Ze hadden al enige tijd uitgekeken naar deze middag, de vijftien eerstejaars studenten geneeskunde, want zo dadelijk zou de patiënt komen. Taaislijmziekte, cystic fibrose of kortweg CF, was de ziekte die centraal had gestaan de afgelopen twee weken. De aandoening was vanuit verschillende invalshoeken bestudeerd, maar nu zou iemand met de ziekte zelf komen vertellen hoe het is om met CF te leven.
Het was een meisje. Nog geen twintig, zoals voor de meesten in de werkgroep gold. Er waren vragen voorbereid en aarzelend kwam een gesprek op gang. Hoe het was om met CF te leven? Wat het betekende voor je dagindeling? Voor je sociale leven? Vriendschappen, relaties? Voorzichtig werden grenzen afgetast (Kun je zoiets vragen? En hoe formuleer je het dan?). Mensen met CF worden niet oud. Hoe zie je je toekomst dan?
En plotseling, midden tijdens het gesprek een enorme hoestbui. Een diep en langdurig hoesten. Even lijkt er geen einde aan te komen. Het gaat maar door. Een ongemakkelijk gevoel, want opeens is het geen spel meer. Hier zit echt iemand met een akelige aandoening. Een leeftijdgenoot die respect afdwingt door de manier waarop zij haar leven inricht. De beschermende grenzen van de leersituatie vallen even weg, het rollenspel wordt doorkruist en er is nu niets anders meer dan een groep jonge mensen onder elkaar. Wat doe je in zo’n geval? Volgens een oud adagium is geneeskunde: soms genezen, dikwijls verlichten en altijd troost bieden. Dat is hier allemaal niet aan de orde. Als het hoesten tot bedaren is gekomen is er stilte. Er wordt een flesje water tevoorschijn gehaald. Er wordt een slokje genomen. En nog een slokje. Stilte. Waar waren we gebleven?
Het gesprek komt langzaam weer op gang. De vragenstellers kruipen terug in hun rol. De werkgroep verloopt verder voorspoedig. De patiënte wordt bedankt voor haar bereidheid om zo openhartig te vertellen. Er worden wat aardigheidjes meegegeven. En kort wordt nog teruggeblikt op de ontmoeting van zojuist. De hoestbui duurde misschien bij nader inzien niet zo lang, maar was bij velen blijven hangen. Confronterend. Even was er niets dat bescherming bood. Geen rol, geen protocol, geen houvast. Alleen je eigen menselijkheid om op terug te vallen. Uiteindelijk de basis van alle goede zorg. De belangrijkste les van deze middag zat misschien verborgen in de stilte na de hoestbui. Een les zonder woorden.
Carlo Leget