UITGEBREID ARTIKEL MET VERKLARING EN ACHTERGRONDEN
Ik ben in hongerstaking gegaan. Doorgaan met mijn aandachtsmiddelen in de media opblazen tot doel op zich betekent dus dat u straks in de krant leest: “poging om zonder eten in leven te blijven”. Voor alle zekerheid dus eerst de volgende verklaring: “mijn hongerstaking is een alleruiterst aandachtsmiddel en niets anders.”
En vanwege de jarenlange mediapraktijk van aandacht slechts voor het aandachtsmiddel hier verder alleen maar zaken waar het aandachtsmiddel aandacht voor vraagt. De corruptie, de vuile campagnepraktijken, de door de gemeente jarenlang moedwillig naar mij toegebrachte schade, in dat verband nog steeds niet betaalde rekeningen en schadeclaims, de inhoudelijk nog steeds op geen enkele manier beantwoorde brieven, de weigering zelfs om minstens nu mijn huurschuld te betalen.
Het lijkt er nu serieus op dat op 6 december Nederlands Groene Sinterklaas van het eerste uur (1991) ijskoud uit zijn flat wordt gezet. En wat zijn alleen al wat betreft de geschenken destijds van die Groene Sinterklaas de nooit vergoede kosten? Wat is alleen al over die periode “Groene Sinterklaas” de door de gemeente toegebrachte schade?
gemeenteverantwoordelijkheid die een burger op zich neemt
Volgens richtlijnen van de landelijke overheid diende de plaatselijke overheid destijds maatregelen te nemen tegen ongewenste reclame in de brievenbus.
Maar Tilburg deed helemaal niets. Uiteindelijk was het de Groene Sinterklaas die de gemeentelijke verantwoordelijkheid op zich nam en zorgde voor het ontwikkelen en huis aan huis verspreiden van een speciaal op Tilburg afgestemde brievenbussticker “geen reclame”. Al ging het om een bedrag waar hij vijf jaar huur van had kunnen betalen, de kosten nam de Groene Sint volledig voor eigen rekening. Maar wat voor ‘bedankje’ kwam er toen van de gemeente! Volgens een motie van de gemeenteraad moesten de stickers van de Groene Sint gerespecteerd worden en ook via de gemeente verspreid, maar de gemeente deed, tolereerde en stimuleerde het omgekeerde! Niks stickers respecteren en via de gemeente verspreiden. Op het Groene Sinterklaassignaal van ‘minder reclame en meer groen in de stad’ reageerde het gemeentehuis met een grote campagne voor precies het omgekeerde: ‘Tilburg Moderne Industriestad’: naar stedelijk groen juist ruige acties en niet minder, maar méér reclame. De gemeente als reclamezuil nog eens extra. Van bedrijven, projectontwikkelaars, brouwerijen, producenten van gokautomaten, “een authentiek Tilburgs drankje” enzovoort de reclame voortaan ook via gemeente en gemeentevoorlichting! En omtrent stedelijk groen antireclame en anticampagne.
Op provincieniveau kreeg de Groene Sinterklaas een milieuonderscheiding en op landelijk niveau leidde zijn initiatief tot nieuwe landelijke stickers. Maar in zijn eigen stad werd het op zich nemen van gemeentelijke verantwoordelijkheid door de gemeente zelf met grote, professionele acties en campagnes juist getorpedeerd.
ontoelaatbaar geachte praktijken
Aanleiding tot de niet geringe investeringen van de Groene Sinterklaas waren de landelijk ontoelaatbaar geachte reclamepraktijken in Tilburg: betaalde reclame gepresenteerd als nieuwsfeiten, redactionele artikelen, ogenschijnlijk neutraal ‘nieuws’. Ook wat dat betreft nam de Groene Sinterklaas de maatschappelijke verantwoordelijkheid. De Groene Sint zorgde voor de mogelijkheid om met een sticker de als nieuws gebrachte reclame in elk geval in de eigen brievenbus te kunnen weren. De Groene Sint zorgde voor de mogelijkheid om selectief ook het door de Reclame Code Commissie veroordeelde huis-aan-huisblad te kunnen weren. Het was ook de Groene Sint die probeerde de misleidende praktijken van in redactionele vorm gegoten reclame in de openbaarheid te brengen.
Maar de veroordelingen door de Reclame Code Commissie werden in de media
– allemaal al min of meer medeplichtig – niet eens bekend gemaakt.
