Je zou het van mij misschien niet meteen verwachten, maar ik ga hier een vurig pleidooi houden voor een groot industrieterrein. De beoogde plek is de oude locatie van Chrarlotteoord aan de Dongenseweg. Daar is nu nota bene "een park" gepland, zo las ik. En niet zomaar een park, maar zelfs "een hoogstaand park". Dat wordt dus weer zo’n afschuwelijke ‘geen-gezicht-locatie’. En dat zie ik absoluut niet zitten. Waarom proppen we daar niet tot en met de laatste vierkante meter alles vol met industrie en liefst "hoogwaardige industrie"!
Diverse bedrijven en zelfs multinationals hebben al belangstelling getoond. Het gaat onder meer om een papierfabriek en een Noors houtproductiebedrijf. Een zware delegatie is al op bezoek geweest. Ook een grote suikerfabriek heeft al geïnformeerd naar vestigingsmogelijkheden alhier te T. Als we afzien van die dwaze plannen voor parkaanleg kunnen hier zelfs aan het rijke palet van Tilburgse bedrijvigheid worden toegevoegd: een goudsmederij, een zilversmederij en de sieradentak van Dow Chemical. Welke stad wil nu niet zulke bedrijven binnen de gemeentegrenzen! Ook een exclusieve destilleerderij wil zich hier vestigen. Het bedrijf wil zelfs een nieuw Tilburgs likeurtje op de markt brengen en heeft de naam van het toekomstige drankje al geregistreerd als domeinnaam: Tgengif.
En wat te denken van een spinnerij! En speciaal voor de oude textielstad ook buitengewoon interessant: kleinschalige, ronddraaiende textielbedrijfjes die door en rond het terrein met de zon meedraaien. Het hele industrieterrein wordt zo tegelijk een en al Kunst in de Openbare Ruimte, dé locatie in de stad voor High Tech Art en Industrial Design.
Wat bezielt Tilburg om hier een park aan te willen leggen? Misschien moet ik nog enthousiaster beschrijven hoe mooi dit industrieterrein kan worden. Stelt u zich eens voor straks al die helderwitte stammen van de papierberken en behalve het hout van de Noorse esdoorns ook al die prachtige schorsmotieven. En van die suikeresdoorns niet alleen de suiker, maar ook die prachtige herfstkleuren. Goud en zilver niet alleen van goudlorken en zilversparren, maar ook van goudiepen, goudvinken, zilvermos en zilverschoon. Pimpelmezen die zich bezatten aan de benevelende kleurdestillaten van hop, jeneverbes en wijnbes. Betoverende weefproducten van allerlei soorten spinnen, elke ochtend bedekt met ontelbare parels, het nachtelijk productieresultaat van Dauw Chemical. En overal in het terrein mobiele, wolproducerende bedrijfjes op poten die vrolijk mekkeren en blaten. Overal bloemen, grassen, struiken: één groot energieproductiebedrijf. En centraal in het midden de oude vijver opgestoten in de vaart der kwakende volkeren en uitgegroeid tot een grote eendenhaven.
Maar nee, de gemeente wil daar geen industrieterrein, maar een park! Dat is toch echt kwakende onzin.
Voor overzicht per onderwerp van eerdere en latere stukjes zie weblogoverzicht.
Reacties
5 reacties op “Pleidooi voor industrieterrein”
Andere bekende vormen van inflatie van het begrip 'park' zijn te vinden in 'wagenpark' en 'sportpark'. Iets natuurlijker klinken 'safaripark' en 'dierenpark'.
En het park eren
werd in de moderne tijd
parkeren.
En vergeet niet de recente opkomst van de termen "kantorenpark", "woonpark", 'milieupark".
Taal is flexibel en verandert in de tijd, mooi toch?
Laten wij dan ook de revideerbaarheid van onze meningen en opvattingen beseffen en zodoende de weerbaarheid jegens de verpesters vergroten, toch?
Een industrieterrein met trekjes van een ouderwets park: goed vor mens en natuur, laat maar komen zou ik zeggen!
In Zwitserland hebben ze hier en daar het industrieterreinen probleem aardig aangepakt.
I.p.v. hoogbouw hebben de dieptebouw.
Sommige elementen van een fabriek verdragen geen daglicht en kunnen de grond in, zo ook het parkeren rond fabrieken.
Het is al lang mogelijk een oud stationnetje op te vijzelen en te verplaatsen.
The Hearstcompany zette een nieuw hoofdkantoor over het oude.
Ik kan me voorstellen dat je fabriekshallen ondergraaft en met nieuwe funderingen nieuwe etages onder de bestaanden bouwt.