"We zijn bezig met een oorlog", zo verklaarde destijds burgemeester Brokx. Was dat grote onzin of kreeg Brokx niet voor niets de titel "straatvechter", werd de ambtelijke top toen niet voor niets omgedoopt tot "afdeling Strategie"?
Ja, werd de stad niet stiekem zelfs gebombardeerd? "Ze helpen het land naar de kloten", zo waarschuwde in elk geval bevelhebber Brokx voor de vijand. Met name de zogenaamde ‘Groene Sinterklaas’ diende te worden uitgeschakeld. Door zijn toedoen hingen er nota bene op de Tilburgse brievenbussen ineens duizenden stickers "geen reclame". En de Groene Sint pleitte voor nog andere, economisch onverantwoorde non-consumptie, zoals genieten van openbaar groen! "Niemand mag contacten onderhouden met de ‘Groene Sinterklaas’, geen enkele brief van hem wordt beantwoord", zo beval de legerleiding. "Schizofrenie", zo werd zelfs gewaarschuwd voor de ideeën van de Groenheiligman. Onderwijl werd de slag ‘Tilburg Moderne Industriestad’ voorbereid. De Groene Sint trok geel weg toen zijn spionagepieten hem de geheime actiepunten onthulden:
De Groene Sint helemaal doodzwijgen en het door hem gepropageerde openbare groen vervangen door zicht op ‘Moderne Industriestad’.
Nieuws, voorlichting en geschiedschrijving vervangen door Industriestadreclame, anti-natuurreclame. Bomen en parken alleen nog in het nieuws als ziek, gevaarlijk, omgewaaid en bron van schade, ergernis, overlast, verloedering enzovoort.
De oude Oranjeboom op de Heuvel wurgen met een zogenaamd ‘infuus’ en daarna promotie van Oranjeboombier. Na het kappen van de Vrijheidsboom ‘til’ niet langer ‘tilia/lindeboom’, maar ‘modern’; symbool van de stad voortaan de kruikenzeiker.
Met het boek ‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’ probeerde ik later een andere houding te bepleiten. Maar over het thema van dit boek las de bevolking daarna in de krant nog nadrukkelijker alleen maar: "ganzenplaag", "mollenplaag", overlast van wespen, muggen, duiven, luizen, pluizen, bladeren et cetera. Ja, de in het boek afgebeelde, en jarenlang getolereerde planten langs de openbare weg werden prompt allemaal doodgespoten, en de eerste de beste in een apart kader uitgelichte bomen onmiddellijk gekapt. In het speciaal beschreven Quirijnstoktracé kwam zelfs de grootste bomenkap uit de Tilburgse geschiedenis. In het Groenewoud werd meteen uitgerukt naar het volgens het boek laatste nog ongeschonden park in Tilburg uit de jaren ’70. In het als belangrijke groenstructuur benadrukte spoorwegtracé verdween prompt de beschreven cultuurhistorie van nog groene boerentrottoirs, een oud weitje en een oude kloostertuin. En sinds kort resteert hier bij de Kamer van Koophandel van de zogenaamd te bevorderen biodiversiteit hooguit nog één procent. Hoe had ik zo naïef kunnen zijn om al die plekken met nog waardevolle stadsnatuur bekend te maken? Sorry ook dat ik zoveel bomen aan de gemeente doorgaf die dan vervolgens juist gekapt werden. Brokx had gelijk: "We zijn bezig met een oorlog". En onder de noemer ‘T’ gaat die oorlog gewoon door. Maar het verzet groeit. Dus zwijg ik verder. Om strategische redenen. En ik beloof u: ik zal geen boom meer aan de vijand verraden.
Voor overzicht per onderwerp van eerdere en latere stukjes zie
‘Van Adje tot Lindeboom’
‘Van Mall tot Zot
‘Van Mall tot Zot (vervolg)’