Dat leidde tot ongehinderd nog verder voortwoekeren van de ontoelaatbaar geachte reclamepraktijken, nog verdere vervanging van de vrije meningsuiting door eenzijdig alleen nog de betaalde reclame.
En de gemeente deed helemaal niets. Het was weer de Groene Sint die de gemeentelijke verantwoordelijkheid op zich nam. Totale kosten opnieuw vele malen hoger dan nu zijn huurschuld. Maar geen enkele declaratie naar de gemeente. Vervolgens echter werden ook deze inspanningen weer getorpedeerd. In het gemeentelijk informatiecentrum niet de stickers van de Groene Sinterklaas, maar juist extra prominent het expliciet veroordeelde huis-aan-huisblad. Die krant werd door de gemeente zelfs speciaal gedecoreerd met de exclusief in dat blad verschijnende leus ‘Tilburg Moderne Industriestad’. Het lettertype van het veroordeelde blad werd nota bene de nieuwe huisstijl van de gemeente. En in het nieuwe gemeentelijke voorlichtingsblad ‘Tilburg Magazine’ speciale reclame juist voor het veroordeelde huis-aan-huisblad. En speciale reclame voor het reclamebureau gespecialiseerd in de veroordeelde, maar o zo lucratieve reclamepraktijken *.
Het afgelopen jaar was het uiteindelijk de gemeente zelf die door de gemeente uitgebrachte reclame in de vorm van ‘nieuws’ gewoon deponeerde in brievenbussen met een sticker “geen reclame”. En ook een brief hier nog over werd beantwoord volgens de jarenlange traditie wat betreft zaken in de sfeer van reclame: niet op reageren.
Milieucafé
“Niet meer op deze wijze reclame maken”, was het duidelijke oordeel van de Reclame Code Commissie. Maar vervolgens werd zelfs gemeentevoorlichting betaalde bedrijfsreclame. Ook in het Milieucafé infiltreerde ‘Tilburg Moderne Industriestad’. Dat leidde tot meer kwaliteit wat betreft vorm, presentatie en life muziek, maar funest waren inhoudelijk de gevolgen voor de Tilburgse milieustrijders van het eerste uur. Dat waren ineens allemaal “geitenwollensokken”, de Groene Sinterklaas in het bijzonder. In 1991 was hij op de universiteit nog geëerd met een speciale milieuonderscheiding, maar in het Milieucafé vooral geen Groene Sinterklaas meer op het podium. In het geheel geen aandacht meer voor reclamepraktijken in Tilburg. Wat betreft de campagne ‘Tilburg Moderne Industriestad’ geen kritiek, maar reclame juist.
Als gevolg van die gemeente-infiltratie geen enkele aandacht ook voor de latere publicaties van de aanvankelijk nota bene vaste columnist in het Milieucafé.
Na het boek ‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’ was de Milieucafé-aandacht zelfs een speciale column ‘Kuiperij’. Daarin had ik blijkbaar geen enkel boek zelfs ooit geschreven. Met het nog weer eens reduceren en ridiculiseren van al mijn vroegere aandachtsmiddelen tot doel op zich werd nog weer eens extra de zo gewenste beeldvorming gecultiveerd van ‘Tilburg Moderne Industriestad’!
Zelfs een gememoreerde, in het dossier van oud burgemeester Becht nog bewaarde brief van mij als scholier werd volkomen losgekoppeld van de inhoud die ook toen al met alle middelen in de doofpot moest blijven.
de gigant
Die gememoreerde brief ging over “de gigant”! Een gigantisch bedrijf dat zich eind jaren ’60 in Tilburg wilde vestigen, maar waarvan de gemeente de naam nog niet bekend wilde maken. Op het Odulphuslyceum echter bestudeerde ik toen naast klassieke talen vooral ook de allermodernste talen van de reclame. Zodoende zag ik hoe die geheime “gigant” zich verraadde door de paginagrote advertenties waarmee de opinie al rijp werd gemaakt. De kernwoorden uit het protest toen tegen nóg meer industrie kregen daarin de tegenovergestelde betekenis! En de bevolking mocht zich blijkbaar niet daadwerkelijk bewust worden van die geraffineerde beïnvloeding en stiekeme herdefiniëring van onze taal door de reclame. Mijn ontdekking dat het om een Duitse automobiel ‘gigant’ ging mocht zelfs niet via een ingezonden briefje of opgeplakt stenciltje in de openbaarheid. Het bedrijf zag uiteindelijk af van vestiging, maar wellicht is op het gemeentehuis toen al bepaald dat Henk Kuiper levenslang diende te worden geboycot en gesaboteerd. In elk geval werd ik geconfronteerd met een aaneenschakeling van acties, ingrepen en interventies.
