27 oktober is een bijzondere dag voor Tilburg en voor ons gezin in het bijzonder. In 1944 werd de stad bevrijd door de Prinses Irenebrigade en op de kop af 45 jaar later werd onze dochter Irene geboren. Haar naam die ‘vrede’ betekent deed ze eer aan want vanaf het kraambed zagen moeder en dochter een week later de muur in Berlijn vallen en leek de Europese vrede weer een stapje dichterbij.
De vrede die met haar geboorte even leek door te breken heeft haar gezicht geschroeid aan een samenleving die meer dan ooit uit elkaar dreigt te vallen. De van onwrikbaar beton opgetrokken fysieke muur die ooit Oost en West van elkaar scheidde werd binnen no time geslecht. De werelden die in Nederland vandaag de dag met de rug naar elkaar leven: die scheidslijn, die muur van wantrouwen en miscommunicatie, het verzet en de intolerantie is veel massiever en veel moeilijker af te breken dan de Berlijnse muur van toen.’
Citaat column VERJAARDAG 1(https://www.tilburgz.nl/poov/weblog.php?cmd=show&weblog_id=1476&columnist_id=92&category_id=1&start_id=20 )
We moeten snoeien om te groeien’, hoor ik Rutte zeggen. En óf er gesnoeid word. Rigoureus snoeien op cultuur, poëzie, muziek en dans, op schoonheid en verwondering waarmee de groei van agressie, geweld en haat tegen de klippen geborgd kan worden, de groei van de kloof tussen arm en rijk vergroot en waarbij het Brabantse cultuurmotto ‘de kunst van het samenleven’ een steeds ijlere stip op de horizon wordt.
Citaat column VERJAARDAG 2 (2010) http://j.mp/sw2ecD
In 2011 lijkt 27 oktober opnieuw een historische dag.
Het grote Europese financiële debacle hangt als een steeds dichter wordende mist over het Avondland. Precies op 27 oktober staat een miljardenkostende reddingsactie van dat eengeworden Europa ter discussie en in schril contrast met de euforie van 22 jaar geleden toen de val van de muur de zo lang verbeide eenheid en stabiliteit leek te brengen.
En ook op 27 oktober 2011 staat weer een kind centraal. Een jongen nog is het en hij mocht opgroeien in mijn geboorteland Limburg.Ik kan het horen want hij spreekt met het accent dat me lief is, mijn moerstaal. Dat kind Mauro zal vanavond als ik de 22e verjaardag met mijn kind Irene mag vieren zonder pardon het land worden uitgezet. Hij mag zich voegen bij een moeder in Angola die hij niet kent, een ongewisse toekomst tegemoet gaan in een land waarvan hij de taal niet spreekt en waar hij van voren af aan moet beginnen iets van zijn leven te maken.
En op 27 oktober 2011 hoor je de woordvoerder van het CDA zeggen dat we vele Mauro’s nodig hebben in dit land maar dat desondanks de jongen het land moet verlaten. Het ‘geval’ Mauro is niet schrijnend genoeg om in dit land van melk en honing te mogen blijven leven.
Een gewone jongen uit een gewoon gezin, een jonge Limburger die door lieve pleegouders is opgevoed moet weg. Dadelijk komt mijn dochter thuis. Ik mag haar in mijn armen sluiten, haar omhelzen. De betekenis daarvan is deze dag 27 oktober 2011 groter dan ooit.