Elke economische aberratie heeft zijn weerslag in de vorm van (traditionele Nederlandse) zuinigheid op het besteden van geld aan cultuur. In het begin van de jaren tachtig was er ook een periode van economisch tegentij. In Tilburg was dat voor de toenmalige wethouder van cultuur Hans Krosse de legitimatie om door middel van grof bezuinigingsgeschut de bakens op het culturele vlak te gaan verzetten. Hij volgde die koers omdat de Partij van de Arbeid, na een decennialange hegemonie van het CDA, de eigen geursporen wilde uitzetten en met eigen vlagvertoon de sky-line van de stad wilde domineren. Waar deze partij een bestuurszetel bemachtigde, bleef het budget ongeschonden. Waar niet, werd er gekort. Dat bezuinigingsbeleid ten aanzien van de cultuur had in die tijd dus in het geheel niets te maken met de economische omstandigheden van Tilburg.Ook in de huidige periode van economische stilstand is het volgens mij zo dat de bezuinigingen op cultuur geen enkele verband houden met de financiële omstandigheid van Nederland. De bedragen waar het om gaat, de zogenaamde opbrengst van de bezuinigingsronden, zullen Nederland in geen enkel opzicht vooruit helpen. Het resultaat is niet eens in een percentage van het bruto nationaal product uit te drukken, tenzij je tot ver achter de komma gaat.
Als ik mij beperkt tot de haat liefde verhouding die politiek Nederland al sinds mensenheugenis onderhoudt met de scheppende krachten in Nederland, gaat het uiteindelijk om het gegeven dat de vrije kunsten in artistiek opzicht niet vooruit of niet achteruit boeren als de overheidsbemoeienis afneemt of toeneemt. Het artistieke domein is volstrekt ongevoelig voor de wil tot beheersen die het bestuurlijke systeem kenmerkt. Autonome kunst en kunstenaars van het solide soort, laten zich niet knechten. En dat steekt.
De overheid leidt aan chronische overschatting van haar mogelijkheden. Maar er zijn hele volksstammen die aan die neiging een vette boterham verdienen door steeds de politici vette worsten voor te houden. Dat is in de eerste plaats dat almaar uitdijende legertje ambtenaren, in de tweede plaats de Berenschots, in de derde plaats het commissiewezen zoals de Raad van Cultuur en dergelijke en op de vierde plaats de in dat omvattende systeem hun ziel verkopende matennaaiende kunstenaars. Zij die in de jacht op overheidssteun hun artistieke waarden moeiteloos inruilen voor drempelverlagers, publieksverbreders en CKV vouchers. Degenen die na elke bezuinigingsronde zich vaster in het overheidzadel hijsen.
De grote makke van de overheid is dat ze zich nimmer weet te verstaan met individuen, de creatieve onafhankelijke geesten onder ons. De reden daarvan is gelegen in het feit dat gezagsdragers niet, of tenminste steeds minder in staat zijn op het individuele vlak een vertrouwensbasis te leggen. Ze regeren liever vanuit wantrouwen en zijn op grond daarvan veroordeeld tot de enkele omgang met instituties, organen van allerlei soort, maar die gemeen hebben dat ze zich met elkaar in een soort van duivels pact weten te verstaan op basis van institutioneel wantrouwen en zelfcensuur.
Op 3 april aanstaande kunnen we tijdens het stadsdebat over cultuur in Popcentrum 013 – op basis van de nota uitgangspunten voor een nieuw cultuurbeleid – daar weer een sterk staaltje van tegemoet zien. De goegemeente zal daar onder dagvoorzitterschap van Aart Oxenaar, voormalig coördinator van het Centrum voor Architectuur en Stedebouw Tilburg (CAST), worden voorgehouden dat de zogenaamde culturele broedplaatsen de kern zullen gaan vormen van dat nieuwe gemeentelijke beleid. Als goede tweede het in deze tijden op voorhand geroemde cultureel ondernemerschap met onvermijdelijk daarop volgend de cultuurpromotie. Over het prijskaartje zal niet gesproken worden omdat anders de schaamte het debat zal regeren. En dat zou slecht uitkomen omdat deze lieden in de gunst van elkaar en in die van de kiezer willen blijven staan.
