“Marie, vertel me nou eindelijk de waarheid”, bromde Sjef onder inmiddels wit berijpt haar van een eerder die dag totaal verschroeide baard. “Met niemand seks gehad, maar wel een kindje krijgen. Absurd. Elk jaar met Kerstmis weer van die bizarre toestanden met jou. Of de duvel ermee speelt”.
“Nee, niet de duvel, maar God”, schudde Marie, zwaaiend met het naar ze hoopte Sjef toch weer vertederende engelenhaar van haar zijdezachte lokken.
“God gebruikt ons voor een nieuwe versie van het oude verhaal van Jozef en Maria. We zijn spelers in Gods hand”.
“In Gods hand!?”, sneerde Sjef. “Al lopen we dan dit jaar niet op bokkenpootjes (zoals in 2009), we lijken toch wél midden in de hel beland. Ja, moet je dáár zien. Nog veel meer branden. En waar blijft de brandweer! Straks brandt de hele stad af!”.
Door een opening tussen hoge nieuwbouw met op de daken een dag en nacht stralend verlichte ‘X’ van ‘Xmas’ zagen Sjef en Marie hoe felle vlammen zich omhoog likten langs oude historische gebouwen. Over elkaar rollende rookwolken braakten zich omhoog uit oude kerken en kloosters. Oude psalmboeken en missalen dwarrelden als brandende vuurvogels door de lucht.
“Zelfs mijn kindje schrikt er van”, constateerde Marie. “Maar de mensen zijn zo druk bezig met shoppen, ze zien de branden niet eens. Iedereen ziet enkel nog het kleine kringetje rond zichzelf en wat dáár gebeurt. Zelfs nog niemand aan het blussen!”.
“Heilige Sint Auguur, doof toch snel dit hellevuur”, bad Marie. Maar niet zonder menselijke hulp, begreep ze. Dus schreeuwde ze: “brand, brand”.
Er had echter niemand behoefte aan Maria’s niet zo blijde boodschap: “Ga ergens anders de sfeer verzieken”. “We zitten hier net te genieten van het nieuwe Xmas borreltje”. Ook elders viel het niet mee: “Kan het iets positiever zeg”. “Jullie verstoren ons welbehagen”. “En we genieten hier net van onze mooie nieuwe Xmas brilletjes”.
Nog harder riepen toen Sjef en Marie: “bráááááánd”.
Een paar mensen gingen daarop in elk geval meeroepen.
“Duvel”, “Leffe”, “Dubbele Trappist”, zo werd het alarm “Brand” ‘versterkt’.
“Godelieve, ze vertalen ons brandalarm naar bierreclame”, brulde Sjef.
En dus riep Sjef, druk wijzend en gebarend: “vuur, vuur”.
Maar nu kwamen mensen nota bene met aanstekers, ging de nachtburgemeester zelfs vuurwerk afsteken. “Voor goed vuurwerk naar Knalfires”, zo overstemde hij met de op het vuurwerk afkomende massa Sjef en Marie.
“Iedereen lijkt gek geworden. ’Rook’, we moeten ‘rook’ roepen”, zei Marie, maar dat leidde tot overal opgestoken sigaretten en het brandalarm: “Caballero”, “Gauloises”.
“Leen me je mobieltje, we moeten 112 bellen”, riep Marie naar een soort oertype moderne student dat drinkend en bellend voorbij babbelde. “Brand urtyp”, zo hield hij trots zijn flesje en identiteit omhoog, terwijl Marie al 112 toetste.
“Om gek van te worden”, snikte Marie even later in Sjefs armen. “Weet je wat ze zeiden: ‘En mevrouwtje, kunt u ons ook vertellen waar de vuurspuwende draak zich bevindt en waar de engeltjes door het luchtruim zweven?’ Daarna verbraken ze gewoon de verbinding”.
