Geplaatst

Het unieke literaire klimaat in Tilburg

Gedichten die geen hond ooit las,
zonder kraak of smaak,
bracht de zielige maker pas
als werk van Cees van Raak!

Dat was grote opwinding ineens in literair Tilburg. Een nepdichter publiceerde onder de naam van onze stadsdichter! Maar wat werden we eerder al op een onvoorstelbare manier genept. Wat werd er vorig jaar gepubliceerd onder de naam Ed Schilders!

Ed Schilders is nog een oude klasgenoot van mij. Hij viel destijds op door de lage cijfers voor zijn opstellen, maar trakteerde ons toch in het jubileumjaar op een kostelijk boekje.
Grappige, geestige en prikkelende citaten over Tilburg van een honderdtal schrijvers uit heden en verleden. Een prachtwerk, heel fraai en professioneel ook vormgegeven. Maar vooral de inhoud en keuze der citaten is verbluffend. Ik zag als het ware onze vroegere leraar Nederlands weer volkomen onterechte cijfers uitdelen. Alsof hij postuum voor Edje nog weer bepaalde wat wel en niet geschikt was. Is Ed nooit meer los gekomen van de invloed van deze man? Bepaalde literatuur, en zeker met natuur als onderwerp, viel in elk geval bij deze Neerlandicus snel af als behorend tot de inferieure stroming "sentimentalisme". In plaats van een lange lofzang op de meimaand hoorde hij liever "Gorter dat kan korter".
En Ed Schilders ging nog verder.

Bijzondere literatuur blijft zodoende in het boekje niet slechts onderbelicht, nee, een hele kant van de stad ontbreekt gewoon. En ook in de "Verantwoording" aan het slot vinden we daarvoor geen enkele verantwoording. "Reisverslagen waarin wijlen de Tilburgse lindeboom wordt bejubeld heb ik radicaal gesnoeid", schrijft Schilders. Ja, dat had ik zelf ook al wel gezien. Maar wat is daarachter nu de verantwoording? Waarom doe je dat? En waarom schrijf je "lindeboom" met een kleine letter, terwijl dat toch juist in die genegeerde literatuur met een hoofdletter staat? Omdat dat niet meer mag van werkgever Brabants Dagblad, de firma ‘Kruikenzeiker’? En waarom ontbreekt ook buiten die "reisverslagen" alle proza en poëzie over de oude Tilburgse Vrijheidsboom? Omdat een campagne dat eist? Sponsors? Cubra? De lokale literaire stroming Brablada? En waarom ontbreekt ook verder elk citaat en elke literatuur over de groene kant van Tilburg? Een "bloemlezing" noemt ie dat dan, maar er komt niet één bloem in voor.

En hoe haal je het in je kop om in dat ene zinnetje over de Tilburgse Levensboom dan ook nog "wijlen" te schrijven, terwijl Tilburgs oersymbool van het ‘Eeuwige Leven’ nou juist zo spectaculair alle moordaanslagen overleefde, genetisch geen gen is veranderd!
En dan nog!! Is het feit dat Marietje Kessels ‘wijlen’ is reden om daar dan maar één regeltje aan te wijden? Reden om slechts te schrijven: "Alles wat nog herinnert aan wijlen m. kessels heb ik radicaal het huis uit gemieterd"?

Het is duidelijk dat zich in de gemeente T een Typisch Tilburgse sTijl afTekenT.
Indrukwekkend manifesteerde die zich in 2001 in het grote boek van bijna 600 pagina’s over de Tilburgse geschiedenis. In die ‘complete Tilburgse geschiedschrijving’ ontbreekt zelfs de naam van Nederlands bekendste landschapsarchitect ‘Leonard Springer’ die toch in geen stad als Tilburg zo’n bijdrage leverde aan identiteit en status van ‘schôonste stad vant laand"!
Wie in het trefwoordenregister zoekt naar ‘Wilhelminapark’ of ‘Leijpark’ vindt slechts aan die parken gevestigde industrie! Typerend stijlkenmerk van deze ‘Moderne Industriestadstijl’ en latere ‘T-stijl’ is ook het frappante hiaat in de bijna tweeduizend noten achter in het boek.
Daar werd vanwege een nootverordening op het laatst heel stijlvol één noot nog gewist (hoofdstuk 6, 139). Want anders was de lezer via dat hiaat nu in de bronverantwoording toch nog op het spoor gekomen van literatuur over de Lindeboom!

En wordt in Tilburg uitsluitend dit literaire genre nog gesponsord door T en Moderne Industriestad, alleen dit ‘Brabladaïsme’ nog getolereerd in het Brabants Dagblad? Zagen we bij de verkiezing van de ‘Beste schrijver van Tilburg’ dat bepaalde schrijvers niet eens dissidente schrijvers zijn, maar gewoon helemaal géén schrijver, laat staan mee mochten doen?
En zijn zodoende naast prominente vertegenwoordigers als Spapens en Peeters alle erkende Tilburgse schrijvers, redacteuren en publicisten nu van dit literaire niveau en bekeerd tot dit reclame- en sponsorgeld genererende genre? Nee, zonder dat we het beseffen duwen ook totaal onbekende andere mensen ons voortdurend deze T-stijl door de strot. Achter bekende namen gaan ze steeds vaker schuil als ghostwriter! Onder namen van bekende politici zelfs lezen we reclame van bedrijven, projectontwikkelaars en complete reclamecollectieven. Namen van bekende auteurs worden verkocht en ingehuurd voor ordinaire reclame- en campagnedoelen.
Het citatenboekje over Tilburg is dat wel een product van Ed Schilders!?
En hoe zit dat bij de auteur van het boekje dat in 2001 naast die Tilburgse geschiedschrijving ook nog werd uitgebracht: het alle groene cultuur verzwijgende Cultureel Lexicon? 
Werd ook toen al misbruik gemaakt van de naam van een groot Tilburgs schrijver? 
Wie weet publiceert een nepdichter daarover nog ooit de volgende schokkende dichtregels:

Een sluwe, snode snaak
stak met cultuur de draak,
en bracht daarna die zaak
als boek van Cees van Raak!


Zie voor overzicht per onderwerp van eerdere stukjes:

‘Van Adje tot Lindeboom’
‘Van Mall tot Zot
‘Van Mall tot Zot (vervolg)’