Geplaatst

De liefde, de liefde

"Al die verliefdheid, geloof me, aan bomen heb je veel meer". Ik kreeg nog een berichtje van die vrouw in Baarn (zie ‘Lentekriebels in januari’). Nee, ik moest verder toch maar bomen gaan knuffelen. Ze had niet alleen al een man, maar daarnaast ook nog een minnaar; een woord dat niet voor niets bestaat uit ‘min’ en ‘naar’. Buitengewoon min en naar ging ik in elk geval gisteren naar het milieucafé.

Ik voelde me zelfs zo ellendig dat ik ten einde raad besloot om voor milieuhonk Paradox eerst de bomen dan maar eens te gaan knuffelen. Maar of de duvel er mee speelde: geen boom meer te bekennen, alle bomen gekapt. Ten behoeve van een daar aan te leggen "Helga Deentuin". Zo krijg je aan die Helga Deen ook nog de pest. Wat een onzin om daarvoor al die prachtige bomen te kappen. Helga Deen liet bomen juist staan en haar vriend was een nog groter natuurliefhebber.

Ik kan nu helemaal elk moment in tranen uitbarsten, zo voelde ik. En wat vraagt dan uitgerekend die avond een vrouw die mij herkent van een feestje en eerdere milieucafé’s? "Hoe staat het met de liefde?"! Niet te geloven. Hoe haalt ze het in haar kop om uitgerekend op dat moment die vraag te stellen! Ik kon geen zinnig woord uitbrengen of was ter plekke veroorzaker geworden van ernstige wateroverlast.
"Laat me je even vasthouden", zei ik, maar voelde daarna meteen dat dit geen boom was. Dus liet ik deze slanke den toch maar snel weer los. Maar wie was er getuige van dit tafereel en stond daar prompt met wijd geopende armen om de crisisopvang voort te zetten: stadsdichter Frank van Pamelen. Wat een heerlijke boom van een vent zeg. En laat ik nou toch altijd gedacht hebben dat ik alleen in vrouwenarmen zo kon genieten. Zo is er voor mij ineens heel veel extra betekenis toegevoegd aan het gedicht dat onze stadsdichter pas nog voordroeg:

De liefde, de liefde,
zo sprak de meesteres
is niet alleen een rubber-
maar ook een leerproces.

Voor overzicht per onderwerp van eerdere en latere stukjes zie weblogoverzicht.