De kop voor deze bijdrage had ik al klaar. Ik dacht dat bizarre vondsten in een snel screenbare kop met negatief nieuws de media in moesten. “UvT grote afwezige in landelijk universitair milieuoverleg”. Dat was mijn kop. Was ja. Tijdens een rondje bellen over duurzaamheid bij enkele universiteiten had ik ontdekt dat de UvT bij het landelijk milieuoverleg ontbrak. Dat wordt scoren, dacht ik. Wat een vondst, prima geschikt voor een pakkende kop. Maar als groene Leonardo besefte ik dat journalistiek ook anders kan. Bij verder speurwerk bleek ik de milieudeskundige van de UvT zelfs een grote onthulling te doen.
Hoe een verbazingwekkend duurzaamheidsfeit van de UvT de media bereikte
Ranking the stars
Hoe zou Tilburg er op duurzaamheidsgebied voorstaan in vergelijking tot andere Nederlandse universiteiten? Ik besloot een belrondje te doen langs enkele universiteiten om dat te onderzoeken. De wereld van Meerjarenafspraken (MJA), duurzaam bouwen en duurzaam inkoopbeleid opent zich voor me. De milieucontactpersonen beginnen standaard over het convenant van de derde fase van de MJA dat alle Nederlandse universiteiten ondertekenden: per jaar 2% energie besparen. En in 2012 moeten ze voor minimaal 50% duurzaam inkopen. Mijn speurwerk op de websites levert overzichten van energieverbruikcijfers. Maar ik merk dat het vergelijken van cijfers en grafieken op duurzaamheidsgebied lastig is. Een universiteit met laboratoria en veel oude gebouwen verbruikt natuurlijk veel meer dan een universiteit die geen laboratoria en veel nieuwbouw heeft. Het levert meer op om de aanpak van de universiteiten naast elkaar te leggen. Ik kom er snel achter dat de UvT verre van het beste jongetje van de klas is.
Meten biedt kansen
Als je over de aanpak op energiegebied praat dan moet je weten hoeveel energie je waaraan verbruikt. “Grip op cijfers is essentieel”, benadrukt milieudeskundige Mark Bergkotte van de Universiteit Utrecht. Bergkotte legt uit hoe je met bemetering en energiescans per gebouw zoals in Utrecht goed concrete maatregelen kunt nemen. Als blijkt dat het grootste verbruik van een gebouw naar de verlichting gaat, kun je dat aanpakken. Ook de universiteit van Maastricht heeft, in tegenstelling tot de UvT, zo’n gebouwbeheersysteem (GBS) dat bijna “real time” kan meten, vertelt milieudeskundige Marc Fischer. Geweldig, real time meten. Dat moet wel stimuleren om te besparen. En inderdaad, Fischer vertelt over het idee van twee studenten om universiteitsbreed displays te plaatsen waarop je het energieverbruik en de besparing ten opzichte van het vorig jaar kunt volgen. Dat zal tot competitie tussen faculteiten leiden. Met dit idee wonnen de studenten de duurzaamheidsprijs. Een prijs die was uitgeschreven op de Dag van de Duurzaamheid 09-09-2009, waar diverse universiteiten, andere dan de UvT, aan deelnamen. Het wordt me duidelijk dat het bemeteringsplan cruciaal is. Dan kun je het energieverbruik per gebouw of faculteit perfect doorbelasten. “De politiek is moeilijk, maar de praktijk is simpel hoor”, laat beleidsmedewerker vastgoedadvisering Marcel Kerkhofs van de Technische Universiteit Eindhoven weten. Hij bevestigt dat door meteen een powerpointpresentatie over hun activiteiten en ambities rondom duurzaamheid door te mailen die hij net met zijn collega’s heeft besproken. Als je van ieder gebouw weet wat het verbruikt, kun je op een positieve en ludieke manier tot één procent besparing aanzetten, suggereert Kerkhofs, bijvoorbeeld door de besparing aan een goed doel te besteden.
Door Annemarie Hinten, medewerker Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing (CWL) van de UvT.