zeker in de knoflooksaus gestikt zou zijn als Rinus mij niet in ware doodsverachting aan mijn haren uit de blub had getrokken. Kennelijk heb ik op dat moment gestameld: Rinus je hebt mijn leven gered. Dat vind ik achteraf een beetje te dik aangezet, nee, mijn leven, Rinus, heb je niet gered, je hebt het wel veel mooier gemaakt, net als je de krant mooier maakte, de vele meisjes die verliefd op je werden en ach, eigenlijk de hele wereld om je heen. Het is voor het Brabants Dagblad te hopen dat het  nog eens ooit zo’n getalenteerde charmeur als jij binnen weet te halen, iemand die kleur aan de krant en kleur aan het leven geeft. En voor de rest, om met oud-chef Niels Swinkels te spreken: Lot ze toch in de stront zakken.

Maar nu eerst een biertje.

(foto: Rinus van der Heijden geportretteerd door Jos L. Knaepen)

Reacties

13 reacties op “Rinus van der Heijden”

  1. rachel avatar
    rachel

    Mooie man op de foto. Wie is dat toch?

  2. repelsteeltje avatar
    repelsteeltje

    Ondanks zijn zwarte kleding is en blijft het een kleurrijk figuur!
    Hij viel me jaren geleden al op bij de afhaalchinees….enne…proost voor jullie samen op nog hele mooie jaren!

  3. Rina v. Ineveld avatar
    Rina v. Ineveld

    Ik heb met Rinus tot 1975 samengewerkt bij het Ehv's Dagblad en daarna Brabant Pers. Wij zijn nog enige jaren bevriend met hem geweest. Mijn achternaam was toen Voorbraak.Ik zou graag nog eens contact met hem hebben om te vernemen hoe het hem al die jaren is vergaan.. Waar o waar kan ik hem bereiken? Heb je voor mij een emailadres of zoiets?
    Groet, Rina v. Ineveld

  4. Rinus v.d. Heijden avatar
    Rinus v.d. Heijden

    Dag Rina, ik mail je morgen. Groet van Rinus

  5. arjen roos avatar
    arjen roos

    gravatars werken niet

  6. Redactie TilburgZ avatar

    Iemand heeft de gravatar van Tom Pijnenburg gestolen, de persoon die zich bedient van zijn foto is niet degene die u denkt dat het is. Wees gewaarschuwd

  7. Redactie TilburgZ avatar

    ip nr van de fake gravatar gebruiker is geblokkeerd. Ik weet dat hij nog een ip nr heeft, maar dan moet ie op kantoor zitten

  8. Henk Kuiper avatar

    Rinus en Rina hebben elkaar weer gevonden. Niet via gravatars, maar door dit juweeltje van Jacques van de Ven. In plaats van die drukte over gravatars liever nog eens zo'n stukje kwaliteit van Jacques van de Ven.

  9. Jonkie XS avatar
    Jonkie XS

    Eens!

  10. Jonkie XS avatar
    Jonkie XS

    Hé, mijn Gravatar werkt niet?

  11. Marion van Dongen avatar
    Marion van Dongen

    Zo Rinus, is dat even een veer in je achterste…… Mooi stuk!!!

  12. Marion van Dongen avatar
    Marion van Dongen

    Zag het bij toeval nu pas via buurtlink ha ha

  13. Henk Kuiper avatar

    Jacques! Jouw mooie stukjes worden hier vier jaar later nog steeds gelezen! Als dat geen reden is om hier weer eens iets van je te laten horen. En misschien wil Rinus wel meedoen.