T-miss, T-parade, T-podium. Terwijl ik het T-gedram nog eens aan de orde stelde, stopte het Brabants Dagblad nog wat extra T’s in haar koppen en in de wonden van iedereen die zich nog TILburger voelt en geen T-burger. Hoe blijft een TILburger overeind temidden van die T-degradatie van zijn stad? Taaie stadsnatuur blijft dan toch een bron van inspiratie. Vandaag stond ik helemaal versteld. Zodoende een kort verslag.
In 2005 schreef ik er al over naar het Brabants Dagblad. Vergezeld van enkele foto’s kregen ze het volgende verhaaltje:
"Nu overal de stranden weer in bezit zijn genomen door de vakantie vierende homo recreans, lijken de kustvogels hun toevlucht in de stad te zoeken. Bij Station-West zie je de laatste dagen luid roepende scholeksters rondvliegen. Alsof je daar niet midden in de stad op het perron staat, maar op een dijk aan de Waddenzee. Dinsdagavond 12 juli stapten twee scholeksters rond in een bouwput op de hoek van de Cobbenhagenlaan en de Academielaan. Deze strandbewoners van origine leken geen enkel onderscheid meer te maken tussen een drooggevallen slikplaat en een afgegraven stuk Brabantse zandgrond. In plaats van wadpieren verorberden ze met hun lange snavels de mieren die massaal die avond waren uitgevlogen".
Al haalde dit nieuws de krant niet, laat staan de voorpagina, toch kwamen de vogels in 2006 weer terug. Ze bouwden zelfs een nest boven op het dak van het belastingkantoor. En even later liepen de vogels daar zelfs rond met een jong! Maar hoe moest dat kleine nestvliedertje veilig landen op de harde stenen daaronder? Telefonisch en beneden aan de balie werd de hulp van het belastingkantoor ingeroepen. Maar ja, die scholeksters betaalden al jaren geen cent belasting. Boven op het dak zag het jong dat de slogan "leuker kunnen we het niet maken" dan ook absoluut niet voor scholeksters bedoeld was. Beneden was zelfs geen vangnet in de vorm van gras of struiken. Dus daar lag even later het jong. Met twee gebroken pootjes. Zijn moeder zorgde weliswaar nog voor bescherming tegen de felle zon, maar het zielige donsbolletje was kennelijk ook inwendig dusdanig gekneusd dat het vogeltje aan het eind van die dag de geest gaf.
Toch zat na een lange wintervakantie aan de kust dit voorjaar een van de vogels weer op het dak van het belastingkantoor. Maar zonder partner. Het ondernemende mannetje wilde nog wel, zo vermoedde ik, maar het vrouwtje hield het verder voor gezien. Hier was geen kans op broedsucces. Later in het seizoen echter zat er toch weer een tweede vogel. Maar in tegenstelling tot vorig jaar waren ze nu veel rustiger en werd er nauwelijks gealarmeerd. Van broeden was dus duidelijk geen sprake en van jongen al helemaal niet. Althans, zo leek het. Maar deze week kwamen de scholeksters achter de tennisbanen langs de Sportweg ineens met een grote verrassing. Ja, leuker konden ze het echt niet maken. Ze zaten daar op het sportveld niet met één jong, ook niet met twee jongen, nee met drie jongen! Hoe hebben ze dát voor elkaar gekregen? En welke assistentie is daarbij verleend vanuit het belastingkantoor? Wat ze daar precies wel en niet hebben gedaan weet ik niet, maar leuker konden ze het niet maken.
Reacties
Eén reactie op “Leuker kunnen we het niet maken”
die paringsdans is echt ontembaar
scholex-Ters doen versTelT sTaan
Zeg maar voor wie,
Ze kregen er 3