Voetbal is oorlog, zei Rinus Michels. Raak natuurlijk. Precies omdát voetbal oorlog was, kon Michels het als begenadigd trainer schoppen tot generaal. Bovendien schonk hij de weifelende mensheid een houvast. In tijden waarin alles wankelde, kunst een illusie was, religie projectie heette te zijn en liefde stille waan, bleef tenminste één vaste waarde overeind. Voetbal. Voetbal was oorlog. Voetbal was ernstig.
Voetbal is ernstig. Serieusheid zal de solide staatsburger niet meteen aantreffen in de dartele wereld van kunst, cultuur en politiek. Ernst openbaart zich elders. Op en rond het voetbalveld dus. Denk maar aan de sfeer in televisiestudio’s tijdens de rust. Dan geven trainers, mannen van middelbare leeftijd met lichtjes grijzende stoppelbaard, gesofisticeerde analyses ten beste over het vertoonde spel. Gepeins. Rimpels. Stippellijnen. Dwarsverbindingen. De slag van Austerlitz verbleekt bij dit alles volkomen. Waarlijk, voetbal is ernst, voetbal is oorlog.
Eerlijk gezegd, ik vind het uitstekend dat over voetbal zeer serieus wordt gesproken. Het onderwerp is immers, ondanks zijn economische gewicht, niet heel belangrijk. Tweeëntwintig volwassen mannen, voor zover zoiets mogelijk is, jagen gewonnen verloren op een bal, onder de kundige leiding van een scheidsrechter die er zachtjes genoegen in schept door het publiek te worden beschimpt. Om veel meer gaat voetbal niet, en precies daarom is uiterste ernst noodzakelijk. Wanneer voetbal oorlog is, verhoogt zijn status. Ernst in het taalgebruik zorgt ervoor dat een vrij onschuldig spel wordt opgetild tot een niveau dat het niet verdient, maar dat tegelijk prettig aanvoelt. Als voetbal ernstig is, zijn de mensen die ermee bezig zijn dat ook, een gedachte die de sterveling op donkere momenten troost kan bieden. Heerlijk dus dat voetbal oorlog is.
Maar helaas, hier houdt het verhaal niet op. Wij leven in een tijd waarin niet alleen over futiele zaken, maar in toenemende mate ook over ernstige onderwerpen uitsluitend ernstig wordt gesproken. Dat laatste maakt mij bang. Anders dan onbenulligheden, verdragen de grote levensvragen ernst slechts met mondjesmaat. Religie, kunst of liefde zijn te mooi en te complex om aan het simplisme van de ernst te worden overgeleverd. Op die terreinen staat de mens voor een muur. Er zal altijd een kloof blijven bestaan tussen wat wij ten diepste aanvoelen en wat wij maar vermogen te zeggen. Wij kunnen, aan de hand van fijngeslepen argumenten, discussiëren over God, over schoonheid, over liefde. Maar het ultieme ontsnapt ons telkens weer: de vonk die ons van een schilderij doet houden, de genade van het geloof, de vreemde aantrekkingskracht die uitgaat van een heerlijk onvolmaakte vrouw. Dat alles ontglipt de mens, de taal, het denken. Welnu, onversneden ernst doet aan die grijze zone van het onzegbare geen recht. Hier is nood aan ironie, aan het discours met de ernstige ondertoon waarbij het te verstaan gegevene niet in ál zijn aspecten serieus hoeft te worden opgevat. Ironie is niet minder, zij is meer dan ernst. Ze houdt ook ootmoed in, de erkenning van de menselijke eindigheid, en leidt zo tot mildheid voor anderen en voor zichzelf. Precies op cruciale momenten is extreme ernst beangstigend. Zo drijft bijvoorbeeld de smachtende liefdesverklaring van de minnaar die verklaart voor zijn geliefde te willen sterven, elke gezonde vrouw stante pede naar de nooduitgang.
Ernst bedreigt de mensheid, en is helaas in onze samenleving sinds enkele jaren serieus in opmars. Langzamerhand wordt saaiheid weer een deugd. En afwezigheid van ironie heet al snel degelijkheid te zijn, zelfs in Europa, dat aan ernstige theorieën al zo vaak en zo na ten onder is gegaan. De ernst, met zijn gruwelijke ambitie het gehele leven te omvatten, ziet er immers geruststellend uit, beschaafd, zoals het ook lijkt alsof een man met een keurige das geen moordenaar kan zijn.
Voetbal is oorlog. En futiele onderwerpen hebben nood aan ernst om belangwekkend te ogen. Mooi, mooi, mooi. Rinus Michels zij lof gebracht, hij kon overigens beminnelijk vertellen over zijn vele veldslagen in verre landen. Maar in godsnaam, laten we ons hoeden voor onversneden ernst wanneer de ultieme vragen rijzen, vragen over kunst, liefde, geloof.
Een mens zonder zin voor ironie meent zelden wat hij zegt. Hij wil helderheid, overzicht, een wereld die klopt als een bus. Hij is ernstig, omdat het leven hem angstig maakt.
Rik Torfs
Reacties
2 reacties op “Voetbal is oorlog”
voetbal is de vervanger van oorlog
althans zo zou het moeten zijn
een beetje raak trappend diplomatiek middel om erger te voorkomen
en kon de verliezer niet tegen zijn verlies dan kon ie nog al;tijd een oorlog beginnen?
KWOOT;Zo drijft bijvoorbeeld de smachtende liefdesverklaring van de minnaar die verklaart voor zijn geliefde te willen sterven, elke gezonde vrouw stante pede naar de nooduitgang. UNKWOOT.
Dan is romantiek dus ongezond en moeten stapels, veel door (ongezonde) vrouwen gelezen boeken herschreven worden. (Ook literatuur)
Je hebt op puntjes misschien gelijk mbt de zwaarte van ernst maar onderwerpen waar je (misschien nog) geen verstand van hebt kun je beter laten rusten.
romantische groetjes,
Sheila