"Schrobbelèr de ziel van onze stad", zo werd een week geleden gezongen op het plein van de gekapte Lindeboom naast het beeld van de kruikenzeiker. En overal zag je de kleuren oranje/groen die we destijds dienden te associëren met ‘Oranje/boom’, maar dan niet de Lindeboom, maar de Oranjeboombierbrouwerij. Fantastisch eigenlijk zo’n paar zotte dagen waarop je alle normen omdraait en op zijn kop zet. Maar het lijkt wel of in Tilburg het grote reclamegeld de carnavalsgekte consolideert tot permanent absurdisme.
In de hier gepubliceerde open brief van het Lindefonds werd nog eens op een rij gezet hoe absurde acties en campagnes gewoon nog steeds doorgaan. Wat betreft eerherstel voor de betekenis van de Lindeboom zijn daarom duidelijke initiatieven en stappen nodig, zo maakt de brief duidelijk. Er dient minstens te worden gestopt met nog steeds aanhoudende campagnes. Maar wat horen we verder van bestuurders en politici? Wat lazen we over die open brief in het BD? Reclameafspraken rond sommige campagnes bepalen dat over die campagnes nooit en te nimmer iets onthuld mag worden? De krant kwam wat lindebomen betreft op 19 februari alleen met een verhaal hoe verschrikkelijk een vrouw het toch vond dat ze vanuit haar raam steeds aan moest kijken tegen… lindebomen!
Toevallig? Misschien wel net zo toevallig als eerder dat krantenartikel met argumenten vóór en tegen de mall (zie ook aflevering 2 en aflevering 3). Daarin wisten de tegenstanders van de mall voor hun argumenten kennelijk nauwelijks een andere beginletter te bedenken dan een ‘d’. De voorstanders echter beheersten kennelijk wél het hele alfabet, hadden alles keurig op een rijtje, en beëindigden hun laatste drie argumenten zelfs heel ordelijk met de beginletters A, B, C. Was het door toeval dat een reclametechniek uit de Amerikaanse verkiezingen hier zomaar ineens leek op te duiken in een krantenartikel? Of ging toegepaste reclamepsychologie hier zó ver dat zelfs de beginletters van elke argument waren gewikt en gewogen? Kansberekening leert dat toevallig A, B, C op het eind een kans is van één op bijna twintigduizend! En dat gevoegd bij al die andere toevalligheden! Dat het om een mening zou gaan dat we in Tilburg worden bestookt met uitgekookte reclamepsychologie is echt niet meer vol te houden. Het gaat helaas echt om keiharde constateringen, onmiskenbare feiten.
Maar het lijkt wel of veel mensen die feiten liever niet willen horen, niet willen weten.
Waarom zegt verder bijna niemand hier iets van? Aandacht voor niet te tolereren reclamecorruptie is toch niet een verantwoordelijkheid speciaal van Henk Kuiper? Dit is toch een verantwoordelijkheid van iedereen, van alle politieke partijen en van de gemeente in het bijzonder? "Des gemeentens Lindenboom", zo heette de Linde jarenlang in de archieven.
Het duidelijk maken van de betekenis van die boom is dan toch niet speciaal een taak van mij of in negatieve zin iets om over te laten aan het BD en het verdere corrumperium met reclameafspraken ter promotie van heel andere zaken als identiteit en symbool van de stad? En precies zo is eerlijke, reclamevrije voorlichting over de mall toch niet mijn taak? Wat is er aan de hand in deze stad? De harde feiten zijn te schokkend, te moeilijk? Het is een te grote, corrupte macht? Maar als verder niemand iets zegt en niemand er verder tegen in gaat dan weet je zeker dat de reclamecorruptie in deze stad op alle fronten gewoon doorgaat.
Reacties
2 reacties op “De ToesTand in Tilburg”
City branding, zoals in Tilburg met de 'T' verdraagt zich inderdaad moeilijk met democratie. Dat wordt ook gewoon ronduit in handleidingen aangegeven. Zo werd zelfs bij plannen in Amsterdam nadrukkelijk gesteld: "Het poldermodel is niet geschikt voor city branding. Er moet zo weinig mogelijk inspraak zijn,
CITY-BRANDING IN TILBURG
In 2005 schreef Janneke van den Oever als studente Sociale Geografie aan de Radboud universiteit van Nijmegen een scriptie met als titel 'Van citymarketing naar ciTbranding'. Deze scriptie gaat over city-branding in Tilburg, het op de kaart zetten van de stad met de letter T. Ook wordt teruggeblikt naar de 'Moderne Industriestad-campagne' van een aantal jaren geleden. In de scriptie is onder meer te lezen dat de stadsprofilering met die slogan er door toenmalig burgemeester Brokx persoonlijk door is gedrukt, weliswaar met goedkeuring van de Raad, maar zonder overleg met allerlei belangengroepen. Om tegemoet te komen aan groepen in de stad die zich niet konden vinden in de slogan "Tilburg Moderne Industriestad' -zo is in de scriptie te lezen- besloot de gemeente uiteindelijk na overleg met zogeheten stakeholders om in 2003 het roer om te gooien en voortaan te adverteren met een letter: de 'Tilburg T'.
Janneke van den Oever interviewde over deze marketingstrategie onder meer Rick van Wandelen, hoofd van de gemeentelijke afdeling 'Concerncommunicatie' en hij vertelt dat de T perfect past bij de visie van het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur pakt tegenwoordig namelijk alles aan zoals in een bedrijf, een aanpak die bekend staat als het 'Tilburgs Model'. Volgens van Wandelen hoort daarbij modern gereedschap zoals de T. Bij het lezen van de scriptie komen we aan de weet dat slechts een paar mensen sturing geven aan de city-branding met de T en het merk 'bewaken'. Hoe de vork in de steel steekt blijkt onder meer uit de volgende uitspraak van van Wandelen: 'Het heeft alles te maken met mensen. Het heeft gewoon te maken met wie hier nu weer burgemeester is en Hoofd Voorlichting. Zo simpel is het'.
Interessant is de vraag in hoeverre de Tilburgse city-branding democratisch is te noemen. De Tilburgers hebben immers nooit om een T gevraagd en toch zie je 'm overal.
Op internet staat een interessant artikel, getiteld 'Een stad is geen product in de markt', dat een antwoord geeft op deze vraag. In dit artikel betoogt de Britse regeringsadviseur en deskundige op het gebied van communicatie, Simon Anholt, dat city-branding een vorm van propaganda is. In plaats van rond te bazuinen hoe geweldig je wel niet bent is het volgens hem beter om gewoon te zorgen dat je je zaakjes goed op orde hebt en het dan aan anderen overlaat om daar bekendheid aan te geven: 'Een reputatie moet je verdienen en is iets heel anders dan communicatie'. Anholt verwerpt city-branding vooral ook, omdat het onwenselijk is dat een kleine elite het beeld van de stad bepaalt. Volgens Anholt horen de bewoners het beeld van de stad te bepalen en niet de burgemeester of het bedrijfsleven. Daar slaat hij de spijker op de kop. Het probleem met 'Merkenbeleid' is namelijk dat dit strak van bovenaf wordt geregiseerd. Dat is er inherent aan. Gechargeerd zou je zelfs kunnen zeggen dat Merkenbeleid geen democratie duldt. Daarom kan Tilburg beter stoppen met de 'T'.