Fikkie is een felle stomp, Fikkie is een
vies geelbruin mormel
Fikkie rilt bij rubberlaarzen die pal staan
onder een schort en
bezeten gemompel in een kruidige taal
Een Hollandse achterplaats,
een Jappenkamp; djahé, saté, rookworst
met stamp
Eeuwige trouw aan de geur van geweest,
een slof en een tikkend been
(waar blijft de tijd) (de tijd blijft alleen)
In zijn rijk van angst duurt luidruchtigheid
het langst: het palletje wacht, het kwartje
valt
het apparaat duikt op zijn borst, toont zijn
tanden en slaat aan, altijd weer aan
aan aan waf waf waf – en nooit eens af
Nu gaat Fikkie dood
Het verdriet is niet zeer groot, zijn hemel
ons geheugen, andermaal een trip in de
tredmolen van de wanbof
aan aan waf waf waf – en nooit eens af
Dit filmpje staat ook op De Contrabas