Triiiiiiiiiiiiiing.
Akkie houdt haar vinger lekker een uur op de bel. Ze weet best dat haar moeder er een hekel aan heeft, maar vandaag kan het haar niks schelen. Sinds vanmorgen staat haar hele leven op zijn kop. Ze heeft op school helemaal niet kunnen opletten vandaag. Dat krijg je ervan, van zulk stom nieuws bij het ontbijt.De deur zwaait open. Zonder iets te zeggen stampt Akkie naar binnen en slingert haar schooltas in een hoek.
‘Akkie!’ roept haar moeder. Alsof ze niet weet wat Akkie dwarszit. Maar ze heeft nu eenmaal een paar ijzeren gewoontes en wil daar alleen in speciale gevallen van af wijken. Alsof dit niet het speciaalste geval van de hele wereld is. Volwassenen! Soms wordt Akkie er wel eens moedeloos van, vooral als ze weer doen alsof ze alles weten. Meestal snappen ze er juist niks van.
Mevrouw Dillissen van nummer 82 weet bijvoorbeeld niet wat wereldoriëntatie is.
‘Dat kregen wij niet op school,’ zegt ze zwakjes als Akkie haar ogen in wanhoop ten hemel slaat.
En oma! Akkie heeft haar keel schor gepraat in een poging om uit te leggen dat klas vijf inmiddels al weer járen groep zeven heet, maar ze heeft de hoop eigenlijk al opgegeven dat het nog gaat lukken.
En dan meneer Huibers van de overkant! Die heeft nog nooit van gescheiden inzamelen gehoord en gooit alle afval in één container: glas, papier, batterijen, tuinafval, karton. Hop, zo allemaal bij elkaar, of het niks uitmaakt. Akkie stopt regelmatig foldertjes over het milieu bij hem in de bus, maar dat heeft nog niet geholpen. Hij kan zeker niet lezen. Dat was vast ook een vak dat ze toen nog niet hadden!
‘Ruim je tas op,’ zegt haar moeder. ‘En hang niet zo idioot lang op die bel.’
Akkie schopt de deur dicht. Nu wordt haar moeder pas echt goed nijdig.
‘Ben je nou helemaal gek geworden? Vooruit, pak die tas. Als je zo begint kun je gelijk naar je kamer, hoor.’
Akkie stormt de trap op en slaat de deur van haar kamer met een enorme klap dicht. De ruiten trillen er van.
‘AKKIE.’
Akkie zet snel haar radio aan, lekker hard. Zo. Dan baalt haar moeder maar eens stevig. Weet ze ook eens wat dat is!
Ze ligt een poosje op bed en luistert naar de radio. Wat moet ze toch doen? Een andere stad, een nieuw huis, een nieuwe kamer. Een stomme nieuwe school met allemaal stomme nieuwe leraren. Nieuwe vriendinnen. En dat moet ze allemaal heel erg leuk vinden. Mooi niet.
Ineens weet ze waar ze heen moet. Wie raad weet.
Mevrouw Cecilia.
Akkie sluipt de trap af en de achterdeur uit, want de voordeur piept nogal. Gebukt loopt ze voorbij het raam en glipt door het tuinhek. Dan rent ze naar De Platanen, het huis van mevrouw Cecilia. Het staat aan de rand van het bos, aan het eind van de laan waar Akkie woont. Het is wit met een rood dak. Klimop en rozen groeien tegen de muren op en de voortuin staat vol met bloemen en planten in alle kleuren van de wereld.
Akkie neemt het smalle paadje dat opzij van het huis naar de achtertuin leidt. Het is zonnig, dus mevrouw Cecilia is daar vast en zeker aan het werk.
‘Ha, Akkie, fijn,’ kreunt mevrouw Cecilia terwijl ze uit haar gebukte houding omhoog komt. Haar haren pieken aan alle kanten onder Gertrude uit.
Gertrude is de hoed die ze draagt als ze haar buxusheggetjes snoeit. Het is een breedgerande rieten hoed met een vrolijk lint om de bol.
‘Ach, pak Henriëtta even voor me, wil je? Leg Gertrude maar in de serre.’
Akkie kent mevrouw Cecilia al jaren, dus ze is er inmiddels wel aan gewend dat ze er altijd uitziet als een vogelverschrikker die een poosje achter een trein gehangen heeft en zich gedraagt als een gek oud vrouwtje uit een boek.
‘Tuurlijk.’ Ze pakt Gertrude aan en loopt over het tuinpad naar de serre. Ze legt Gertrude op tafel en pakt Henriëtta. De rozenhoed. Ze is van wit katoen bedrukt met rode rozen. Het is meer een soort theemuts eigenlijk.
Mevrouw Cecilia droeg Henriëtta toen Akkie haar voor het eerst zag en Akkie had toen erg veel moeite moeten doen om niet hardop te gaan lachen, zo gek zag mevrouw Cecilia er uit met Henriëtta op haar hoofd. Nu nog steeds trouwens, maar alles went. Henriëtta ook.
wordt vervolgd