Een geslaagd Tour de France-gedicht van mijzelf vind ik. In het gedicht komt de naam De Pel voor. Dat is natuurlijk Cees Pellenaars, de omstreden ploegleider. En misschien is Cees Haast ook al vergeten.
Negentiende etappe Tour de France 1965
Van Briancon naar Aix-les-Bains, Cees Haast en Jimenez
Liggen minuten los, Cees kan vlakbij Gimondi komen
Voorbij Poupou, misschien straks tweede in het klassement
De aardbeiplukkers in West-Brabant hebben hun transistors
Op Tour de France afgestemd. Bij ieder zuchtje wind
Trilt spanning in de aardbeiblaadjes. Dan stokt hen de adem!
Jimenez demarreert! Verdoemd! Maar Cees blijkt bij de les
Springt uit zijn zadel, zwoegt in Jimenez zijn spoor. Hij schakelt
Maar in de haast te wild en knarsend slaat zijn ketting door
Zijn rechtervoet schiet uit de toeclip en, klap, daar gaat hij!
Een plukker op het veld knijpt onbewust een aardbei fijn
Hij drukt zijn radio haast in zijn oor: ‘Cees bloeit’, gilt hij
‘Als een rund, zijn stuur steekt in zijn lijf, Verdoeme nog!’
In Frankrijk plakt de tourdokter verband op Haast zijn been
Dat trilt, dat verder wil, dat zich over het zadel slingert, trapt!
Dat godverdoeme trapt en trappen zal om alles in te halen.
Maar met het bloed zijn kracht is weggevloeid. En daar is pijn,
Dan kou, intense kou, het gaat niet meer, hij stopt, hij huilt.
Vanuit zijn buik een vreemd gevoel opstijgt, zó’n diep verdriet…
De aardbeiplukker likt de aardbeisappen van zijn handen
Terwijl ver weg een maat Cees troostend in zijn armen sluit
Terwijl de Pel hard vloekt en dan alleen nog maar kan zuchten
Terwijl het aardbeisap naar asfalt smaakt en bloed en zweet
En straks de rondemiss een ander dan Cees Haast zal kussen.
Dit filmpje is ook op decontrabas.com geplaatst