Daarnet, vlak voordat zijn ouders naar de bioscoop vertrokken, had het Rik nog helemaal het einde geleken, voor het eerst een hele avond alleen thuis. Even proeven hoe het was om groot te zijn, net als zijn broer Jos, die op kamers woonde.
En ook niet onbelangrijk: de tv was vanavond helemaal van hem. En niemand die hem wegjoeg bij de computer en zei dat hij nou wel lang genoeg zo’n ‘stom spel’ had zitten doen, en of hij geen huiswerk had. Geen gezeur over op tijd naar bed of dat die film eigenlijk niet zo geschikt voor hem was. Een fles cola en een zak chips erbij.Tof.
Daarnet had hij nog gelachen om zijn overbezorgde ouders. Alsof hij een kleuter was! Tien keer vragen of hij hun 06-nummer wel had. Zeggen dat hij ze moest bellen in een absoluut noodgeval. Dat de buren wisten dat hij alleen thuis was. Dat hij opa en oma ook kon bellen.
‘Wat is een absoluut noodgeval?" vroeg Rik.
‘Iets met bloed of brand.’
‘Ja, maar,’ zei Rik met een stalen smoel, ‘ik wou met het stanleymes gaan spelen, en met lucifers,’ en hij lachte hard toen zijn ouders keken alsof ze het hele avondje-uit wilden afblazen.
‘Ik ben toch geen baby!’ riep hij. ‘Ik ga echt niet van de trap springen met een schaar in mijn handen en ik laat heus geen vreemde mensen binnen.’
‘Je laat helemaal níémand binnen,’ zei zijn moeder bits.
Maar dat was allemaal daarnet. Nu was alles ineens anders.
De voordeur was met een klap achter zijn ouders dichtgeslagen en Rik had verwacht dat er nu een diepe stilte zou vallen. En heel eventjes was dat ook zo. Maar al na een paar seconden hoorde hij ineens een zacht geruis. Waar kwam dat vandaan? En die holle kloing die af en toe door de kamer galmde, wat was dat? Het duurde even voordat hij doorhad dat het de verwarming was. Dat was hem nog nooit eerder opgevallen, dat die buizen zo’n herrie maakten.
Opgelucht liet hij zich op de bank vallen maar stond direct weer op. Wat was het eigenlijk donker in de kamer. Hij zag geen steek. Hij maakte een rondje en deed alle lampen aan, ook in de gang en in de keuken. Zo. Dat was beter.
Weer plofte hij op de bank neer en richtte de afstandsbediening. Zap. Zap. Zap. Stemmen, muziek, geroep, geweld en kleuren flitsten achter elkaar de kamer in en uit.
Hij nam een slok cola en deed een greep in de zak met chips. Dit was tof. Dit was het echte leven. Hij legde zijn voeten op de salontafel en zakte onderuit. Hier kon hij makkelijk aan wennen. Woonde hij maar altijd alleen!
Pok pok… pok pok… pok…
Hij schoot overeind en klikte de tv uit. Wat was dat? Hij spitste zijn oren. Voetstappen? Boven? Maar dat kon niet. Hij was alleen thuis.
Hij luisterde nog eens maar het bleef stil. Na een poosje zette hij de tv weer aan, maar zonder geluid, want anders hoorde hij niks. Hij moest zelf grinniken om die gekke gedachte, maar die lach stierf op zijn lippen toen hij weer heel duidelijk voetstappen boven hoorde.
Pok… pok…
Rik stond op. Wat nu? Boven gaan kijken? Wat daar was? Wie daar liep? Hij kreeg het warm en koud tegelijk. Waar was zijn mobiel?
Met trillende handen zocht hij zijn vaders 06-nummer op. Nu hoefde hij alleen nog maar op ‘bellen’ te drukken.
Met gespitste oren bleef hij luisteren, met het mobieltje in zijn handen.
Hij ging weer op de bank zitten en keek met een half oog naar de muziekvideo’s, met het geluid uit. Hoe laat was het? Negen uur. Tegen elf uur kon hij zijn ouders weer thuis verwachten. Nog twee uur.
Stil bleef hij op de bank zitten en haalde af en toe geruisloos een chip uit de zak die hij vervolgens omzichtig half liet smelten op zijn tong. Want wat kraakten die stomme dingen! Als hij gewoon lekker door at, zoals anders, hoorde hij niks behalve dat geknars van die chips binnenin zijn hoofd…
En een dikke twee uur later vroeg zijn vader: ‘Hoe was het, zo’n hele avond in je eentje?’
Rik was zo opgelucht dat ze er weer waren dat hij opgewekt ‘O, tof,’ antwoordde.
‘Goed zo,’ zei zijn vader. ‘Dus wij kunnen vaker een avondje uit?’
Rik haalde zijn schouders op en zei: ‘Och. Ja. Als het moet.’