nooit uitgevoerde besluiten
In de jaren ’70 al zou de gemeente het een en ander opzetten wat betreft educatie op het gebied van natuur en milieu. Buiteneducatie en excursies in het veld dat zou het werk van mij worden. Maar welke macht zorgde er toen al voor dat er concreet niets van de grond kwam? Toen ik later voor de gemeente Den Haag was gaan werken (‘Milieuhandboek ’s Gravenhage’, ‘School en Kindertuinen’) stapte daar in het leslokaal ineens een delegatie uit Tilburg binnen. Ze kwamen zich oriënteren, omdat ook in mijn eigen woonplaats en geboortestad nu toch echt iets georganiseerd zou worden. En ik zou de eerste zijn die werd aangenomen, ik hoefde straks niet meer op en neer te reizen. Maar welke macht bepaalde dat in Tilburg ook wat betreft voorlichting en educatie de aandacht zo eenzijdig naar industrie ging dat aangaande natuur zelfs van vastgestelde plannen en beloofde banen opnieuw niets werd gerealiseerd? Gemeenteraadsmoties en Collegebesluiten werden in praktijk niet uitgevoerd. Met ‘Huttonia’ liet ik nog zien hoe goedkoop en eenvoudig het eigenlijk al kon, maar in tegenstelling tot luxe zwembaden vielen mijn educatieve natuurvijvers onder de bouwverordening. Om over de verwoestende acties naar de toch uiterst eenvoudige ‘leslokaaltjes’ maar te zwijgen. De systematisch in de reclame gepropageerde discriminatie naar minder consumerenden werd naar mij ook nog eens gedemonstreerd en in praktijk gebracht door de overheid zelf.
Berufsverbot
Na mijn boek ‘Utrecht bomenstad’ bood ik in 1991 in een brief speciaal aan de gemeente Tilburg mijn diensten aan wat betreft inventarisatie van flora, fauna en waardevolle groene cultuurhistorie. Er moest tenslotte volgens raadsbesluiten en Collegebesluiten een ‘Ecologische Kaart’ komen en een ‘Groenstructuurplan’.
Maar ik hoefde geen bijdrage te leveren. Niet eens vrijwillig.
In de verantwoording naar mij en de gemeenteraad (brief 7 juni 1991) werd gewoon gezegd dat alles al was geïnventariseerd. In de gemeentelijke wandelgangen werd beweerd dat mijn werk en boek voor de gemeente Utrecht een verzinsel was.
Dus die man vooral niet serieus nemen, zo was de boodschap. Geen bomenkenner, maar zo brutaal om zich als zodanig te presenteren, zo klonk het door in de krant.
Op mijn aanbod tot inventariseren van monumentale bomen volgde de actie juist van het letterlijk en figuurlijk omlaag halen van Tilburgs meest monumentale boom, Tilburgs absolute topboom. Tot op de dag van vandaag. Zelfs landelijk gezien een boom van de buitencategorie, de oudste Vrijheidsboom van het land: de Tilburgse Lindeboom!
Door het IVN werd ik later afgevaardigd in de ‘Klankbordgroep Ecologische Kaart’. Prompt werd die hele klankbordgroep door de gemeente opgeheven voor ik ook maar één vergadering had bijgewoond. Uiteindelijk lukte het om in de vorm van een ID-baan dan toch mijn kennis en deskundigheid structureel en beroepsmatig in te gaan brengen op het gemeentehuis. De baan was geregeld. Bovendien: de gemeenteraad wilde een stadsbioloog en stadsecoloog of in elk geval op het gemeentehuis die kennis en deskundigheid. Maar de gemeente weigerde de aangeboden baan!
Een ‘Berufsverbot’ in de vorm van als lokale overheid zelfs weigeren van een op een presenteerblaadje aangeboden, al helemaal geregelde en landelijk al betaalde baan! En nota bene precies voor werkzaamheden die volgens gemeentelijke besluiten verricht moesten worden. Onder andere ook het serieus inventariseren van Tilburgs nog levende groene cultuurhistorie. Maar dat werd op alle mogelijke manieren gesaboteerd!
‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’
Duizenden euro’s investeerde ik uiteindelijk zelf in een boek over stadsnatuur en groene cultuurhistorie: ‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’.
