Het is niet te geloven.
Ik kondig aan weer te gaan bivakkeren in een bushokje (zie vorige stukje), en meteen stapt het hele College op. Als officiële reden worden de theaterplannen van Adje opgevoerd, maar ik weet natuurlijk wel beter. Desondanks hier toch het vervolg nu op het eerder met carnaval gepubliceerde Adje-gedicht.
Adje,
Leeuw van een ratje,
prompt op zijn gatje
ging B. en W.
Adje,
meteen al had je
ons stille stadje
op de tv.Adje,
wat prachtig dat je
jouw droomtheater
zo malloot
startte
niet met een katje,
maar met een kater
Collegegroot.(nog steeds op dezelfde wijs: ‘Meisjes met rooie haren’)