Het is te warm om zelf iets te bedenken…
Welk dier leeft onder de grond en heeft nooit last van hoofdpijn? – Een paracetamolletje.
Een moeder stapt met haar 6 kinderen in de lift van een groot warenhuis. De liftbediende vraagt: "Waar moet u zijn, mevrouw?"
De vrouw antwoordt: “De kinderafdeling", waarop één van haar kinderen zegt: "Nee mam, niet nog eentje, we zijn al met z’n zessen!"
De meester geeft Guus zijn superslechte rapport en zegt: "Eén ding is zeker: dit rapport gaat jouw vader grijze haren bezorgen."
Zegt Guus: "Daar zal hij blij mee zijn, want hij is zo kaal als een biljartbal!"
Vader zegt tegen Guus: "Voor zo’n slecht rapport lijkt een flink pak slaag me wel op zijn plaats."
Guus antwoordt: "Helemaal mee eens, Pa! Ik weet wel waar de meester woont…"
Onderwijzer: "Ik zal twee vragen stellen. Wie het antwoord op de eerste vraag weet, mag de tweede vraag overslaan. Daar gaan we: hoeveel haren heeft een koe?"
Het wordt doodstil in de klas. Dan steekt Jos zijn vinger op en zegt: “Vierhonderdzesennegentigduizendachthonderdvijftien."
"Hoe weet jij dat zo precies?", vraagt de onderwijzer verbaasd. "Ja, ho effe," zegt Jos, "dat is de tweede vraag, en die mag ik overslaan."
Peter klaagt: "Meester, ik wou dat ik in de Middeleeuwen leefde." "Waarom?", vraagt de meester en Peter antwoordt: "Dan hoefde ik niet zoveel geschiedenis te leren."
Boer Mestmans is druk bezig om het hooi van het midden van zijn land te verplaatsen naar de zijkanten. Boer Stalmans vraagt: "Waarom doe je dat?"
Boer Mestmans antwoordt verbaasd: "Heb je het weerbericht niet gehoord: storm en regen in het midden van het land!"
Een Nederlander, een Duitser en een Belg willen de grens oversteken. Ze spreken af om ongezien over de grens te gaan door een hond na te doen. Eerst gaat de Nederlander. De bewaker bij de grens hoort geritsel in de struiken en zegt: "Wat hoor ik daar?". De Nederlander doet woef-woef en kan zo onopgemerkt de grens over. De Duitser doet precies hetzelfde en kan zo ook ongezien de grens over. Dan komt de Belg. De bewaker hoort weer wat geritsel in de struiken en zegt: "Wat is dit nu weer?" Roept de Belg: "Weer een hond!".
Een vliegje wil graag naar een popconcert. Zijn moeder zegt: "Ik vind het goed, maar pas alsjeblieft goed op voor het applaus!"
Er dobberen twee naalden in de zee. Zegt er eentje: "Ik ga er uit, want ik heb water in mijn oog".
Twee leeuwen lopen door het bos, op zoek naar voedsel. Opeens zien ze een ridder in harnas lopen. De ene leeuw zegt: "Kom op, dan nemen we die prooi te pakken." Zegt de andere: "Oh nee, niet weer vlees uit blik!"
Camiel rijdt op de snelweg als hij opeens een radio-bericht hoort waarin de nieuwslezer zegt dat er een spookrijder gesignaleerd is op de weg waar hij rijdt. "Die man heeft het over 1 spookrijder," zegt Camiel, "maar ik zie er wel honderd!"