Commentaar op de conceptnota ‘Biodiversiteit’ deel 2
Hoofdprobleem 4: anti natuurcampagnes
Op een opvallend pleidooi vanuit de burgerij voor meer stadsnatuur en minder reclame (de Groene Sinterklazen) volgde de reactie ‘Tilburg Moderne Industriestad’. Op en als hoogtepunt van die campagne (STER spotjes op televisie) werd de Lindeboom (tilia) zelfs letterlijk omlaag gehaald. Na het daarop volgende pleidooi om in Tilburg de nadruk weer te leggen op het betekenisvolle begrip ‘til’ (‘Tilburg vijf eeuwen rond een heilige Linde’) volgde de reactie ‘T’.
Op het boek ‘TILburg daar leeft meer dan je denkt’, ofwel het bewijs dat Tilburg echt meer is dan dat commerciële plaatje T, werd prompt nog veel meer geïnvesteerd in die T campagne.
En onmiddellijk werd de gifspuit weer tevoorschijn gehaald en werd alle in het boek afgebeelde, beschreven en jarenlang getolereerde straatflora doodgespoten. De eerste de beste speciaal uitgelichte bomen werden meteen gekapt, in beschreven corridors werd rigoureus meteen ingegrepen, aan beschreven groene karakteristiek van Tilburgse wijken een eind juist gemaakt.
En hoe toevallig was dat allemaal? Er wordt gesproken van gerichte anti natuurcampagne als onderdeel van de stad omvormen tot ‘T’ en ‘Moderne Industriestad’. Dat zou dan toch in de nota bijzondere aandacht verdienen. Maar helaas, we lezen zelfs niets over concrete acties en maatregelen om bij een volgend stadsnatuurboek te voorkomen wat er gebeurde na het eerdere boek.
Hoofdprobleem 5: de T stijl
Na het signaal van de Groene Sinterklazen werden in Tilburg alle prominente groene zichtlocaties hard aangepakt. Zicht op groen veranderde daar in zicht op bebouwing.
En daarna mochten we ineens ons "favoriete park" kiezen. Maar daarbij konden we alleen kiezen uit parken waar de nadruk van groen was verlegd naar steen en staal. Parken met nog de nadruk op bomen en struiken deden bij voorbaat niet mee. De Heuvel, dat was na het kappen van de Lindeboom met zijn dominante staalstructuren ineens een "park"! En die anti-natuurstijl kennen we dan tegenwoordig als de T stijl, gepropageerd met het bekende logo T, een soort toppunt van industrial design met geen enkele natuurlijke of gebogen lijn, uitgedragen en gepropageerd door de gemeente.
"Alleen maar een logo", zo hoor je nog altijd mensen zeggen, maar we zien in de hele stad hoe de strakheid, rechtlijnigheid en steriliteit van die ‘T’ in de praktijk ook overal daadwerkelijk wordt doorgedramd. Op braakliggende terreinen toch liefst geen plantjes die daar ineens andere vormen nog laten zien dan de rechte lijnen van de T, zo zagen we pas nog. Of als we zoiets in de stad ergens nog willen tolereren, dan toch liefst uit het zicht. En ook over dit essentiële hoofdprobleem van de zogenaamde ‘T stijl’ geen woord in de nota Biodiversiteit, laat staan hoe dit probleem aan te pakken.
In de prakrijk zien we zelfs hoe die T stijl en eerder de Moderne Industriestadstijl zo dwingend is dat bijvoorbeeld een groenere invulling van steriele of gesteriliseerde parken later zelfs onmogelijk is. In het Kromhoutpark bijvoorbeeld bleek later wat meer biodiversiteit door middel van oeverplanten of wat meer variatie in bomen en struiken niet toegestaan vanwege dwingende steriliteiteisen van het ontwerp. Omgekeerd zien we dat als volkomen vanzelfsprekend uit eerdere groene ontwerpen wél duizenden bomen, struiken en sierplanten zomaar worden weggehaald en nooit meer worden teruggeplant. Van de meer fijnzinnige en nog groene en gevarieerde tuin- en landschapsarchitectuur uit de jaren ’70 is in Tilburg nauwelijks nog een gaaf en ongeschonden voorbeeld te vinden. Van het in het boek ‘Tilburg daar leeft meer dan je denkt’ speciaal als een van de laatste gave voorbeelden genoemde Groenewoudpark is van de oorspronkelijke stijl niets meer over. Ook de uit 1850 nog stammende lindebomen van het oude café het Groenewoud werden als van geen enkele cultuurhistorische waarde gekapt. Het zou een absurd idee zijn om de schilderijen van Rembrandt allemaal over te schilderen in de stijl van Karel Appel. Toch is zoiets in Tilburg gebeurd met bijna alle ontwerpen van Nederlands bekendste tuin- en landschapsarchitect Leonard Springer die misschien wel geen stad als Tilburg zo transformeerde tot ‘schôonste stad van et laand’. Maar ook over deze zeer essentiële problemen en drammerigheid van T stijl en Moderne Industriestadstijl lezen we weer helemaal niets in de nota.