"VVD wil Udenhout bij Haaren." Zo luidde de kop van het persbericht dat de Tilburgse VVD-fractie bij wijze van verkiezingsstunt rondstuurde. Iedereen, incluis de dorpsraad en andere politieke fracties, reageerden verbaasd. Een gemeentelijke herindeling is toch helemaal niet aan de orde en leeft toch niet onder de bevolking? Het idee van de VVD is inmiddels afgeserveerd. Ik noem hier belangrijke argument tegen Haaren: de gemeentelijke belastingen zijn daar veel hoger dan in Tilburg. Een ander belangrijk argument: in historisch opzicht hoort Udenhout bij Oost-Tilburg!
Ik weet ook zeker dat Udenhout helemaal niets heeft met de gemeente Haaren. Dat is een beetje een ver-van-ons-bed-show. Udenhout is meer georiënteerd op Oisterwijk, Berkel en Tilburg en heeft daar ook zijn wortels. Het dorp hoorde in vroegere tijden ook bestuurlijk en kerkelijk bij Oisterwijk. En Oisterwijk, de naam zegt het al, was vroeger gewoon Oost-Tilburg.
Het was ooit de hertog van Brabant die in de dertiende eeuw zijn macht wilde uitbreiden en het oog liet vallen op de vele heerlijkheden in deze provincie. ‘Gewoon’ om de heer van Tilburg dwars te zitten, verleende hij stadsrechten aan Oost-Tilburg waarna dat Oisterwijk een zuigkracht kreeg op de omgeving en stormachtig groeide. Als Tilburg dan dit jaar een feestje bouwt rond stadsrechten zou het eigenlijk dus Oisterwijk als lokatie moeten kiezen. Maar ja, Tilburg viert de stadsrechten zoals de gemeente die kreeg van de Franse bezetter Lodewijk Napoleon, tweehonderd jaar geleden.
Wat Tilburg dit jaar niet viert, is dat het 1200 jaar geleden, in het jaar 709, voor het eerst genoemd werd: in dat jaar krijgt Willibrordus grond in Alphen met hoeven en bewoners. De acte wordt opgemaakt in Tilliburgis, een rechtsgebied dat zich uitstrekt over de hogere dekzandruggen die lopen vanaf Goirle, Korvel, de Hovel (de Heuvel), Enschot, Berkel, Udenhout, Oisterwijk tot Haaren. De naam Tilburg duidt op het Latijnse Tilia, oftewel ‘linde’. In de centra van al deze plaatsen vinden we dan ook overal lindebomen die prima gedijen op de grenzen van hogere zandruggen en lagere, nattere rivierbekkens (zoals van de Poppelse Ley, de Rielse Ley en de Zandley). In de volle middeleeuwen is de linde overal dé gerechtsboom, de boom waaronder recht werd gesproken. Op oude kaarten van Tilburg staat dan ook een galg getekend naast de oude lindeboom.
De hertog van Brabant was dikke maatjes met de norbertijnen in Tongerlo. De norbertijner abdij van Tongerlo verkreeg in 1232 rechten in het bos van Udenhout. Dat is de eerste zekere vermelding van Udenhout in de geschreven bronnen. Rond 1300 kwamen meer goederen in handen van deze abdij, meestal uit de vriendenkring van de hertog van Brabant. Udenhout maakte deel uit van de parochie van Oisterwijk. De abdij van St. Gertrudis in Leuven leverde de pastoors en verzorgde daarmee de zielzorg. De uitgestrektheid van Udenhout maakte de kerkgang lastig en daarom kreeg de gemeenschap in 1474 een eigen kapel, gelegen vlakbij het kruispunt in het dorp, toen heette dat de Cruijsstraet. De kapel noemde men dan ook in de bronnen regelmatig de Cruijsstraetse capelle. Dit proces verliep niet zonder slag of stoot aangezien de pastoor van Oisterwijk zijn rechten en inkomsten wilde behouden. Uiteindelijk bereikten de deelnemers aan de onderhandelingen een akkoord. Dit getouwtrek over de kapel duurde voort tot in de 17de eeuw.
In 1672 grepen de Udenhouters hun kans en bouwden een eigen schuurkerk. Dit was de voorbode van de strijd om los te komen van de Oisterwijkse parochie. Gedurende 50 jaar probeerden beide partijen elkaar zwart te maken. De Udenhoutse gemeenschap heeft herhaalde pogingen gedaan om eigen priesters te benoemen, maar delfde steeds het onderspit tot 1721. Toen kreeg het eindelijk een eigen parochie.
Het bestuur bleef in handen van de Oisterwijkse schepenbank. Van oudsher hadden de Udenhouters wel eigen borgemeesters, verantwoordelijk voor het financieel beheer van de dorpskas, en zetters, verantwoordelijk voor het ophalen van de belastingen. De dorpsrekening moest de secretaris van Oisterwijk wel goedkeuren. Sinds 1474 gebeurde dat in de kapel. In 1803, in de revolutionaire ontwikkelingen tijdens de Franse revolutie, kreeg Udenhout een eigen bestuur. Maar in 1997 werd Udenhout net als Berkel-Enschot onderdeel van de gemeente Tilburg. Hierdoor is Udenhout geen zelfstandig dorp meer. Maar hebben ze wel een eigen dorpsraad, carnavalsvereniging en dergelijke.
Udenhout heeft zich fel verzet tegen de inlijving bij Tilburg. Vele politieke fracties hebben zich na de gemeentelijke herindeling sterk gemaakt voor het dorpse karakter van Udenhout, een wens die uitdrukkelijk gehonoreerd is in het allernieuwste bestemmingsplan dat in oktober van dit jaar is goedgekeurd. Het dorpse karakter wordt daarin nog eens nardukkelijk genoemd. De kern van het dorp is inmiddels bestemd als beschermd dorpsgezicht. Ook de angst dat de stad en Udenhout aan elkaar zouden groeien, is weggenomen. Het hele buitengebied (de Nieuwe Warande) tussen Tilburg-Noord en Udenhout blijft een open groen gebied en wordt een landschapspark. De gemeentelijke belastingen zijn overigens ook lager dan in Haaren. Alle reden dus voor Udenhout om als één van de Tilliburgis feest te vieren!