Consuminderen. Een mooi woord met een betekenis waar ik waarde aan hecht. Het bekende verhaal: hoe meer een mens heeft, hoe meer hij (of zij) wil. Een buitengewoon onaantrekkelijk aspect van onze maatschappij, waarin het soms alleen maar om geld en bezit lijkt te draaien.
Als je van nature al geen consuminderaar bent, dan word je het vanzelf wel door het onbeschofte en vooral ongeïnteresseerde winkelpersoneel dat ons land rijk is. Ik word er echt helemaal ziek van. Onlangs merkte ik dat mijn zes jaar oude mobiele telefoon hard achteruitging. Ik vermoedde dat de batterij aan het eind van haar Latijn was en twijfelde: zou ik er een nieuwe in laten zetten of zou ik éindelijk een nieuw mobieltje kopen? Ik besloot het eerste te proberen, hoewel mijn toestel natuurlijk volkomen uit de tijd was. Het is een log ding met weinig mogelijkheden. Een aantal mensen doet er zelfs lacherig over, maar goed, dat interesseert me geen hol. Ik lach tenslotte ook om mensen die altijd maar uit zijn op meer geld en meer bezit en steeds het nieuwste van het nieuwste willen hebben.
Een telecommunicatiezaak in de Heuvel verwees me voor een nieuwe batterij naar Handyman aan het Stadhuisplein. Daar bleek inderdaad nog een batterij op voorraad te zijn die in mijn telefoon paste. Maar om te weten te komen of ’t wel de juiste was, bleek de oplader in mijn mobiel te moeten. En die had ik niet bij me. De norse verkoper keek me aan met een blik alsof hij wilde zeggen: ‘Dat snap je toch wel?’. Maar daardoor liet ik me niet uit het veld slaan.
Een paar dagen later keerde ik terug bij Handyman. Mét oplader. "Ik ben er weer", zei ik. Kennelijk begint de verkoper te dementeren, want hij herkende me niet meer, maar goed. Eerst nam hij uitgebreid de tijd om erachter te komen of mijn oplader het nog deed, heel netjes. En ja, de oplader was nog prima in orde. Dus lag het toch aan de batterij. "Dat wordt dan 19,95", bromde hij zonder blikken of blozen bij het afrekenen. Twintig euro! Voor een batterij voor een mobiel waarmee ik toch al voor lul liep. "Dat vind ik te duur", liet ik meteen weten. De verkoper raakte geïrriteerd. Op zich begrijpelijk, want nu had hij voor niets mijn oplader gecontroleerd. Maar kennelijk was het niet bij hem opgekomen om van tevoren al te zeggen dat ik beter een ander mobieltje kon kopen. Voor dat geld heb ik immers al bijna een nieuwe. Maar nee, zo slim was deze niet. "Voor twintig euro heb je echt geen ander toestel hoor", bromde hij.
Zonder te groeten verliet ik de winkel. Niet erg aardig van me, maar dat een verkoper niet snapt dat je in dit geval beter in een nieuw toestel kunt investeren of dat in ieder geval wilt overwegen, is voor mij onbegrijpelijk. Zoveel domheid kan ik niet verdragen. Agressie tegen winkelpersoneel schijnt toe te nemen. Geen wonder. Eigenlijk is het wel een goede zaak dat sommige verkopers eens goed worden aangepakt, zou ik bijna zeggen.
Kan het dan echt niet anders? Ja, het kan echt anders. Een paar deuren naast Handyman zit Fons van den Hout. Elke keer voordat ik naar Finland ga, koop ik bij deze zaak een kilo lekkere kaas voor een goede vriendin die dol is op dit oer-Nederlandse product. Een bezoek aan de zaak van Fons geeft een extra dimensie aan de bij de vakantie horende voorpret. Altijd een vriendelijk woord, altijd een glimlach. Way to go, Fons!