“Dit is echt bizar”, reageerde Sjef . “Nog zotter dan met niet één herdertje bij nachte liggen en toch een kindje krijgen. Kijk toch eens op je mooie blauwe mantel: allemaal schroeiplekken. Maar nee, er staat nergens iets in de fik! Weet je wat, dikke ‘maagd Marie’: we sturen de krant een brief ‘Brand verwoest binnenstad’ met foto van de branden”. Maar de volgende dag vloog Sjef zowat zelf in brand. “Moet je onze brief zien: ‘Brand doet binnenstad bruisen’ en daarnaast een flesje ‘Brand’ bier.
Ze versieren het hier wel helemáál met Kerstmis”.
Wanhopig klampten Sjef en Marie allerlei mensen aan: “Kijk, de boel brandt echt af. Dáár, het hele schriftmuseum, het oude stadhuis, het oude bádhuis, het ene wijkgebouw na het andere. En dáár: al het openbare groen. En die kleinere brandjes: alle openbare toiletten.”
Maar de mensen drukten hooguit wat steviger hun bril op de neus en zeiden dan “zijn jullie gek?” of tegen elkaar: “de psychiatrische inrichting is zeker afgebrand”.
“Niet te geloven”, huilde Marie, verlangend ondertussen naar draaglijker weeën,
“de hele stad vol kerstverlichting, maar bij niemand gaat een licht op”.
En met extra hoge nieuwbouw met daarbovenop een nog grotere ‘X’ werden onderwijl de branden verder aan het oog onttrokken.
Een speciale city-omleidingsroute leidde iedereen zelfs om de brandhaarden heen: alleen nog éénrichtingsverkeer linea recta de winkels en de kroegen.
“Zelfs de hele opslagplaats van kerststallen gaat in vlammen op”, schreeuwden Sjef en Marie. “Waar is deze stad mee bezig? Wat is er met deze stad aan de hand?”
“In de Tweede Wereldoorlog helemaal verwoest”, lazen Sjef en Marie in een encyclopedie over Europese steden. Maar een oude pater Kapucijn wist wel beter: “We kregen na de oorlog zelfs een opperwethouder ‘Sloop en Afbraak’. Ze hebben hier zélf alles platgegooid, de halve stad afgebroken. En zo zijn ze hier nog steeds bezig. ‘Citybranding’ is nu het credo en daar….” …
Maar de pater werd geïnterrumpeerd door oppermachtig lawaai ‘vanuit de hoge’.
Uit luidsprekers verscholen achter de X letters klonk alles overstemmend:
“Komt allen tezamen op onze XL Xmas party.. Komt verwondert u over onze kerstetalages.. Proef onze nieuwe Xmas traktaties.. U zijt wellecome.. En maak tegelijk een proefrit in de ‘just born Xmas car.. En lees het laatste stadsnieuws in X nieuws. Voor elke abonnee gratis X bril en X lenzen. De nieuwste rage. Voor scherper zicht op uw stad”.
“Die X betekent hier in de praktijk één groot kruis door Kerstmis”, verzuchtte de oude pater. “Het kerstfeest is vervangen door moderne kerstbusiness, de hele santenkraam van de kerstman, de commercie van het X pontificaat. Op bevel van de imperator zijn zelfs al jullie kerstliederen, kerstverhalen en kerstspelattributen in vlammen opgegaan. ’T is schande”.
“De maat is vol”, zeiden Sjef en Marie. “We gaan schadevergoeding eisen. En als die niet komt, betalen wij onze huur niet meer. Als protest en alarmsignaal laten we ons dan desnoods op straat zetten”. Een heilig vuur begon te branden in Sjef en Marie. “Het kan zo niet langer. Ja, wat krijgen we terug voor alles wat afbrandt! Als levend stadshart een betonplaat! De heilige Levensboom en vroeger als enige verlichte kerstboom temidden van alle kunstlichtoverdaad nu een boom die daar als enige juist n i e t is verlicht. En de kerststal een gedrocht om afkeer juist op te roepen.
Een zwijnenstal, daar neergezet juist als anti Kerst reclame.”
Sjef vergat zelfs hoe boos hij eigenlijk was op Marie en vooral op het feit dat ze nog steeds volhield dat aan het kindje in haar buik geen man te pas was gekomen.
