Laat ik hier af en toe eens verhalen ook van de verre fietstochten die ik maakte. Mijn ‘vlucht’ bijvoorbeeld naar Bulbanië op de grens van Roemenië en de vroegere Sovjet Unie. Het was in 1976 dat ik daar besefte dat het in mijn geboortestad zo gek nog niet was. De door mij ontvluchte consumptiemaatschappij had hier zelfs in combinatie met een totalitair regime nóg krankzinniger vormen aangenomen.
Rond grote agrarische megabedrijven was hier een soort staat in een staat ontstaan, nog strenger communistisch dan het land zelf. Die status aparte bleek ook uit een eigen vlag. Daarop prijkte een extra dikke, naar rechts én links meppende, communistische hamer. Volgens vroegere Duitse kolonisten was het zelfs een oud Nazi-symbool nog: twee gespiegelde, tot één geheel versmolten haken van het hakenkruis! En overal zag je die hakenkruishamer bij oproepen om in het bijzonder de aardappeleconomie te stimuleren door nóg meer aardappels te eten. Winkels en café’s hadden daartoe namen zelfs als "Mustconsume" en "Musteat". Dat had ik toch niet verwacht in zo’n Oostblokland. De moddervette Bulbaniërs werden zelfs van staatswege verplicht om elk jaar weer nóg meer te eten. Controleurs gingen daartoe alle huizen langs, zo vertelden mij trots de apparatsjiks en theatereigenaars Mischa en Dimitri.
"Wie zoveel eet dat hij gaat braken krijgt speciale onderscheidingen", zo onthulden ze.
"Op partijbijeenkomsten is dat ook het belangrijkste programmapunt steeds: in grote kruiken het eten weer uitkotsen. Dát geeft status en aanzien." Misha en Dimitri, die niet bepaald slim uit hun ogen keken, vonden dit de gewoonste zaak van de wereld. In hun huis zag ik ook overal beeldjes en afbeeldingen van de zogenaamde "kruikenkotser", hét grote voorbeeld voor de Bulbaniërs, in de staatskrant consequent "kruikenkotsers" genoemd.
Gelukkig ontmoette ik ook de door het regime uitgekotste, dissidente schrijver Toltrolsky.
"Ik beschreef hier nog de werkelijkheid", zo verzuchtte hij, "maar de officiële literatuur mag alleen nog gaan over flauwekul en fictie. En o wee als dat toch nog zou kunnen slaan op de Bulbaarse realiteit. Dan kom je niet meer in de media, in tegenstelling tot onze grote literator Braaknekke met zijn dagelijkse kotsrecepten. Van grote componisten wordt hier alleen nog de Aardappelrapsodie van Suppé uitgevoerd. Verder is er alleen nog aandacht voor zogenaamde blèrconcoursen. Ja, officiële spreek- en schrijftaal is nu het plaatselijke dialect van de analfabeten. Alleen die zijn zogenaamd ‘goed getaald’. Die patatpotentaten doen echt alles om de bevolking zo dom mogelijk te houden. Van de onnozele Pjotterke wordt een heilige gemaakt. En heb je de gezichten gezien op de beelden van die kruikenkotsers? Allemaal met een zo dom en onnozel mogelijke uitdrukking! ‘Hou jij ze dom, dan houden wij ze achterlijk’, zo is de geheime afspraak tussen het Bulbaars Dagblad en omroep Bulbanistan. Een speciaal opgeleide ‘Ratje Patatje’ moet nu de aardappelconsumptie nóg verder opvoeren. Die jongen hebben ze in een speciaal trainingskamp geleerd om een zo dom en debiel mogelijke rattensnuit te trekken. Dat is zo goed gelukt dat hij nu het theater mag gaan runnen van het duo MIscha/DImitri. Een vriend van mij had ook gesolliciteerd, maar die keek te slim nog uit zijn ogen, voldeed niet aan de gestelde eisen van MIDImatigheid en patatcultuur."
Ja, het was wat daar. Ik maakte rechtsomkeert en fietste weer terug naar Tilburg met de gedachte: ‘zo gek als in Bulbanië zal het in Tilburg nooit worden’.
Voor overzicht van eerdere en latere stukjes zie weblogoverzicht.
Reacties
Eén reactie op “Patatcultuur”
geweldig die vlag, Henk hoe krijg je het voor elkaar!!