Geplaatst

IJZERBOER

De gebroeders hadden mij al met de treintaxi aan zien komen vanuit hun kantoortje, dat schril af stak tussen de metershoge bergen schroot waarmee hun terrein bezaaid was.
De meest rauwe van de twee gebroeders -schipperstrui, stoppelbaard en sigarenstomp die met zijn lippen vergroeid leek- begroette mij met een snauwerig:
,,Hèdde gij ginnen auto?"
,,Nee."
,,En ôk ginne fiets?"
,,Nee."
,,Wèn èèrmoedzaaier zeg! En hoe zuukte gij subiet thèùs te kome, jonge?!"
,,Ik breng die jonge subiet wel" suste zijn beter verzorgde broer, die ik zou interviewen voor een advertentiepagina.
,,Efkes dees oprèùme en dan gaok meej die jonge wel bove zitte!" sprak de beschaafde broer.
,,Jè, flikkert mar op meej oewe rotzooi!" snauwde de rauwere broer, die mij, al achtte hij mij   een stuk rotzooi, toch even te woord stond over zijn bedrijf.
,,Jè, jonge, ge ziegut wel, dees is ons kantoor en mèn bruur en ik doen alles meej zun tweeje, we hebbe ginne secretaresse of niks en des mar goed ôk want as we die wel hadde zûk um d’r hil d’n dag van aachtere in pèère!"
De beschaafde broer troonde mij mee naar een rommelige ruimte. Daar vertelde hij vol vuur  over de ijzerhandel van zijn broer, die begonnen was met een bakfiets waarmee hij van deur tot deur ging.
Daar mijn vader ooit ook gecolporteerd had vooraleer hij een eigen kledingzaak begon, besefte ik dat de rauwe broer mijn vader gekend moest hebben. Zoals alle Tilburgse venters van vroeger elkaar kennen.
,,Jè, jullie pa ken ik wel, jè!" grauwde de rauwe broer toen ik navraag deed. ,,Hil die femilie van jou ken ik. Gullie zèèt allemaol oplichters, allemaol Jode!"

In mijn advertentietekst, waarin ook ruimte voor bedrijfshistorie was, had ik nog verwezen naar die begintijd op de bakfiets. De rauwe ijzerboer liet mij telefonisch weten dat die passage eruit moest: ,,Dè leej gevuulig vûr de concurrensie, hè! Mar maokt ‘r mar van dek aatij un ijzerboer in hart en niere zèè gewist!"
,,Zal ik doen."
Met een ,,Goed zo! Houdoe hè, jonge!" verbrak hij abrupt de verbinding. Voor zijn doen was dit verrassend vriendelijk.