Belangrijke informatie voor de gemeente met het oog op nog te realiseren zaken als een biodiversiteitsnota, groenstructuurplannen, bomennota’s en een serieuze bomeninventarisatie. Maar hoe werd vanuit het gemeentehuis op dat boek weer gereageerd! Na jaren gifvrij groenbeleid werd meteen na het verschijnen van het boek de gifspuit weer tevoorschijn gehaald.
Alle afgebeelde en beschreven jarenlang getolereerde stadsflora langs de openbare weg werd meteen doodgespoten. De eerste de beste speciaal uitgelichte en afgebeelde monumentale bomen werden meteen gekapt. En verder ruige acties en groenverwoestende plannen juist in alle beschreven belangrijke corridors voor stadsnatuur. Na het lezen van het manuscript had een ambtenaar mij op het gemeentehuis inderdaad al gewaarschuwd en geadviseerd om het boek niet uit te geven. Het zou averechts werken, zei hij. Dat het op het gemeentehuis zo zot zou zijn kon ik me niet voorstellen, maar inderdaad.
Na de Groene Sinterklaas volgde de reactie ‘Tilburg Moderne Industriestad’, na het Lindeboek (afsluitend met de boodschap ‘leg de nadruk weer op ‘Til’) de campagne T. En de reactie op het stadsnatuurboek was nog eens extra intensivering van die T-campagne.
In de conceptnota ‘Tilburg boomT’ had alles wat mijn boek beschreef als van grote cultuurhistorische waarde juist helemaal geen cultuurhistorische waarde.
De gemeente kwam met een nieuwe, eigen definitie van “cultuurhistorische waarde”.
En wat klonk later in de ‘Nota Biodiversiteit’ uiteindelijk door van de inhoud van mijn boek of van wat daarvan allemaal al was gekapt, verdwenen of werd bedreigd?
Zo weinig dat ik in de gemeenteraad probeerde als inspreker nog te wijzen op belangrijke hiaten. Maar ik werd toen als deskundige de raadszaal uit gestuurd!!!
Zo werd voorkomen dat in de raadszaal pijnlijk aan het licht was gekomen hoe belangrijke passages uit mijn schriftelijke reactie gewoon waren gewist en de rest op het gemeentehuis dusdanig gekopieerd dat het voor de raadsleden amper nog leesbaar was. En wat is jarenlang de schade naar mij geweest van alleen al dit soort intimidatiepraktijken naar raadsleden? Kunnen en durven raadsleden in dit klimaat en de bijbehorende media-omstandigheden überhaupt nog iets zeggen van de manier waarop de gemeente bijvoorbeeld foto’s van mij gebruikte? Ondanks geweigerde toestemming werd mijn naam gekoppeld aan doelen tegenovergesteld aan die van mij. En kunnen raadsleden in dit klimaat hun mond nog open doen over de manier waarop de gemeente in een gemeentefolder van foto’s en teksten van mij over stadsnatuur gewoon anti reclame maakte? Of over de manier waarop de gemeentelijke VVV mijn ‘Lindebomenfietstocht’ pas actief verspreide in een aangepaste VVV versie waaruit alles over de Lindeboom was geschrapt en vervangen door reclame voor onderweg te consumeren hapjes en drankjes?
Adviescommissie Stedelijk Groen
In een gesprek dat ik in 2007 met gemeenteraadsleden had werd besloten om in de gemeenteraad het voorstel te doen voor een ‘Adviescommissie Stedelijk Groen’.
Om zo dan toch mijn kennis te laten doordringen op het gemeentehuis. Het plan werd in de gemeenteraad aangenomen. Maar wat voor acties volgden er toen weer!
Als beoogde vertegenwoordiger namens Stichting Stadsbomen was ik op uitvoerend ambtenarenniveau degene die nou juist n i e t in die commissie kwam. Stichting Stadsbomen diende zich opnieuw neer te leggen bij de op het gemeentehuis gecultiveerde visie dat Henk Kuiper toch absoluut niet beschouwd kon worden als deskundige enzovoort. Ja, hoe groot is alleen al de schade van dat soort jarenlang met alle mogelijke middelen gecultiveerde beeldvorming? De schade door druk naar raadsleden, Milieucafé, Stichting Stadsbomen enzovoort om zich bij die beeldvorming aan te sluiten? De schade door beeldvorming zelfs in de sfeer van “schizofrenie”, ‘Henk knettergek’ of nog zotter? De schade door de beeldvorming waardoor ik twintig jaar geleden al werd gedwongen om me te verschuilen achter schuilnamen als “Groene Sinterklaas”?
daadwerkelijke huisuitzetting?
