De bespreking die ik deze dag in het café had liep teneinde, toen er ineens een zeer jeugdige serveerster opdoemde.
Veel ouder dan vier leek ze me niet. Maar ze droeg een dienblad bij zich, en begon vol toewijding de tafel af te ruimen. Althans, daar maakte ze een begin mee. Ze pakte het flesje en het glas dat ik zojuist had geledigd, en wilde ook aan het koffiekopje van de man tegenover mij beginnen.
,,Probeer eerst dat flesje maar", gebood de man tegenover mij, van wie ik wist dat hij een didactische achtergrond had.
Vastberaden begon het meisje aan haar tocht naar de bar. Maar ze kon het dienblad niet recht houden. Al spoedig rolde het flesje om, en het glas volgde. Met vervaarlijk rollend glaswerk op haar dienblad schuifelde ze voetje voor voetje verder.
Ik liep het meisje achterna, en begon om de serveerster te roepen, wier naam ik gewoontegetrouw van haar kaartje had afgelezen. Omdat ze het altijd leuk vinden dat je ze even bij naam noemt. Ditmaal was het nog nuttig ook.
Want Isolde snelde toe om de toezichthoudende taak over te nemen.
,,Je bent echt aan het meehelpen!", riep ze tot het kind met een goedgetroffen mengeling van lof en schrikachtige verbazing.
Kennelijk had het meisje iets gebrabbeld over meehelpen, en had Isolde halfslachtig gejahoord. Waarna het meisje haar taak uiterst serieus was gaan uitoefenen.
Isolde pakte de andere kant van het dienblad, en gezamenlijk droegen ze het naar de bar toe.
Terwijl ik ze zo naar de bar zag schuifelen, bedacht ik mij wat voor eindeloze odyssee een tochtje naar de bar voor zo’n klein kind moest zijn. Toen ik haar veiligheidshalve achterna gelopen was, had ik, om gelijke tred te kunnen houden, even in haar tempo mee geschuifeld. En de bar was ineens schrikbarend ver weg, terwijl het dienblad met het wankelende glaswerk de oorzaak kon worden van vele ongelukken, die op de lange route die het kind nog had te gaan, konden gebeuren. Het was een beleving vanuit een perspectief, waarvan ik niet wist dat ik het nog in me had.