Geplaatst

Meetbaar geluk 3 (slot)

Bruto Nationaal Geluk
Het meest extreme alternatief van het BBP is het Himalaya-koninkrijkje Bhutan. Het land met slechts 700.000 inwoners, één vliegveld en een hoofdstad zonder verkeerslichten, telt het Bruto Nationaal Geluk (BNG) boven de maat van het BBP. De theorie achter het BNG is dat economische groei niet het doel in zichzelf is, maar een middel om andere doelen te bereiken zoals vrede, veiligheid, groter welbevinden en geluk.

Bij het aanvaarden van de troon in december 2006 wees koning Khesar op het GNH als beleidsvisie voor zijn land: "The ultimate goal for social, economic, political changes in Bhutan is fulfillment of GNH; […] a GNH society means the creation of an enlightened society in which happiness and well-being of all people and sentient beings is the ultimate purpose of governance". Het Centrum voor Bhutan Studies verzamelt data op basis van een groot aantal variabelen, waarvan er veel hun oorsprong hebben in de staatsreligie, het boeddhisme. Het BNG-model bestaat uit vier pilaren, die onderverdeeld in negen domeinen, waaronder gezondheid, cultuur, psychologisch welzijn, goed bestuur, omgang met begrip tijd. Zelfs in de grondwet is in 2008 vastgelegd dat overheidsprogramma’s niet beoordeeld worden op wat ze aan economische winst opleveren maar wat ze bijdragen aan geluk.
Niet alleen in Bhutan staat geluk als indicator in the picture. Geluk leek voorbehouden aan filosofen, maar de laatste jaren is het steeds meer ook onderwerp van onderzoek voor economen, zoals bij gelukseconoom Richard Layard en de Zwitserse econoom Bruno Frey. Het CPB heeft in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2008 een apart hoofdstuk over geluk en economie opgenomen. Geluksmetingen laten zien dat voorbij bepaald inkomensniveau mensen nauwelijks gelukkiger worden als hun inkomen stijgt, een bevinding die bekend staat als de Easterlin-paradox. Dit moet, volgens sommige economen, gevolgen hebben voor de manier waarop met het begrip welvaart in economische analyses wordt omgegaan. Anders dan op het absolute inkomen zou de focus dan veel meer op het relatieve inkomen moeten liggen. Voordat implicaties van het geluksonderzoek voor de analyse van het economische beleid voldoende duidelijk zijn is er nog veel empirisch en theoretisch onderzoek nodig.

Een "dashboard" van indicatoren
De meeste wetenschappers en politici zijn het er wel over eens dat geluksonderzoek zoals in Bhutan niet als leidraad van beleid genomen moet worden. Een veel bredere set van indicatoren is gewenst. De commissie van Sarkozy zal niet één vervanging voor het BBP vinden, maar een "dashboard" van indicatoren om het brede debat te stimuleren over het gebruik en misbruik van economische statistieken. Het debat over het meten van vooruitgang blijft in Nederland nog altijd vrij eenzijdig, zo onderkent de onderdirecteur van het CPB, George Gelauff. De regering wil immers de cijfers van het BBP. En natuurlijk spelen belangen van vrijhandelaars mee.
Alternatieve en complementaire welvaartsindicatoren zijn echter al voorhanden. Te denken valt aan de Ecologische voetafdruk, de Living Planet Index, de Human Development Index (HDI), het Duurzaam Nationaal Inkomen (DNI) en de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW). Wetenschappers en beleidsmakers zitten niet stil. Er bestaat een Platform Duurzame en Solidaire Economie, er ligt een Urgentieprogramma klaar, er is een Transitiebeleid, in 2008 werd de Verklaring van Tilburg op de UvT ondertekend en in 2009 het Appèl van Antwerpen, als een pleidooi voor de noodzakelijke omvorming van de economie in de richting van meer duurzaamheid en solidariteit. Een streven dat Stiglitz ten volle onderschrijft: "Producing better, truer, ways of measuring economic, environmental and social performance is a critical step in making progress towards building a better world".
Wat we tenslotte niet moeten vergeten, is dat er bovenal vragen te stellen zijn wat we met onze maatschappij willen, wat we echt belangrijk vinden. Als we die vragen hebben beantwoord, volgt daaruit vanzelf een nieuwe meetmethode voor welvaart en vooruitgang. Laat het aankomend Assetcongres over ‘sustainable globalization’ nu een gelegenheid bij uitstek zijn om dergelijke vragen te stellen.
Het was akelig stil bij de discussies over ‘voorbij het BBP’ en over duurzame economie in de afgelopen jaren bij de economen in Tilburg (enkele uitzonderingen daargelaten), stiller dan bij uw Nijmeegse of Amsterdamse collega’s. Het CWL nodigt u graag uit om met u over bovengenoemde thema’s in gesprek te gaan. De tijd lijkt er akelig rijp voor.

Bronnen:
Harry van Dalen en Kees Koedijk, 2009, "De leunstoeleconoom gaat aan verbeelding ten onder", Me Judice, 13 juni 2009
The Financial Times (2009)
NRC Handelsblad (2008-2009)
Die Gazette (2008)
Macro Economische Verkenning 2008
OECD Observer No 272 March 2009
Opinion of the European Economic and Social Committee on Beyond GDP, 22-10-2008
www.grossnationalhappiness.com
www.economischegroei.net
Arnold Heertje: Echte Economie. Nijmegen 2006
Jeroen van den Bergh: The GDP paradox, Journal of Economic Psychology 30 (2009), 117-135

 

Dr. Annemarie Hinten-Nooijen, Centrum voor Wetenschap en Levensbeschouwing