Geplaatst

Gaatje

Jasper moest nog een week naar school, maar Lies had al vakantie. Niet eerlijk, vond Jasper, vooral niet omdat Lies het hem maar bleef inwrijven. De hele vrijdagavond sprak ze over de ‘zoete vrijheid’ en zei dingen als: ‘Morgen lekker uitslapen’ en ‘Geen huiswerk meer, wat een zegen’, tot Jasper er zowat van moest kotsen.
‘Het is morgen zaterdag, dus dan heb ik ook vrij, hoor,’ zei hij bits, en Lies zei vals: ‘Maar maandag zit jij alweer op school als ik me nog eens lekker omdraai.’

Jasper sloeg zijn armen over elkaar en bleef stug naar de televisie staren, ook al was er niks op wat hij wou zien. Zijn moeder zat de krant te lezen, maar toen Lies voor de zoveelste keer gelukzalig zuchtte en nog maar eens een keertje zei: ‘Vrij, eindelijk vrij,’ keek ze op en vroeg: ‘En wat ga je met al die vrijheid doen?’
Lies spreidde haar armen en riep: ‘Niks.’
Jasper lachte keihard. ‘Wat heb je er dan aan?’ riep hij.
‘Lach maar, jochie uit groep zeven dat nog een hele week naar school moet,’ zei Lies.
‘Groep acht,’ zei Jasper waardig, maar Lies lachte en zei: ‘Nog niet, jochie, nog niet.’
‘Helemaal geen plannen voor morgen?’ Zijn moeder sloeg de krant dicht en stond op.
Lies haalde haar schouders op. ‘Misschien naar de stad met Sjaronne. Die mag…’
Ze zweeg abrupt en Jasper zag een vlam vanuit haar hals oplaaien.
Zijn moeder zag het ook.
‘Die mag wat?’ vroeg ze.
‘Niks.’
Jasper lachte weer.
Hij keek naar zijn moeder, die achterdochtig naar Lies keek. ‘Wat mag Sjaronne?’
‘Een navelpiercing, oké?’ zei Lies fel.
‘Getsie,’ zei Jasper.
‘Dat is niet getsie, dat is sexy,’ beet Lies hem toe.
‘Sexy!’ zei zijn moeder. ‘Een gat in een gezond lijf laten boren. Ze heeft een gaatje in haar hóófd.’
‘Boren!’ zei Lies minachtend. ‘Jij weet er ook helemaal niks van! Dat is gewoon een prikje.’
Jaspers moeder schoof haar stoel met een ruk achteruit, liep naar de servieskast en begon er koffiekopjes uit te halen. ‘Als je maar heel goed in je oren knoopt dat jij dat dus NIET mag,’ zei ze.
‘En waarom niet?’ riep Lies.
‘Omdat het ordinair is. En ik heb ook geen zin in al dat gedoe met ontstekingen en lange-termijn schade.’
‘Wát voor schade?’
‘Dingen die mis kunnen gaan maar die je pas over een aantal jaren merkt. Als het te laat is.’
‘Ze laat het heus niet bij een of ander vies zaakje doen als je dat soms dacht,’ zei Lies.
‘Dat maakt niet uit. Jos zegt…’
‘O, je vriendje Jos heeft het gezegd. Nee, dan is het goed!’ Lies rolde met haar ogen en liet zich achterover zakken.
‘Jos is arts. Hij weet heus wel waar hij over praat. En wat voor nare dingen hij gezien heeft bij mensen die zich hadden laten piercen.’
‘Wat voor dingen dan?’ vroeg Jasper.
‘O, nou, allerlei kwalen en infecties,’ antwoordde zijn moeder vaag. Jammer. Daar had Jasper nou wel wat meer over willen horen. Hoewel, als het eruit zag zoals die zweer op het oor van Lies toen ze gaatjes voor oorbellen had laten prikken dan wist hij nog niet zo zeker of hij het wilde weten. En was dat trouwens geen piercing dan, oorgaten?
‘Dat zeg je alleen maar omdat je niet wilt dat ik er eentje neem,’ zei Lies.
‘Nee, ik wil niet dat je er eentje neemt omdat de gevolgen nogal akelig kunnen zijn. Snap je dat nou echt niet? Je huid is niet zomaar een vel, het is een orgáán. Zelfs het grootste orgaan dat je lichaam heeft. Net zo belangrijk als je longen en je hart. Daar ga je toch ook geen gaten in maken als het niet heel hard nodig is? Je huid is ook nog eens je eerste verdedigingsbolwerk. Als je daar gaten in gaat maken die er niet horen… En dan nog wel bij je nável. God weet wat je allemaal verstoort in je lijf en waar je later nog heel veel last van kunt hebben…’ Haar stem brak af.
‘Je moet sowieso zestien zijn,’ zei Jasper. ‘Dat was op het Jeugdjournaal.’
‘Hou je mond, kleuter,’ zei Lies boos.
‘Hoe dan ook,’ zei zijn moeder. ‘Wat Sjaronne doet moet ze zelf weten maar ik geef jou geen toestemming voor een piercing. En als je papa belt dan weet ik wel zeker dat je precies hetzelfde zult horen.’
‘Ik zei toch ook dat Sjaronne een piercing ging nemen,’ riep Lies. ‘Ik zeg toch niet dat ík er een wil?’
‘Nou, dan is dit geschreeuw dus helemaal niet nodig.’
‘Nee,’ zei Lies en de rest van de avond zat ze zwijgend op de bank en staarde naar het tv scherm terwijl Jasper in zijn vuistje lachte. Want van dat gemekker over die heerlijke vrijheid was hij voorlopig wel even verlost.

 

 

De illustratie is een detail van het schilderij  ‘Het meisje met de parel’ van Johannes Vermeer.