Een paar jaar op rij heb ik het genoegen gehad om voor de TWM belangstellenden te mogen rondleiden door de natuur achter de Blaak. De laatste keer werd die tocht zelfs extra goed voorbereid, want we zouden speciaal uitleg ook geven over hakhoutbeheer. Maar de wandeling werd in de publiciteit dusdanig aangekondigd dat de hele natuurexcursie werd afgeblazen. En nu blijkt dat mensen van dat hakhoutbeheer danig zijn geschrokken. Misschien heel terecht. Ik weet niet wat er precies is gebeurd. Maar hier toch de vorig jaar al voorbereide uitleg in het veld:
"U ziet hier een stuk met allemaal gekapte bomen. Dat lijkt verschrikkelijk, maar is dat ook zo? In een stad zulke bomen kappen moet je inderdaad nooit doen. Daar zorgen bomen voor afwisseling en variatie temidden van al het steen. Maar in een bos staan al overal bomen. Daar zorgt een open plek dan juist voor meer variatie. Naast schaduw is er ineens licht, plaats ook voor lichtminnende planten. Moet je eens kijken wat hier nu allemaal al groeit: wilgenroosje, bitterzoet, vingerhoedskruid. En daar een vink, een zanglijster, en luister…. de boompieper! Dieren zitten het liefst aan de ránden van het bos. De meeste ‘bosvogels’ zijn bosrándvogels. En hier is nu weliswaar minder bos, maar méér bosránd. Ook voor mensen was dat de favoriete plek om zich te vestigen: een open plek juist in het bos. Een "loo" heette dat vroeger. Al die toponiemen eindigend op ‘le’ of ‘el’ herinneren daar nog aan: Oerle, Korvel, Berkel enzovoort.
Kijk, en niet toevallig zie je hier reeënsporen. Hier kunnen de reeën nu weer bij de bladeren van de bomen. Want de wortels en stronken zijn gewoon blijven zitten. Veel bomen zijn zelfs een paar decimeter boven de grond afgezaagd om ze extra kans te geven om weer uit te lopen. En straks lopen ook wij hier niet meer ónder, maar tússen de boomkruinen. Dit soort plekken zijn ideaal straks voor allerlei vlinders. En híer zingen dan weer de tuinfluiters en de zwartkoppen; misschien zelfs weer een nachtegaal.
Het is eigenlijk een eeuwenoude beheersvorm, oude hakhoutcultuur. Het hout verdween vroeger in bakkersovens en potkachels. Eikenhout ging ook naar de leerlooierijen hier voor looizuur. In de toekomst wordt het hout wellicht gebruikt voor groene stroom. Nu wordt het hier op rillen gelegd. Dat zijn dan weer groeiplekken voor allerlei houtzwammen, verstopplekken voor een hermelijn, veilige broedplekken voor een winterkoning. De bomen daar verderop worden niet omgezaagd, want die zijn al te oud. Alleen percelen met bomen niet ouder dan twintig jaar worden plaatselijk omgevormd tot hakhoutbos. Maar kom, anders zijn we nog te laat voor de koffie en de cake".
Voor enkele, voornamelijk winterse sfeerbeelden van de Kaaistoep uit 2003, klik hier.
Fraaie foto’s uit alle seizoenen en uitgebreide informatie over flora en fauna vindt u in het prachtige boekje van de KNNV: ‘De Kaaistoep, 5 jaar natuurontwikkeling en natuurstudie in een waterwingebied’.
Voor overzicht per onderwerp van eerdere en latere stukjes zie weblogoverzicht.
Reacties
Eén reactie op “Hakhout in de Blaak”
Bedankt voor de uitleg en voor de verduidelijking.
Misschien krijgt de Kaaistoep, en de natuurontwikkelingen aldaar, gewoon veel te weinig media-aandacht.?