En Marie vergat helemaal hoe boos ze eigenlijk was op Sjef die maar niet wilde geloven dat er echt een wonder was gebeurd. Ook Marie, al was ze hoogzwanger, was vastbesloten. “Blijf bij mij, engelen blijf bij mij”, zo smeekte ze om kracht uit de hemel op een oude cantatemelodie van Bach. En beperkte Bach zich nog tot één antwoordende trompet uit de hemel, Marie hoorde en voelde dat een hele legermacht van engelen achter haar ging staan.
“Die kunnen we toch maar beter niet op straat zetten”, zo waarschuwde een oude gemeenteambtenaar. “De gemeente deed dat in het verleden al eens en wist toen niet hoe snel de geest weer terug in de fles moest, ofwel het stel weer terug in huis. Ze nu toch weer uit huis zetten zal schade toebrengen aan imago en X campagne”.
Maar volgens een nieuwe generatie persvoorlichters en communicatiespecialisten viel er niets te duchten: “De tijden zijn veranderd”, zo oordeelde ook de wethouder van Citybranding, “berichtgeving en publiciteit zijn nu geheel onder controle”. En inderdaad: Sjef en Marie werden in de plaatselijke krant afgeschilderd als dusdanige idioten dat lezers daar zelfs aan toevoegden: “ze moeten eens naar de dokter”, “knettergek”, “in een inrichting stoppen”.
“Gewoon de straat op schoppe en verder nie maauwe.”, schreef zelfs iemand.
En aldus geschiedde. Sjef en Marie werden uit huis gezet. En zo geschiedde het dat het kindje van Marie werd geboren in een stal. Als gespreid bedje kreeg het van Sjef de luxe van een bosje stro in een voederbak! Maar kribbig voelde de maagdelijke vader zich allerminst.
“Wat een armoede, maar tegelijk niet te bevatten rijkdom”, stamelde Sjef.
Ja, hij kon verder maar één ding uitbrengen: “dit is waarlijk een goddelijk kind”.
Materieel gezien hadden ze zich allerellendigst moeten voelen, maar Sjef en Marie straalden juist van geluk, straalden als sterren.
“Ik heb jou en jouw kind en voel me door engelen omringd”, verklaarde Sjef.
“Juist door onze materiële armoede”, sprak Marie, “openbaart zich het leven zelf weer in al zijn goddelijke glorie”. En ook Sjef hoorde vanuit de hemel: “hosanna in excelsis”. Ja, de sterren degradeerden al die door mensen opgehangen kunstlichtjes tot één grote farce. Er verscheen zowaar een prachtige, heldere komeet boven de stal. “Welnee”, zo meldde meteen het X nieuws, “een deel van onze afgeschoten raket”, maar Sjef en Marie wisten wel beter. Eenvoudige volkstuinders kregen ook berichten door via totaal ander kanalen dan E-mail, T mobile of Facebook. En wat voor berichten! “Heden is u geboren de Messias. Niet op de wereld gekomen om de economie, het geld of de kerstcommercie te redden, maar de mensen, de wereld, Kerstmis”. En niet via een twitterberichtje, maar via engelen die hen verschenen hoorden een paar alternatieve, totale randfiguren groot nieuws, hoorden herders op de hei dat hun Heiland was geboren. “Ere zij God”, zo hoorden ze de engelen zingen
Ere zij God in een ver verleden?
Nee, ere zij God in deze tijd.
Ere zij God, NU, in het heden
Ere zij God in eeuwigheid.
Engelenstemmen leidden de mannen naar de stal waar ze een paar dik bewolde schapen achterlieten om het bijzondere kind warm te houden. Om zich aan te bieden als extra warmtebronnen stapten spontaan zelfs een koe en een ezel de stal binnen. En van heinde en verre stroomden de mensen toe: drugsverslaafden, hoertjes, boeren, bankdirecteuren, kamerleden, ministers. En iedereen luisterde naar de mystieke stilte van de stille nacht waarin een heilige boodschap weer hoorbaar was, hemelse engelenzang weer concrete realiteit. Sjef noemden ze eerbiedig Jozef.
