Geplaatst

Steps to Heaven

Het afleggen van afstanden, het bewegen van a naar b, is een van de meest wezenlijke alledaagse menselijke bezigheden. Op mijn weg naar het nieuwe gebouw V 39 daalde miljoenen vlokjes stuifsneeuw uit de donkere hemel neer. Tilburg werd langzamerhand omgetoverd tot een wit sprookje. Overal waar ik liep, waren voetstappen te zien die als grijze afdrukken achtergebleven waren, en geleidelijk weer door de vallende sneeuw werden uitgewist. De Heuvelstraat leek te zijn omgetoverd tot een real-time kunstwerk van de conceptueel kunstenaar Stanley Brouwn (www.vanabbemuseum.nl). En dat zonder tussenkomst van Fundament, de laatste culturele hoop van Tilburg die, zonder daarin bevestigd te worden door de Raad van Cultuur, naar eigen zeggen de internationale ontwikkelingen op het gebied van de openbare ruimte op de voet volgt.

Aangekomen bij V 39, Veemarktstraat 39, betoogde wethouder Jan Hamming, voordat hij in het bakje van de hoogwerker het nieuwe logo op de voorgevel onthulde, dat het gebouw de ontschotting nabij was. Nou dat had de architect Peter van Hoogmoed (tijdens de bouw nog verbonden aan AS architecten en inmiddels toegetreden tot Storimans Wijffels van Hoogmoed architecten) graag wat eerder geweten. Het is hem net zo vergaan als destijds de Eindhovense architect Bert Dirrix, toen die het ontwerp maakte voor de Heuvel, met als opdracht de belangrijkste Noord – Zuid verkeersverbinding te verenigen met het gezellige plein, dat als huiskamer zou gaan dienen voor de bevolking van Tilburg. Toen ternauwernood, met groot staalwerk boven de ondergrondse fietsenkelder en bovendekse raketopstelling van Willem II het plan gerealiseerd was, werd de Heuvel autovrij verklaard. Dat wil zeggen, op de uiteinden van het plein waar bussen en taxi’s de doorgang bleven behouden verschenen opschietende hinderpalen die op gezette tijden argeloze burgers lanceerden. Op de lichtkrant van de pastoor van de Heuvelse kerk stond te lezen: “God zendt donkere wolken over Tilburg !” In de winter brengt dat geluk. Want ondergesneeuwd is Tilburg een fantastische stad.

