Wat doet de gemiddelde, redelijk luie tv-journalist die de mening van “het volk” wil peilen. Hij zet een camera neer op de kop van de Albert Cuyp Markt in Amsterdam en begint te filmen. Een gemakkelijk trucje. Want de bezoeker van de dagmarkt is niet op zijn mondje gevallen en lijkt afkomstig te zijn uit alle lagen van de bevolking.
Maar ja, een mening over politiek, of over het bezoek van de Paus aan Ierland, die heeft iedereen wel. Heel anders is het als je die zelfde bezoekers een gedicht voorlegt. Niet zomaar een gedicht, overigens, maar een “moelijk” gedicht van een dichter die niet bepaald bekend staat als de liefhebber van marktbezoekers (de “echte mensen”). Tenminste, dat dachten wij.
Daarom gingen we met ‘de zeer oude zingt‘ naar de Albert Cuyp, met de actuele discussie over het al dan niet subsidieren van kunst in het achterhoofd, en stelden we ons op ergens ter hoogte van de hoek AC – Eerste Van der Helst.
Voordat we het filmpje nog een keer draaien, wil ik iets heel ergs doen. Ik wil een persoonlijke nooit inlassen. Het is namelijk zo, dat ik zes jaar heel dicht bij de markt heb gewoond. Aan de Govert Flinckstraat 280-D. Daarom wandelde ik voor de draaidag even wat rond.
Het viel me op dat de buurt, in “mijn tijd” in opkomst en helemaal schoongeboend, weer grauwer aan het worden is; in alle opzichten. De toen nieuwe gebouwen hebben zich wat grijsheid betreft aangepast aan de oudbouw. De toen nieuwe winkels zijn er nog, wat zeg ik, er zijn nog veel meer nieuwe winkels bijgekomen, maar ze zijn niet zo blinkend-schoon als tien jaar geleden. Het lijkt wel of de buurt zich opmaakt voor een nieuwe periode van verval.Hetzelfde meende ik te zien bij Koffiehuis De Markt; tien jaar geleden nog gesierd met een interieur dat rechtstreeks uit de jaren vijftig kwam, nu ernstig gemoderniseerd, maar wel door iemand met de smaak van een, eh, tsja, met welke smaak? De ooit zo trotse formica tafeltjes zijn vervangen door gewone tafels, de muren zijn voorzien van betimmering zo lelijk dat je ogen ervan gaan schrijnen. Boven de bar: behang met baksteenmotief.
De sfeer ín het Koffiehuis was niet echt verbeterd, het leek wel of de vaste gasten de verbouwing ook niet helemaal hadden verteerd. Een bewijs, misschien, dat alles van waarde niet zozeer weerloos is, maar zal worden verbouwd. De evolutie gaat door en wie zijn wij, om daar tegen te protesteren?In deze stemming betrad ik de markt, waar ik Dautzenberg opnieuw zag excelleren. Begeleid door zijn vaste cameraman Pijnenburg legde hij de mensen het verre van gemakkelijke gedicht voor. En het werkte, opnieuw. “Ons” vooroordeel – poëzie wordt niet begrepen door een brede groep mensen – werd opnieuw ontkracht.
Het viel me op dat de buurt, in “mijn tijd” in opkomst en helemaal schoongeboend, weer grauwer aan het worden is; in alle opzichten. De toen nieuwe gebouwen hebben zich wat grijsheid betreft aangepast aan de oudbouw. De toen nieuwe winkels zijn er nog, wat zeg ik, er zijn nog veel meer nieuwe winkels bijgekomen, maar ze zijn niet zo blinkend-schoon als tien jaar geleden. Het lijkt wel of de buurt zich opmaakt voor een nieuwe periode van verval.Hetzelfde meende ik te zien bij Koffiehuis De Markt; tien jaar geleden nog gesierd met een interieur dat rechtstreeks uit de jaren vijftig kwam, nu ernstig gemoderniseerd, maar wel door iemand met de smaak van een, eh, tsja, met welke smaak? De ooit zo trotse formica tafeltjes zijn vervangen door gewone tafels, de muren zijn voorzien van betimmering zo lelijk dat je ogen ervan gaan schrijnen. Boven de bar: behang met baksteenmotief.De sfeer ín het Koffiehuis was niet echt verbeterd, het leek wel of de vaste gasten de verbouwing ook niet helemaal hadden verteerd. Een bewijs, misschien, dat alles van waarde niet zozeer weerloos is, maar zal worden verbouwd. De evolutie gaat door en wie zijn wij, om daar tegen te protesteren?In deze stemming betrad ik de markt, waar ik Dautzenberg opnieuw zag excelleren. Begeleid door zijn vast cameraman Pijnenburg legde hij de mensen het verre van gemakkelijke gedicht voor. En het werkte, opnieuw. “Ons” vooroordeel – poëzie wordt niet begrepen door een brede groep mensen – werd opnieuw ontkracht.
Mensen zijn heel goed in staat om betekenis te geven aan een tekst die ze nog nooit hebben gezien. Voor de gemiddelde dichter zou het een teken aan de wand kunnen zijn. Er is een publiek. Bereik het.