In de zestiende en zeventiende eeuw zijn wij Nederlanders economisch en cultureel rijk geworden dankzij veel "allochtonen": Portugezen, Pruizen, Denen, Oostzeelanders, lieden uit Twente en Drente, Brabanders (!), Spanjaarden en sowieso vaak "vreemde hommelinghen" : ze trokken met velen naar "Holland", in het bijzonder Amsterdam, zij het dat dat proces niet altijd even soepeltjes verliep, getuige o.a. het prachtige toneelstuk "De Spaanschen Brabander" van Bredero. Op grotere schaal en nog diverser is onze huidige maatschappij opnieuw stevig in beweging. En ook dat gaat soms van "au", maar het resultaat is ook nu per saldo verrijkend.
Op 28 december 2006 stond in het Brabants Dagblad een uitgebreid interview met de schoondochter van de Tilburgse imam Suhayb Salaam ( zij is voormalig docente op het Utrechtse Vader Rijncollege): zij weigert een man een hand te geven, hij een vrouw (minister Verdonk o.a.). Voor hen is een handgeven aan de andere sekse een vorm van ongewenste intimiteit, die niet past in "het behoud der kuisheid van beide geslachten". Vandaag staat in het BD een scherpe veroordeling van dit gedrag door een briefsschrijfster. De kern daarvan luidt: "een hand weigeren is een belediging".
In de week voor kerst had ik beroepsmatig tweemaal "ouderavond" op mijn middelbare school. Een vijftigtal "ouderparen" (vader en moeder, alleen vader, alleen moeder, moeder met oudere zoon, met oudere dochter ) komt voor een 8-minutengesprek. Naast docent ben ik mentor van een groep. Dat levert extra gesprekken op. Mijn mentorgroep kent relatief veel leerlingen van wie de ouders oorspronkelijk uit het buitenlands komen: Marokko, Griekenland, China, Indonesië, Turkije, Afghanistan, Irak. Ze kwamen gelukkig massaal praten over hun kinderen!
Mijn begroeting is een automatisme: ik steek een hand uit. Eénmaal levert dit wat onhandigheid op: waar ik de hand denk te ontmoeten, voel ik de hand/arm onder een grote, overigens prachtige doek die van het hoofd tot het middel reikt: de vrouw zit ingepakt zoals vroeger (en elders nog) vele kloosterzusters. Het gesprek met deze uit Marokko afkomstige moeder verloopt prima: zij is goed op de hoogte van de (niet-)vorderingen van haar zoon, spreekt vloeiend Nederlands en verlaat het klaslokaal met een zeer vriendelijke blik in de ogen: de waardering voor het zeer prettig verlopen gesprek. Ze was wijs. Ik steek mijn hand niet meer uit. Mijn respect.
In de vorige raadsperiode werden door raadsleden heel wat meer handen geschud dan tegenwoordig. Ook als de fractievoorzitters bij elkaar kwamen tijdens het "presidium", was het standaard. Dat is niet meer. Een wisseling van de wacht afgelopen maart bracht daar verandering in. Het respect voor elkaar is er daarbij naar mijn inschatting niet minder op geworden.
Op vakantie in Frankrijk de afgelopen zomer, zag ik het voor daar bekende beeld: zelfs een vluchtige ontmoeting van jong en oud op straat gaat gepaard met handen schudden. Het valt mij op: wij doen het hier in Nederland veel minder, maar respecteren er elkaar niet minder om. We zoenen tegenwoordig trouwens ook vaker en meer dan een tiental jaren geleden: drie zoenen is bijna standaard geworden( waar twee ook voldoen, of één, of zelfs géén). Daarmee is overigens op zichzelf het respect niet toegenomen.(Een vriend van ons zoent mijn vrouw trouwens vier maal: hij heeft een Franse moeder en in haar (rot-)streek is dat de gewoonte,zegt hij. Ik hou alles goed in de gaten, maar zie na al die jaren vriendschap nog geen reden tot argwaan.)
In 2005 hebben we in de gemeenteraad de nota "Allemaal Tilburgers" vastgesteld. Hij handelt over integratie en participatie van iedereen die in de gemeente Tilburg woont, ongeacht of hij is opgegroeid in een ander land of thuis nog vasthoudt aan de cultuur daarvan. Ik citeer: "Om op allerlei terreinen mee te kunnen doen, moet je weten hoe je je moet gedragen. Behalve dat we de wetgeving hierover een aantal duidelijke wetten bevat, zijn er ook veel ongeschreven regels".
Daar zit dus de beperking, maar ook de ruimte en dus ook voor sommigen het probleem: de regels voor wel of niet een hand geven, liggen immers niet vast in een wet. De ongeschreven regel, de code die hier gehanteerd wordt: je moet moet er maar achter komen en je moet hem maar durven loslaten. Het is een vorm van etiquette, verbonden met onze westerse cultuur, maar daarmee nog niet onveranderbaar. En die wijzigt zich dus ook inderdaad: kijk naar onze tafelmanieren, het dragen van een hoed, kloppen – of niet – als je binnenkomt bij de dokter, roken op kantoor, in een restaurant, jijen en jouwen, wijze van handgeven door verschillende jongeren.
Wat accepteer je in deze steeds multicultureler wordende wereld ? En wat niet? Daar kom ik dus niet altijd uit, maar ik wil ook geen voorgeschreven regel. Dan dwaal ik liever, want dan ontdek ik vaak meer. Dat is dus wél (en steeds vaker) een zoeken, zeker nu veel burgers, oorsponkelijk afkomstig uit Marokko, Turkije, Italië etc., geen gasten meer zijn van ons Nederlanders, maar ook Nederlanders zijn geworden en daarmee mede-oorzaak maar ook deelgenoot zijn van ons pluriforme Nederland. Zekerheden, vaste normen, vallen weg, maar daarmee nog niet de waarden. We moeten dus telkens weer het gesprek aangaan, uitleggen, afwachten en rondkijken, varianten accepteren van wat eens als symbool (maar ook niet als meer dan dat) vaststond. Maar één ding moeten we eisen: respect voor elkaar. Zolang dat niet in het geding is, moeten we de vorm daarvoor relativeren, al gaat dat ook wel eens van "au", want het raakt aan wat we gewend waren, misschien zelfs aan onze cultuur. Je ogen sluiten voor de eeuwige beweging daarin lijkt echter veilig, maar is in het menselijk verkeer ook riskant.
Ik moet soms een hand geven, uit respect, en soms moet ik dat niet doen, uit respect. En dat geldt omgekeerd ook voor wie mij ontmoet: ook daar is het een zoeken. Naar een evenwicht. Het is geven en nemen, maar geen plussen en minnen.
De Maori’s neuzelen met elkaar en de Japanners buigen ter begroeting. Maar het heeft ook wel wat, niet? Ik hou wel van varianten, al ben ik er niet altijd op voorbereid. Sorry.
Zeker met een respectvol 2007 worden we "allemaal Tilburgers"!
Reacties
Eén reactie op “Een Japanse buiging”
Een mooie visie. Geen vaste aannames,maar met oog voor de leefwereld van de ander, bereik je het meest.
Respect kan niet door regels afgedwongen worden. Respect moet je verdienen.