En Marie werd omgedoopt tot Maria. Bevrijd van alle X onzin zag en voelde iedereen weer het wonder van het leven zelf. Iedereen zag om Jozef, Maria en het Kind de aura’s van heilig, eeuwig, puur goddelijk leven. Om eer te bewijzen kwamen er zelfs Wijzen uit het Oosten.
“Halleluja zeg, dit loopt volledig uit de hand”, zo concludeerden lokale overheid en directie van het zakenimperium X. Een speciale spoedvergadering werd belegd en zelfs bijgewoond door de opperimperator persoonlijk. “Is het waar”, vroeg hij, “dat zelfs een van de plaatselijke wethouders een lauwerierkrans is gaan brengen?”.
“Jezus Christus!”, zo klonk het vervolgens na de bevestiging, “onmiddellijk nu ingrijpen”. En op bevel van de imperator werd in de stal een brief afgeleverd met de volgende mededeling:
a. Uw verblijft hier is illegaal.
b. Uw woning voldoet op enige tientallen punten niet aan de wooneisen.
c. Gebruik van uw stal voor bewoning is afgekeurd door de Welstandscommissie.
d. Uw woning is gebouwd zonder bouwvergunning.
e. U dient de woning onmiddellijk te verlaten.
Krachtens gerechtelijk vonnis werden Jozef, Maria en Kind vervolgens afgevoerd naar een plek waar naar men hoopte niemand hen meer zou vinden. Een plek waar hun voor iedereen zo duidelijk zichtbare immateriële kerstrijkdom geen gevaar meer zou vormen voor economie, kerstcommercie en X consumptie.
“Voorkomen moet ook worden dat de stal een bedevaartsoord wordt”, zo kregen de met ontruiming belaste ambtenaren te horen. Dus kregen die zelfs de opdracht: “steek de hele boel in brand”.
Maar Jozef en Maria voelden alleen maar nog sterker iets branden van een totaal andere orde, een licht dat harten van mensen weer in vuur en vlam zette.
En in opperste staat van zaligheid zong Maria:
Al draait de wereld nog verder door,
Engelen wijzen ons het spoor.
Al staat er niets van in de krant,
God gaf zijn licht dat eeuwig brandt.
———————————————————————————
Met dank aan:
Brand bierbrouwerijen
Knalfires BV
Kerstman
XL Xmas party
X cars
Ruimte X
Gemeente Tilburg en bewoners voor al hun ideeën en inspiratie
Reacties
5 reacties op “Brand”
Dommels Dominator Henk, ook sloten van gedronken in de stal die Xtase heet (en ook daar lijkt het management de laatste tijd behoorlijk de weg kwijt richting modern X-burg).
Ik denk: Henk schrijft een ode aan het al 16 jaar bestaande Fakkels voor Vrede, maar nee, hij weet zelfs de kerstgedachte om te buigen richting zijn eigen moderne Tilburg-Westerse Litanie.
Allemaal, Henk Kuiper welhaast voorop, een warme en inspirerende kerst toegewenst. En met Nieuwjaar: "Gewoon Knallen, denk!"
Ombuigen van de inhoud van Kerstmis naar eigen en heel andere boodschappen is precies de inhoud van dit kerstverhaal, precies waar dit verhaal over gaat. Zelfs zo opgaan in de eigen boodschap en de grote reclame-illusie dat we realiteit, werkelijkheid en echte rijkdom niet eens meer zien of zelfs niet meer willen zien. Maar wat prachtig en inspirerend blijft dan toch het kerstverhaal. Paul, jij ook een warme en inspirerende Kerst toegewenst. En ook alle andere TilburgZ lezers.
Dag Henk,
Dankjewel! De ombuiging door jou is ook veel mooier, dat bedoelde ik niet negatief!
En met dat deels door de overconsumptie aangewakkerde broeikaseffect ziiten we er deze kerst weer warmpjes bij gelukkig, dan was het vroeger beter (vorig jaar).
Top geschreven! Wauw! Heb er geen woorden voor, helemaal onder de indruk
Je maakt het mij wel moeilijk mijn voornemen waar te maken, Henk.
Hier kan ik toch nooit tegen op…?!
😉
Maar desalniettemin, chapeau Henk…!