Geplaatst

Prik

Hugo en Bastiaan hingen op de bank, een zak chips tussen hen in, hun ogen gericht op een zwijgende cartoon op tv, want Hugo’s moeder had de afstandsbediening van tafel gegrist en het geluid uitgezet. ‘Ik heb geen zin in die rotherrie. Het is hier al lawaaierig genoeg,’ had ze gesnept toen Hugo ‘Maham!’ zei. Bastiaans wenkbrauwen waren zowat naar zijn achterhoofd geschoten.Want bij Bastiaan thuis ging het er heel anders aan toe. Bastiaan mocht altijd alles wat hij wilde. Als Hugo thuis wel eens dezelfde grote mond opzette als Bastiaan kon hij zonder pardon, eten en tv naar boven. Bastiaan bewoog zijn hoofd naar Ewout, die met een rood hoofd en wijdopen mond in zijn box zat te krijsen en vroeg: ‘Waarom jankt-ie zo?’ ‘Hij moest een prik,’ antwoordde Hugo. ‘Ts,’ zei Bastiaan minachtend. ‘Hij is pas twee.’ Hugo was beledigd. Wat dacht Bastiaan wel? ‘Jij schreeuwde vast ook de hele boel bij elkaar toen je twee was en een prik moest.’ ‘Bang zijn voor een prik is voor doetjes,’ zei Bastiaan ferm. Huub, Hugo’s ruigharige tekkel, zat aan Hugo’s voeten en keek met smekende ogen naar hem op, maar Hugo schudde zijn hoofd en zei. ‘Jij mag geen chips. Slecht voor je.’ Bastiaan lachte schel en hield een enorme chip voor Huubs snuit. Huubs wenkbrauwen bewogen heftig en hoopvol, en zijn staart zwiepte zo hard op en neer dat hij haast omviel, maar Bastiaan schoof de chip snel in zijn eigen mond, vermaalde hem met een hoop gekraak, rolde overdreven met zijn ogen en zei: ’Mmmm.’ Hugo gaf hem een duw. ‘Doe niet zo vals!’ ‘Het is maar een hond,’ zei Bastiaan terwijl hij een handvol chips in zijn mond gooide, zijn blikje cola aan zijn mond zette en zijn hoofd in zijn nek legde. ‘Nou, en?’ zei Hugo. Hij gaf Bastiaan een duw. ‘Dan hoef je toch nog niet zo gemeen te doen?’ Maar Bastiaans ogen werden ineens groot. Hij hoestte heftig, schokte en liet zijn blikje vallen. Het klokte leeg in zijn schoot. Cola bruiste uit zijn neus. Hugo deed wat ze bij hem ook altijd deden als hij zich verslikte. Hij ramde Bastiaan met vlakke hand op zijn rug en Bastiaan schoot voorover, viel van de bank en knalde met zijn voorhoofd tegen de rand van de tafel. Huub blafte en piepte en sprong opgewonden om Bastiaan heen. Die kwam overeind met zijn hand tegen zijn voorhoofd. Een straaltje bloed liep tussen zijn vingers door. ‘MAM!’ brulde Hugo boven het gekrijs van Ewout uit. Hij sprong op en rende naar de deur. ‘Bastiaan bloedt!’ Een kwartier later zaten ze bij de Eerste Hulp. Ewout zat op zijn moeders schoot. Hij was nu stil en keek met grote ogen naar Bastiaan, die snikte en een bloederige zakdoek tegen zijn voorhoofd gedrukt hield. ‘Tegen de tafelrand gevallen?’ zei de dokter. ‘Laat eens kijken.’ Bastiaan liet zijn hand zakken. ‘Zo, wel een stoere snee, zeg,’ zei de dokter. ‘Beetje te heftig voor een pleister. Laten we dat maar eens hechten.’ ‘We hebben een hond,’ zei Hugo’s moeder. ‘Moet hij niet ook een tetanusspuit?’ ‘Een spuit?’ vroeg Bastiaan bibberig. Zijn stem klonk nog altijd schor, alsof er nog een stukje chip tussen zijn stembanden hing. Hij zag er wit en bang uit en Hugo zei maar niks over bang voor prikken en doetjes. Want dat Bastiaan hier nu zat was wel een heel klein beetje zijn schuld. Maar dan had Bastiaan ook maar niet zo onaardig moeten doen over Ewout. En niet zo vals tegen Huub.