Wat er uitgebroed moet worden met instemming van het gemeenbestuur en wat vervolgens met het cultuurbroedsel gedaan wordt, zal evenmin aan de orde komen. En op precies dezelfde wijze zal dat gaan in Groningen, Nijmegen, Roermond, Middelburg, Zwolle, Den Helder of welke andere provinciestad dan ook. Op het nationale speelvlak zullen vergelijkbare taferelen zich afspelen. Ergens in november zal dat dan vervolg krijgen in overheidsplannen waar de artistieke inhoud in zal ontbreken en bijpassende begrotingen, waarin de eigen politieke en ambtelijke cultuurfeestjes van linkse of rechts signatuur gesauveerd zullen worden en de kruimels van teleurstelling met groot vertoon zullen worden toebedeeld aan de kleintjes. Dat zijn degenen die de buikriem zullen moeten aanhalen vanwege het slechte economische tij.
Het is zonder meer opvallend dat in tijden van bezuinigingen in kringen van openbaar bestuur bij voorkeur wordt gesproken over het brede begrip cultuur en dat de kunsten daarbinnen worden voorgesteld als een in de marge gedrongen dimensie daarvan. Een noodzakelijk kwaad dat over de hoofden van de bevolking moet worden uitgespreid – een vinding uit de jaren zestig met als voorlopers de diverse emancipatiebewegingen rond de voorgaande eeuwwisseling. Eigenlijk vinden de dragers van de Nederlandse democratie hetzelfde als de Vlaamse politicus van bedenkelijk allooi Leon de Winter. Die sprak het ook uit tijdens het interview op de BRT jongstleden zondag: “kunst die gesubsidieerd wordt, moet het volk kunnen aanspreken”.
Politiek houdt van poppenkast, Jan Klaasen en Katrijn. Elke vier jaar een nieuw toneelstuk en de economie, die dendert voort. Censuur is niet duur.
Reacties
4 reacties op “Angela; censuur is niet duur.”
Wie is Angela?
Dat is Angela van de B.
Hoofdredacteur van het engelstalig tijdschrift: This Side Up ! ~ 100 % GLASS. She wrote:
"Hallo Jan,
Ik probeer informatie te vinden over de bezuinigingen die regering,
provincie en gemeenten van Nederland doorvoeren bij kunstactiviteiten, terwijl er erg veel geld gaat naar de kenniseconomie, waarbinnen design en commerciele activiteiten een grotere aandacht krijgen…
Wat is jouw mening?"
Angela van der B.
Nou er is een overschot aan kunstenaars en een gebrek aan ict-ers. Dus het lijkt me duidelijk wat er moet gebeuren.
Inderdaad, als de kunstwereld van Tilburg zich zou ontdoen van iedereen die niet strikt met kunst bezig is maar alleen aanpalend (beleidsmatig, communicatief, puur financieel en in de marketing) dan zou schraalhans weer meester zijn in de keuken van de kunst. Dan waren er geen gelegenheden dat de leden van de zg. autonome goegemeente der kunsten elkaar konden treffen en afgeven op die vermaleidde overheid. Die overheid die geheel in de geest van de tijd, zich terugtrekt. In dit scenario past het dat bij wijze van afscheid aan elke bezoeker van het debat twee gratis consumpties gegund werden, daar in 013. Maar dat gaat waarschijnlijk allemaal af van het kunstenbudget. Toch was het de kunstgemeenschap zelf (incluis de genoemde beroepsgroepen) die in dit debat enige behoeftenbevrediging vond; krampachtige legitimering tegen de chronische reflectie. Gelukkig is Tilburg, helaas pas is 2006, een waardige start van het culturele jaar toegezegd. Maar die Uitmarkt als start van het culturele seizoen zou er volgens Jan nooit komen als het aan de kunstwereld ligt. Ik snap nu een beetje waarom. Het is goed zo samen met die maecenas die overheid heet, met een bierje aan de bar van 013, lekker kankeren. Maar helaas niet daar, maar buiten schijnt de zon. Dus overheid, kijk ver over deze incrowd heen en stimuleer aldaar. Dat weer daden in plaats van woorden de kunsten mogen leiden, dat hoop ik van harte. Minder ambtenaren, en meer broedplaatsen!