Het eigenlijke doel van mijn voetreis door schemerend Tilburg was de presentatie van het nieuwe kunstwerk van KORT in gebouw V 39. Het kunstwerk ‘sealounge’ van de kunstenaar Rob Birza (Geldrop 1962), dat qua vloeroppervlak en volume de bescheiden afmetingen van deze lounge voor jong en oud probeert te overtreffen. Het college stemde destijds in met deze kunsttoepassing vanuit de percentageregeling ‘Kunst in de Openbare Ruimte’ in ‘HeT GebouW’. Deze naam diende eerder als label voor de gezamenlijke huisvesting van Attak (stedelijk Jongerencentrum), JIP (Jongereninformatiepunt), jeugdclub Heuka (scouting) en het Trefpunt voor Ouderen. >> “Het werk van Rob Birza straalt energie uit en heeft relatie met popcultuur. Deze uitstraling past perfect bij de doelstelling van de gemeente om het Veemarktkwartier te ontwikkelen tot een kunst- en cultuurwijk die zeker ook aantrekkelijk is voor de jeugd”.<< aldus de visie van het gemeentebestuur op dat moment. De sneeuw verhult slechts tijdelijk dat Tilburg inmiddels in woelig vaarwater is gekomen. Soms lijkt het of het ene gat met het andere wordt gevuld. Zo is inmiddels Attak geattaqueerd door de Twern en heeft ‘Villa Musica’ met onder andere Brabant Pop, Stamb (Stichting actuele muziek Brabant) en Muzieklab het Faxx gebouwencomplex verlaten en bezit genomen van de bovenste verdieping, het penthouse van V 39. En ook dat is maar tijdelijk, want na het FAXX en nu V 39, lonkt men al naar een Nieuwe Villa Musica. Aan het uitzicht op een van de fraaiste achterkanten van de stad kan het niet liggen. Maar dat ik nou enthousiasme heb aangetroffen over de kunst met een grote ‘K’, die van de ‘popster’ Rob Birza, kan ik niet zeggen. Van de associaties van Birza, dat de staalconstructie van het gebouw hem deed denken aan een brug en dat de glazen pui bij hem het beeld opriep van een aquarium, was niemand onder de indruk. Grote fossielen uit een ver verleden met feestverlichting. Maar wat heeft dat nou met popmuziek te maken, zo vroegen ze zich af. Het is duidelijk. Hier ligt voor KORT nog een missie. Als KORT dan toch bezig gaat in het Veemarktkwartier, zou het wel aardig zijn als dat gedoofde videoscherm in de voorgevel van Popcentrum 013 van Gerald van der Kaap weer aan de praat gebracht wordt en de nimmer spelende accordeon van Hans Muller in de Tivoligarage opnieuw tot muzikaal leven komt. En niet vergeten, het door grondwerk van publieke werken in de war geraakte zebrapad te herstellen; een sympathiek vloerkunstwerk dat eveneens door Hans Muller destijds in de parkeergarage is aangelegd, om het voetvolk van Interpolis veilig te laten oversteken. Gesterkt door alle feestelijkheden toog ik terug naar huis. Maar eerst nog even Weemoed. Daar ontmoette ik Piet, de voormalige gastheer van het Duvelhok. Hij hoopte dat nu eindelijk een van de zes ingediende plannen voor het Nieuwe Duvelhok zijn beslag zou krijgen. Met zijn ervaring als brugwachter, havenmeester en als muzikant van onvoorziene omstandigheden, zou hij graag zijn functie weer hervatten in de hoop daar als beheerder weer de beste kunstenaars te kunnen helpen bij het lesgeven in tekenen, schilderen, beeldhouwen, grafiek, keramiek, glaskunst en wekelijks de vele honderden enthousiaste cursisten weer van een kopje koffie en materiaal te voorzien. Eerder die dag was ik Irene, 20 jaar docent ruimtelijk vormgeven bij het Duvelhok, al tegengekomen. Naast haar kunstenaarschap houdt ze zich nu, uit de nood geboren, op bewonderingwaardige wijze mentaal en economisch staande in het uitvaartwezen. In de kunst ligt leven en dood dicht bij elkaar. De weemoed was in beider ogen te lezen. Rond sluitingstijd kwam nog geheel fris de jonge garde binnen met onder hen een van onze stedelijke jonge veelbelovende en talentvolle kunstenaars, Leonard. Samen met zijn waarschijnlijk even jonge en veelbelovende vriendinnen vierde hij de juridische overwinning die hij behaald had op de scherpslijperij van de WIK (Wet Inkomens Kunstenaars). Een rondje voor de hele zaak. Dat kon er na maandenlange gedwongen vastentijd wel af. De komende vier jaar was immers voor hem het pad geëffend om als jonge, talentvolle veelbelovende kunstproducent de Tilburgse vleugels uit te slaan. Geld om te leven was er. Nu nog iets om vorstelijk te kunnen werken …. Met een gevoel van louter optimisme stapte ik weer de sneeuw in. De voetstappen van Stanley Brouwn, die ik op de heenweg had achtergelaten, vroegen om verversing. Met de hakken in de sneeuw creëerde ik het instant kunstwerk ‘Steps to Heaven’. Godallemachtig, te linkerzijde rees café ‘Storm’ op. Een hallucinerende balkonscène deed me huiveren. Ik ontwaarde twee culturele ghostbusters in innig duet gewikkeld. De sneeuwjacht maakte een einde aan het spookachtige vreugdegezang van deze in toga geklede rechtvaardige rechters van het culturele leven in het Veemarktkwartier. Een kwartier dat nog geen vijf minuten mocht duren. En zo belandde ik via Bic Mac Piusplein – het stedenbouwkundige Waterloo van de grote doorbraakgedachte – bij de lichtkrant in ruste van onze stadswinkel. Daar bij ‘Metrøyality’ van de kunstenares Marry Overtoom hoorde ik dat de metro zojuist vertrok. Ik schuilde even in het verlaten betonnen busstation van de kunstenaar Beljon dat volgens de laatste wens van de schilder Hans van Zummeren (†) een ereplaats verdient in de reeks monumenten die Tilburg rijk is. In plaats van de originele glaswanden, die al sinds mensenheugenis eruit geslagen zijn, werd onverdacht de nodige beschutting geboden door twee glazen (design)busstations; deze straatmeubilair tweeling was op nauwelijks één meter afstand neergedaald en verankerd. Geen Beljon meer te zien. KORT zicht ! Na 1.438 stappen stuitte ik op de Concertzaal. Een regelrechte toevalstreffer was het dat de bussen en trailers van het Brabants Orkest, na de laatste klanken van hun onvolprezen uitvoering van de ‘Zingende Zwaan’ (Uit: Dierencarnaval, Camille Saint-Saëns 1886), bij de concertzaal slibberend vertrokken. Het was er weer als vanouds op zondag, volkomen uitgestorven. Ik mijmerde dat het voor cultureel Tilburg de ‘Stervende Zwaan’ toepasselijker zou zijn geweest. >> U snapt dat uw piloot nu bitter weent, omdat de zwaan moet wijken voor een eend. << (schrijver: Geert Kruideren). Ik geniet nog even na van de Schouwburgpromenade met badkamergarnituur en zet mijn witte schreden voort op weg naar de opgeknapte hangplaats voor junks en drankverslaafden rond de spontaan verrezen ijssculptuur (kunstenaar onbekend) voor de ingang van het stadsparkje. Ik bevind mij nu in stedenbouwkundig revisiegebied ‘oude stadshart van Tilburg’, gelegen aan de gehavende Zomerstraat, met als hoofdattractie het uitzicht op het grijze betonskelet van de inmiddels met pastelkleuren opgeleukte parkeergarage. Op het eind doemt de idylle op die Onze Lieve Vrouwe Plein heet. Nog puntje gaaf, behalve dat een van de oude lantaarns die het heiligenbeeld verlichtte, het heeft begeven. Laten we hopen dat het niet weer een voorbode is van naderend verval. Daarna is het oppassen geblazen voor het nieuwe woud van milieupalen, het gemeentelijke waarmerk voor uitgestelde opknapbeurten zoals die van het al jarenlang onbegaanbare St. Annaplein. Met gevaar voor eigen leven bewonder ik daar de door jachtsneeuw witomrande bronzen herinneringsplaquette ‘Vincent van Gogh was hier’, en schuif tenslotte de enige drive-in winkelstraat van Tilburg in, de Korvelseweg. Mijn ‘final steps to heaven’. We zijn weer thuis.