Het lijkt alweer vanzelfsprekend, terwijl we eigenlijk bijna vergeten waren hoe het was.
Een verharde weg. Afgelopen dagen werd het asfalt over de zandvlakte heen gestort. De Oerlesestraat gaat weer op een verkeersweg lijken. Maar dan wel met fietspaden.
Het maandenlange proces nadert het einde, en de buurtbewoners plooien met het verloop mee. Dit geldt ook voor de kinderen, die werkelijk elke fase van het bouwproces maximaal benut hebben. Of het nu een grote zandvlakte betrof, grindbergen, stapels stenen, of trottoirbanden. Zelfs de storting van het asfalt was een nieuwe bron van vermaak. Twee jongetjes en een meisje namen op een rijtje plaats op de stoeprand, en keken vol verwondering naar het tafereel als ware het een poppenkastvoorstelling.
Het meisje maakte onderwijl wat kringetjes in het zand waarmee de nieuwe trottoirs bestrooid waren. En de kringetjes werden figuurtjes. Ze bleef eruit halen wat er in zat, tot aan de laatste verdwaalde zandkorrel toe.
Aan de overkant stonden drie wat oudere jongens, zo onverschillig mogelijk over hun fietssturen hangend, zich eveneens aan de storting te vergapen. Een oudere vrouw keek toe, zittend op een stapel stoeptegels. Ook zij evolueerde mee met de heimelijke verworvenheden die de straatsituatie en de bouwmaterialen in zich droegen.
Een man met een rollator raakte spontaan in gesprek met groepjes mensen die zich rond hun deuropeningen hadden verschanst. Alleen de stoeltjes voor de deur en de uit het raam hangende buurvrouwen ontbraken nog. Toch raar dat zo’n sfeer meteen verdwijnt wanneer de straat weer gewoon de straat is. Een ongebruikelijke situatie schept een band die even ongebruikelijk is.
Het permanente autoloze zondaggevoel zal nog wel even aanblijven in de Oerlesestraat. Er wordt heel wat afgestort, geplet en gewalst vooraleer de auto’s er weer op mogen. En er zijn nog heel wat tegelloze trottoirs met zandbakpotentie. Maar het is meestentijds weemoedig makend herfstig dezer dagen. Van de week zag ik ’s avonds de eerste brommer al over het fietspad scheuren. Het was een plechtige, vrijwel onopgemerkte in gebruikneming van de nieuwe aanwinst. Ik beschik helaas niet over de kinderlijke genialiteit om daar iets leuks in te zien.