Geplaatst

De Slager van Deest V

 Tilburgse politici. Door en door fatsoenlijke mensen. Tenminste, dat dacht ik. Op donderdagavond 6 juli heb ik mijn mening daarover iets moeten bijstellen. Toen werd er een voetbalwedstrijd tussen lokale politici en medewerkers van de plaatselijke media gespeeld. Al sinds 1969 is dit een jaarlijkse traditie in Tilburg. Donderdagavond vond de 38e editie plaats en ik had de eer om uit te komen voor het team van de media. Het werd een indrukwekkende belevenis. Uiterst indrukwekkend. Op 9, 16, 23 en 30 juli en 6 en 13 augustus doe ik verslag van mijn ervaringen rondom en tijdens dit beladen duel in het Willem II-stadion.

Als ik bij het strafschopgebied aankom, zie ik dat de bal zo’n twintig centimeter naast de stip ligt. Ik pak ‘m op, leg ‘m op de stip en doe een paar stappen achteruit om een aanloop te nemen. Ik zie Möller geconcentreerd naar me kijken. Dan herinner ik me de laatste woorden van Van de Ven (Intimideer die Möller, intimidéér hem. Breng ‘m uit zijn concentratie) en ren ik op de VVD’er af. "Möller…", stamel ik, "Möller… je bent een homo." Ik bereik er niets mee. Helemaal niets. De doelman kijkt me aan alsof ik Fins tegen hem praat. De moed zakt me in de schoenen. Voor de tweede keer leg ik de bal goed, dat zijn waarschijnlijk de zenuwen. Er klinkt een hels fluitconcert. Daarbovenuit hoor ik het snerpende geluid van het fluitje van Groenevelt. Ik verman me en neem gedachteloos een aanloop. Op het moment dat mijn voet de bal raakt, weet ik dat deze erin gaat. Het schot is hard, voor mijn doen, en Möller duikt naar de verkeerde hoek. Eén seconde nadat de bal tegen de touwen aan is gevlogen, draai ik me om en ga ik op mijn knieën op het veld zitten. Dan komen de emoties goed los. Ik bal mijn vuisten, beweeg mijn onderarmen hevig heen en weer en hef mijn aangezicht op naar de wolkeloze hemel. "O Heer in de hemel! Lieve God, dank U wel! Dank dat U mij de kracht hebt gegeven!" De tranen stromen over mijn wangen. Terwijl ik me nog verbaas over mijn eigen religieuze uitbarsting, is het Van Kuijk die als eerste bij me arriveert om te delen in de vreugde. Hij stort zich met z’n volle gewicht op me en zoent me vol op de mond. "Ja! Jaaaaa!", brult hij. "Aldert! Aldertje! We hebben het gedaan! We hebben het gedaan!" Hij is buiten zinnen, maar de anderen doen niet veel voor hem onder. Al snel lig ik onder een man of tien te snakken naar adem. Ik begin te gorgelen. "Rustig jongens, rustig, hij stikt!", roept iemand. Binnen een mum van tijd ben ik weer vrij. Langzaam sta ik op. Ik loop naar Van de Ven, die bewegingloos naar me staat te kijken. Als ik dichterbij kom, zie ik dat zijn ogen vochtig zijn en dat zijn onderlip trilt. "Goed gedaan, jongen", zegt hij met een vreemde stem. Hij pakt me bij de schouders en omhelst me. Zo staan we daar een tijdje. Dan maak ik me los en loop ik verder. Ook Struijk wil me feliciteren. "Mijn Held!", kirt ze, terwijl ze mij toch wel erg stevig tegen zich aan drukt. "Mijn Held!" Ik bloos. Titane ziet het en glimlacht begripvol. Achter me hoor ik iemand zeggen: "Hoe kunnen we nu verliezen? Ik snap er niks van; we hebben zó gebeden voor de overwinning." Dan voel ik dat er een arm om me heen wordt geslagen en kijk ik in het gezicht van Janssen, dat plotseling weer erg vriendelijk staat. "Zo Aldert, dat was me het wedstrijdje wel", zegt hij. "Kom je dadelijk nog naar het horecagedeelte van het stadion? Dan gaan we fijn zeemansliederen zingen. Da’s ook een traditie die bij deze wedstrijd hoort." Verbijsterd kijk ik ‘m aan. Ik geef geen antwoord. Iemand anders legt een hand op mijn billen: "Kom Aldert, we gaan lekker met z’n allen het bad in."

Op weg naar de kleedkamer loop ik langs Van de Ven, die net wordt geïnterviewd door de verslaggever van Tévédèr10. Deze weet een geniale quote uit onze coach te krijgen: "Ik heb tegen de jongens gezegd: ‘Probeer nou zo goed mogelijk te spelen, dan is de kans op een overwinning ook groter’."

Pas na de dopingcontrole mag ik de kleedkamer in. Daar zijn Titane en Van Berkel net bezig om Van de Ven met kleding en al in het bad te gooien. Die kan deze plagerij wel waarderen. Het bad is net groot genoeg voor het hele gezelschap. Terwijl we van de champagne nippen, voel ik op m’n rechterbeen een hand die steeds verder omhoog kruipt. Eerst denk ik dat het om een toevallige aanraking gaat, maar al snel weet ik dat dit niet aan de orde is. Als ik m’n hoofd naar rechts draai, kijk ik in het uitdagende gezicht van… mmm nee, misschien moet ik dat maar niet verklappen. Wellicht dat de dader vrouw en kinderen heeft.

Op de foto: Troy Titane, die na de overwinning van het mediateam samen met Toine van Berkel coach Jace van de Ven met kleding en al het bad in gooide (foto: Marcel Mutsaers)