Zoals verwacht. Een vertekening van de werkelijkheid. Ons interview. Verdraaid. Verwrongen. Verkracht. Door de Tilburgsche Koerier. Door de hoofdredacteur. Een onbetrouwbaar sujet. Verraderlijk. Ook. Door zijn onschuldig gezicht. Engelachtig. Huichelachtig. En maar bier drinken. Op onze kosten. Bah! Maar goed. Het recht zal geschieden. Daarom. Het Grote Bandirah en Troy Titane Interview. Opnieuw. Ongecensureerd. Zoals het hoort. Zoals wij verdienen. Zoals U verdient. Vooral dat. Dus. Waarheid. Niets dan waarheid. En ontroering. Deel 3. Van een trilogie.
H = Hoofdredacteur Tilburgsche Koerier
B = Bené van Gansbeke
TT = Troy Titane
H: Meneer Titane, bent U niet bang dat de column over Vreeman schadelijk is voor de relatie tussen de gemeente en het communicatiebureau waar U werkt, aangezien dit bureau ook regelmatig opdrachten voor de gemeente uitvoert?
TT: Ik werk helemaal niet bij een communicatiebureau. Ik, althans mijn geestelijke vader, zit in het onderwijs. Het speciaal onderwijs. Als klassenassistent. Tussen de mongolen, zeg maar. Er worden veel verhalen over mij verteld die niet kloppen. Laatst hoorde ik iemand zeggen dat ik in de gemeenteraad zit, namens de VVD. Tja. Ik laat het allemaal maar gebeuren.
Iets anders: zonder Troy Titane zou mijn geestelijke vader helemaal niet kúnnen werken. Troy Titane kataliseert zijn donkere kant, zijn misantropische kant. Zodat de waanzin niet toeslaat. Zonder Troy Titane zou hij moordend en verkrachtend door het leven gaan. Tilburg is een stuk veiliger geworden sinds de opstanding van Troy Titane. Hogerhand heeft het goed voor met Tilburg. Dat is wel duidelijk.
Ik hoor trouwens via via dat Vreeman de column hogelijk waardeert. Logisch ook. Eens een keer geen gezeur over kruikenzeikers.
B: Sterker nog. Vreeman heeft de originele spotprent die ik van hem maakte, gekocht. Voor driehonderd euro. Zijn mailtje was uitermate vriendelijk. Hij ziet er dus de grap van wel in. Vreeman is een intelligente man. En dan maakt het toch niet uit of hij wel of niet van dikke scooterwijven met wormen houdt.
TT: Of van naakte mongolen die elkaar in de nek bijten.
H: Meneer Titane, Uw columns hebben een hoog plas- en poepgehalte. Om te shockeren? Om zoveel mogelijk lezers op de site te krijgen? Of heeft dit een diepere bedoeling?
TT: Bedenk wel: de werkelijkheid is altijd erger dan de ziekste gedachten die ík opschrijf. Dat spanningsveld verken ik. Met die bril kijk ik rond. Ik absorbeer en spiegel – geef terug wat ik zie, wat ik voel. Wanneer ik bedenk dat ik een regenworm in mijn pisbuis kan stoppen, zijn er op de wereld enkele tientallen die dat ook uitvoeren. Geen enkele gedachte is uniek. Maal zes miljard zieke mensen! Tel uit je winst. Mijn columns zijn slechts een echo van de werkelijkheid. Luister op straat naar de geluiden over Marokkanen. Schrijf ik die op dan is de wereld te klein.
Shockeren is misschien een gevolg van mijn retoriek, maar geen doel. Trouwens, is het je opgevallen hoe mijn stijl evolueert…Naar Absolute Soberheid. Mijn columns zijn ook te lezen als de ontwikkeling van een stijl. Een stijl die zijn weerga niet kent. En waar nog lang in canons over geschreven zal worden. Net als over de spotprenten van Bandirah. Tilburg heeft er met ons een paradepaardje bij. En dat verdient de stad ook. Tilburg, een lelijke stad, maar dan wel op een aandoenlijke manier lelijk. Een stad ook die leeft, een hart heeft. Een stad om van te houden. En dat doen wij dus ook.
B: Zoals gezegd, ik woon in Haarlem, maar Tilburg is mijn tweede stad. Ich bin ein Tilburger.
H: Meneer Titane, Uw bewonderaars kijken reeds lange tijd uit naar een column over meisjes van 17. Wanneer verschijnt deze?
TT: Meisjes van 17, net gestorven, nog warm, maar wel met een lekkere losse kringspier? Geduld beste man. Geduld.
H: Kan ik off the record nog een vraag stellen?
TT: Brandt los. Brandt los.
H: Kunt U misschien eens iets schrijven over het Stadsnieuws, onze concurrent. Over hoe slecht dat blad is. Over hoe belabberd Ron van Kuijk schrijft…Heeft U die columns van hem al eens gelezen…ha, ha…Als tegenprestatie plaats ik een illustratie van meneer Bandirah bij het interview. Mooi groot. En natuurlijk krijgt meneer Bandirah daar ook voor betaald.
TT: Zoals ik al zei, mijn column staat volledig in het teken van de rijping van het kunstenaarschap van Bandirah. Ik heb dus geen keus.
B: O mentor, mijn dank is groot!
TT: Sta op Mijn Zoon. Sta op en loop. Loop zonder krukken. Loop zonder schaamte. LOOP!