Over de hier genoemde acties naar mij en verdere details daarbij zouden in principe allemaal nog tientallen extra rekeningen en schadevergoedingen gestuurd kunnen worden. En de feitelijk redelijkerwijs te vergoeden schade beloopt nu al honderdduizenden euro’s! Tegen die achtergrond zou het wel het toppunt zijn als de gemeente het zo ver zou laten komen dat ik daadwerkelijk uit huis word gezet.
Het is juist de verantwoordelijkheid van overheid en politiek om dat te voorkomen, te garanderen dat burgers een eigen dak boven hun hoofd kunnen hebben, een veilige plek voor zichzelf. Zeker als het burgers betreft die geen aanvraag deden voor een uitkering, omdat ze er toch in alle redelijkheid op dachten te kunnen vertrouwen dat de gemeente normaal hun rekeningen zou betalen en normaal hen toegebrachte schade zou vergoeden**. En zeker als het ook nog eens burgers betreft die juist jarenlang vrijwilligerwerk deden voor gemeente en gemeenschap, zoals het leiden van een jeugdnatuurgroep, het schrijven van stukjes in de Koerier over het gemeentelijk natuurbezit of het geven van voorlichting over en excursies door het gemeentelijk groenbezit, het maken van publicaties en informatieve folders daarover of zelfs een boek over “des Gemeentens Lindenboom”.
Een eigen woning is een grondrecht voor ieder mens. En een eigen woonplek dient de overheid juist te bewaken en te waarborgen. Zeker als die woonplek ook nog eens op de eerste plaats gebruikt wordt voor het bewaren van kostbare zaken, documenten en dossiers voor de gemeente en de gemeenschap zelf. Zeker als die woonplek tegelijk werkplek is voor allereerst werkzaamheden puur ten behoeve van gemeente en gemeenschap. Of zelfs voor de laatste reclamevrije berichtgeving over zaken waarover de reclamegelieerde journalistiek niets meer laat horen. Zie mijn dossiers op TilburgZ over de campagnepraktijken rond de mall, de T campagne, de voorlichtingspraktijken rond stedelijk groen. Alsnog gehonoreerd met een normaal salaris zou dat alleen al een bedrag zijn waarvan nog jaren mijn huur kan worden betaald.
Maar als de gemeente zo ver wil gaan dat ik straks op straat word gezet, dan laat op die manier voor iedereen maar duidelijk worden hoe ver de corruptie inmiddels is doorgewoekerd.
Maar niet zonder heel duidelijk en heel nadrukkelijk protest, niet zonder uiterste protest en aandachtsmiddel ter voorkoming nog van de op 6 december om 13.30 uur aangezegde en geplande huisuitzetting van de Groene Sinterklaas. Dus voor mij met Sinterklaas geen chocoladeletters, pepernoten en marsepein: ik ben in hongerstaking.
Voor verdere achtergronden zie onder andere ook:
‘Nieuws en feiten rond dreigende huisuitzetting’ (toegespitst op moedwillig toegebrachte schade rond jarenlange symbooldestructie Lindeboom) en ‘Huisuitzetting kan nog voorkomen worden’ (over recent nog toegevoegde schade).
Voor overzicht per onderwerp (met links) van stukjes geschreven van 2006 tot 2010
zie weblogoverzicht: A tot G , G tot M, M tot S en T tot Z.
* Met name december 1998 na nieuwe veroordeling door de Reclame Code Commissie en het daarover in de Tilburgse media juist niets bekend maken, ook niet via de gemeente of Tilburg Magazine.
** Zeker als die schade voortvloeit uit onrechtmatig handelen, in strijd met beloftes, collegebesluiten en gemeenteraadsmoties of zelfs voortvloeit uit meedoen met en stimuleren van veroordeelde reclamepraktijken of gigantische corruptie zoals de nu al twintig jaar voortdurende symbooldestructie Lindeboom.
Reacties
2 reacties op “Hongerstaking”
[…] een belangrijke nieuwsbron voor het Brabants Dagblad. Afgelopen vrijdag putte de krant uit het uitgebreide artikel ‘Hongerstaking’. En wat leidde dat tot een bijzondere vertaling en weerslag daarvan in de krant! En wat zien we ook […]
[…] het gaat nog steeds om dezelfde zaak: de toegebrachte schade zoals hier o.a. beschreven in ‘Hongerstaking’ en ‘Nieuws en feiten rond dreigende huisuitzetting‘ en hoe die schade wordt vergoed. Nog […]