Geplaatst

SCOOTERSLETJES

Ik zal niet zeggen bij welke attractie ik hem rond zag sjouwen tijdens de kermisopbouw. En ik heb hem verder ook niet aangesproken. Als iemand roetzwart en bezweet met zware buizen loopt te zeulen, is het geen gelukkig moment om te proberen zo iemand te herinneren aan een ontmoeting van vele maanden geleden.

Bovendien was ik destijds in Utrecht waarschijnlijk de vijftiende of de twintigste die hij die dag aanschoot. We raakten aan een van de grachten in gesprek tijdens een opstootje rond een man, die in een ambulance geschoven werd.

Hij vertelde dat hij sinds kort dakloos was, en dat hij jarenlang op de kermis gewerkt had. Bij de botsauto’s. Maar halverwege de tournee waren zijn spullen ineens buiten de caravan gezet. Hij was bedankt voor zijn bewezen diensten, en mocht niet meer mee.

Hij mijmerde nog wat voort over zijn kermistijd. Af en toe ontbrak hij zijn relaas om een passerend meisje van boven naar onder te scannen. ,,Hal-ló!”, zei hij dan. Uiteraard gaf geen van de meiden hier antwoord op. Want hoewel hij er niet uitgesproken vervuild uitzag, roken ze zijn gebrek aan status.

,,Als je op de kermis werkt, word je zoveel met meisjes geconfronteerd…”, memoreerde hij betere tijden. ,,Ik had er een keer een bij de botsauto’s, die douwde d’r muntje in d’r décolleté. ‘Durf je die te pakken?’, vroeg ze. Ik dacht ‘Wacht maar, grapjas’. Dus ik ging zo d’r schap in, pakte dat muntje en draaide nog eens flink aan een van d’r tepels. Kwam ze de volgende dag weer terug, stopte ze dat muntje weer op die plek. Dat zijn van die scootersletjes, die doen alles voor ’n paar muntjes. Wat je wel niet gedaan kunt krijgen als je ze ’n paar muntjes geeft…”

Aan het einde van ons gesprek gaf ik hem maar een muntstuk waar híj om vroeg.

Nu, vele maanden later, zag ik hem dus weer rondsjouwen op de kermis. Nieuw werk, nieuwe status, nieuwe scootersletjes. Maar na zijn periode aan de andere kant van de streep zou hij het wellicht nog betrekkelijker vinden dan hij al deed.