Hoe vaak is jou al gevraagd wat je wilt worden als je later groot bent?
En wat antwoord je dan?
Ik moet bekennen dat ik het me van mezelf niet meer kan herinneren wat ik zei als ze dat vroegen. Volgens mij wist ik gewoon nooit een eerlijk antwoord op die vraag en zei ik dus maar wat.
Veel meisjes in mijn klas zeiden: ‘Verpleegster.’
‘Juffrouw’ was ook populair. Zo noemden we vrouwelijke leerkrachten op de basisschool toen (en de basisschool heette de ‘lagere school’).
Veel jongens in mijn klas zeiden zoiets stoers als politieagent of brandweerman. Ik kan me niemand herinneren die bakker wilde worden, of vuilnisman, of fietsenmaker. Maar ook niemand zei ‘chirurg’ of ‘minister-president.’
Misschien maak je het jezelf ook gewoon te moeilijk.
Laatst was ik op reis. Onderweg kwam ik langs IJzerhandel Zwaard. En langs tuincentrum Roos. Kijk, die mensen hadden nou een verstandige keuze gedaan wat betreft hun beroep.
Misschien weet je dat onze achternamen uit de tijd van Napoleon stammen. En anders weet je dat nu.
Vóór die tijd hadden we geen achternamen, maar Napoleon was kennelijk iemand die nogal van paperassen hield. Hij vond het onhandig dat iedereen gewoon maar Jan heette en verder niks en dus moest iedereen een achternaam verzinnen.
Nu hadden de mensen zichzelf trouwens vaak allang een achternaam gegeven. Ze noemden zichzelf naar hun vader bijvoorbeeld, Janszoon of Pieterszoon. Of naar waar ze woonden, Van de Wei of Van den Berg, of naar hun beroep, Boer, Visser of Smit.
Er waren natuurlijk mensen die dachten dat als Napoleon weg was die hele achternaamonzin vanzelf weer zou verdwijnen. Die mensen verzonnen gekke namen, zoals Suikerbuik of Naaktgeboren. (Dat die achternamen zouden blijven en dat ze hun eigen geslacht op die manier voor altijd met zo’n rare achternaam opscheepten konden ze natuurlijk niet weten).
Maar wat ik maar wil zeggen: je kunt jezelf dus een hoop denkwerk besparen. Draai het om!
Heet je Bakker, dan wordt je bakker.
Heet je Baas, dan wordt je ergens directeur.
Heet je Bus, dan wordt je buschauffeur.
Meester? Dan zijn er diverse opties. Onderwijzer bijvoorbeeld. Of advocaat.
Vos? Boswachter. Of dierverzorger. Of iemand met een heel sluw beroep.
Wiel? Iets in de transportwereld. Fietsenmaker. Wielrenner. Autohandelaar. Of uitvinder!
Schilder? Dan word je Van Gogh. Of huisschilder.
Speksnijder? Slager. Of je richt een dieetclub op.
Kaptein? Dat lijkt me duidelijk.
Net zo duidelijk als dat je natuurlijk geen tandarts moet worden als je De Beul heet. En geen professor als je Sul heet. Geen diplomaat als je Bot heet en geen hovenier als je Dorland heet.
Snappie?