Aanstaand weekend wordt het leven een uur langer.
Nee, ik ben niet gek geworden en ook niet in de ban van de nieuwste Harry Potter film. Het is geen magie en geen science fiction, maar een hele simpele afspraak. Sinds 1977 zetten we in het laatste weekend van oktober de klok een uur terug, van drie uur ‘s nachts naar twee uur ‘s nachts. Dat uur tussen twee en drie maken we dus twee keer mee.Over tijd hebben we het vorige week gehad. Toen ging het over je eigen ingebouwde klokje, over ‘tijdgevoel’. Maar nu we de klok weer eens gaan verzetten bedacht ik dat we het ook wel eens over tijdmeting zouden kunnen hebben. Dat klinkt heel exact, tijdmeting. Zeker als je bedenkt dat we helemaal niet meer zonder klokken kunnen en alles tegenwoordig op uur en tijd moet. Soms zijn zelfs honderdsten van seconden belangrijk.
Toch is de onderverdeling van tijd iets wat we verzonnen hebben. Tijd is een vloeiende stroom die altijd maar voortgaat, die nooit stopt, nooit omkeert, nooit langzamer of sneller gaat (ook al voelt het soms wel zo; zie mijn column van vorige week). En die onderverdeling is eigenlijk maar een afspraak die we gemaakt hebben. Vierentwintig uur, elk onderverdeeld in zestig minuten. Daar hadden we ook achtenveertig braxels van kunnen maken, elk onderverdeeld in honderd prechten. En hoewel alles tegenwoordig van precieze tijdmeting afhangt klopt het niet eens helemaal: er is in de loop der tijden heel wat afgerommeld met verschillende soorten kalenders en verschillende data voor Nieuwjaar, er zijn ooit een aantal dagen verdwenen en we hebben elke vier jaar een schrikkeljaar, want anders komen we niet uit.
En ach, als je hele maanden kunt toevoegen, dan kun je ook de klok wel een uurtje vooruit zetten in de zomer, om energie te besparen. Want daar was het allemaal om begonnen: als je in de zomer de klok een uur vooruit zet dan heb je langer daglicht en dat spaart energie want dan hoeft er ‘s avonds nauwelijks nog een lamp aan.
Misschien was dat ook wel zo, in 1977, toen er nog geen computers waren, en niet iedereen een auto had en de televisieprogramma’s pas om een uur of 6 ‘s avonds begonnen en om middernacht wel zo’n beetje waren afgelopen. Maar nu? Zou het nog steeds schelen, zo’n spaarlamp meer of minder? Ik vraag het me af. Ten eerste moet als de zomertijd in gaat ‘s morgens het licht weer aan omdat het ‘s avonds weliswaar langer licht is, maar ‘s morgens dus langer donker. Ten tweede: lampen zijn tegenwoordig bepaald niet meer de enige energievreters; er is in de afgelopen jaren nog wel het een en ander aan apparatuur bijgekomen die je sowieso aanzet, of het nou licht is of donker. De wasmachine, de wasdroger, het koffiezetapparaat, de waterkoker, de magnetron, de televisie, de dvd-speler, de computer…
Van mij mogen we er mee ophouden, die zomertijd en wintertijd. Dat gemorrel aan de klok doet me altijd denken aan die mop van die twee vlooien die ruzie maken over wie van hun tweeën de baas van de hond is. Want wees nou eerlijk: de aarde zal toch gewoon altijd zijn baantjes om de zon blijven trekken, of we er nou een uur, een maand, of een jaar bij optellen of van aftrekken, of we het uren, dagen, maanden, jaren noemen of anders. We kunnen doen wat we willen, de tijd stroomt toch gewoon door.
Een van de oudste nog bestaande ‘klokken’ ter wereld is Stonehenge in Engeland. Niemand weet waar Stonehenge precies voor diende, maar de geleerden zijn het er wel over eens dat een van de functies van dit immense bouwwerk in ieder geval ook een vorm van tijdmeting was. Stonehenge staat al zo’n 7000 jaar. Dat is nog eens wat anders als dat horloge dat je vorig jaar met Sinterklaas gekregen hebt en dat nu al weer kapot of kwijt is!
Reacties
Eén reactie op “Braxels en prechten”
Fout! Heb altijd op de tovenaarsacademie geleerd dat de zomertijd weliswaar in de jaren ’70 is ingesteld, maar dat pas sinds 1996 de klok eind oktober een uur wordt teruggezet. Daarvoor gebeurde dat eind september.