"Muziekfeest Decibel keihard geslaagd" las ik. Dat kun je wel zeggen ja. Ik heb het gemerkt (zie vorige stukje). Dus het aantal decibels bepaalt het succes?
Het lijkt al eeuwen het principe. Het handjevol protestanten in Tilburg liet in de achttiende eeuw al tijdens speciale bedestonden de zwaarste klokken luiden.
Later beierden de katholieken stevig terug. En dankzij de moderne techniek luiden er nu zelfs ‘klokken’ waar je doof van wordt. Maar is het hardste geluid ook automatisch het belangrijkste geluid?
Vooral in reclameland gelooft men heilig in de kracht van het geluidsvolume.
De eerste Nederlandse reclameomroepen gingen allereerst anders om met de volumeknop. Al ging het om illegale etherpiraten, opererend vanaf een schip (Veronica) en een booreiland (TROS), de uitgestrooide reclamedecibellen wekten de indruk dat dit toch het echte werk was. Nee, dit waren geen illegale acties tegen onze wetten om de vrije meningsuiting te beschermen tegen de commercie. Dit was duidelijk, gezien het geluidsvolume de enige echte vrije meningsuiting.
"Koop ze vandaag nog, Lady Belinda", zo herinner ik me nog hoe van popsongs indringende reclamedeuntjes werden gemaakt. Daarin werd de aanvankelijk bezongen liefde vervangen zelfs door tabak om jonge vrouwen te verleiden tot sigaretten roken. Met veel reclamegeweld propageerde men voor de doelgroep vrouwen naast "Belinda" ineens ook "Tivoli", "Gladstone Mild" voor de wat chiquere vrouw en shag voor de meer geëmancipeerde vrouw.
Het zal toch niet waar zijn, dacht ik, dat na dit reclamegeschreeuw via illegale piratenzenders vrouwen nu ook inderdaad deze kankerverwekkende rotzooi gaan nuttigen. Maar zowaar. Na mannen gingen ook vrouwen nu massaal aan de tabak.
En pogingen om iets in de publiciteit te krijgen over de daaraan voorafgaande reclamepsychologie stuitten op dezelfde reclamewurging der vrije meningsuiting als eerder rond "de Gigant." Ten einde raad maakte ik met kleine woordwijzigingen van billboards met rookreclame anti rookreclame. Zodoende mocht ik toen in een gevangeniscel verder nadenken over macht en invloed van het totaal aan reclamegeschreeuw. Daar werden mijn bedenkingen alleen maar nóg groter. En overal leek ik bevestigd te zien dat het hardst verkondigde geluid automatisch ook als belangrijkste gold. Niet voor niets, zo redeneerde ik, werden de koppen in kranten en tijdschriften dikker en vetter. Niet voor niets bedienden Brokx en Horvers zich in 1994 op de Heuvel van een megafoon. Hoe groter de onzin des te harder die moet worden verkondigd. Niet voor niets staat het T-logo nu al op meer dan honderd verschillende promotieartikelen. Niet voor niets klinken reclameblokken ondanks protesten en papieren maatregelen nog steeds extra hard.
Maar…. Over die rookreclame zoals hier gememoreerd wordt nu al totaal anders gedacht.
De illusies van jeugd, stoerheid, status en gezondheid werden weggevaagd door de realiteit van longkanker. En achter de stoerheid van de decibels openbaren zich al de gevolgen van gehoorbeschadigingen en bewustzijnsverdoving. Vroeg of laat worden zo alle leugens en reclame-illusies doorgeprikt, wordt in alle stilte de werkelijkheid weer zichtbaar achter de met geluidversterkers opgeblazen schijnwereld. Ja, dat besef dringt al dusdanig door dat de reclameklokken nu nóg harder moeten beieren om deze bewustwording te overschreeuwen. En wat zal op termijn het effect daarvan zijn? Alleen maar nog grotere vraagtekens achter het reclamegeloof ‘wie het hardst schreeuwt heeft gelijk’.
Voor overzicht per onderwerp van eerdere en latere stukjes zie weblogoverzicht.