Zoals verwacht. Een vertekening van de werkelijkheid. Ons interview. Verdraaid. Verwrongen. Verkracht. Door de Tilburgsche Koerier. Door de hoofdredacteur. Een onbetrouwbaar sujet. Verraderlijk. Ook. Door zijn onschuldig gezicht. Engelachtig. Huichelachtig. En maar bier drinken. Op onze kosten. Bah! Maar goed. Het recht zal geschieden. Daarom. Het Grote Bandirah en Troy Titane Interview. Opnieuw. Ongecensureerd. Zoals het hoort. Zoals wij verdienen. Zoals U verdient. Vooral dat. Dus. Waarheid. Niets dan waarheid. En ontroering. Deel 1. Van een trilogie.
H = Hoofdredacteur Tilburgsche Koerier
B = Bandirah
TT = Iets Met Knetterfietsen
H: Waar komen de pseudoniemen Bandirah en Troy Titane vandaan?
B: De naam Bandirah vindt zijn oorsprong in een oude Italiaanse volksvertelling getiteld ‘Idiocane’. Het is een verhaal dat handelt over een man genaamd Enzo Bandira. Hij valt op een dag in een vulkaan. Tijdens het vallen begint hij aan een gelogen biecht. Als hij de lava raakt, gebeurt er niets. Zolang hij zijn leugens vertelt, kan het vuur hem niet deren. Al liegend en verhalen vertellend klimt hij weer uit de vulkaan. Ongedeerd. Ik heb later de ‘h’ aan de naam toegevoegd, omdat er een steeltje aan het begin zit. In de vorm van de ‘b’. Er zit een steeltje in het midden. In de vorm van de ‘d’. Om de naam tot een mooi afgerond geheel te maken, heb ik er een ‘h’ achter geplakt.
TT: Het gebeurde op een dinsdagavond. We schrijven het jaar 2003. Opeens een stem. “Voortaan zult U Troy heten van voren en Titane van achteren. U zult de wereld dienen met Uw Kunst.” Zo is het ongeveer gegaan. Het werd mij meteen duidelijk: er wordt iets van mij verwacht. Ik noem het maar een goddelijke interventie. Bij gebrek aan een sluitende verklaring. En dat de naam allitereert, is mooi meegenomen.
H: Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Hoe lang werken jullie inmiddels al samen? Klikte het meteen?
TT: Ik heb liever niet dat je ons tutoyeert…
H: Sorry…Hoe heeft U elkaar leren kennen?
B: Ik was op zoek naar een podium voor mijn cartoons. Via een linkje hier en een linkje daar kwam ik op www.probeersel.com terecht. Daar trof ik de cartoons van Troy Titane aan. Ik was verknocht. Ik vroeg de oprichter, René van Dofsen, of ik ook mocht publiceren op zijn site. René van Dofsen vond dit goed. Toen ik later met René van Dofsen in de kroeg belandde, trof ik daar ook Troy Titane. We raakten in gesprek. Hij was behoorlijk beschonken en spuugde regelmatig in mijn oor. Toen bleek dat ik dit niet erg vond, dacht ik: dit is mijn vriend voor het leven. En toen Troy Titane mij vroeg zijn column te illusteren voelde ik mij dan ook vereerd. Het is altijd fijn als een ander genie jou opmerkt.
TT: Laat ik er nog dit aan toevoegen. Ik ben Bandirah’s mentor geworden. Mijn leven staat voor een belangrijk deel in het teken van de rijping van zijn kunstenaarschap. Ik ben al oud, vergane glorie, hij is nog jong, kneedbaar. Ik zag meteen zijn talent. Ik denk dat hij groter gaat worden dan Gummbah. Kwestie van de ruwe diamant goed polijsten. Hij wordt de Buster Keaton onder de cartoonisten. Ik draag daar mijn steentje aan bij. Als columnist. Als mentor. Is ook nodig, want Bandirah is nog wat naief. Zo onderhandel ik namens hem over de prijs van zijn werk. Bij Tilburgz.nl heb ik een mooi contract voor hem bedwongen. Als het aan Bandirah ligt, tekent hij voor een appel en een ei. Alles voor de kunst, is zijn motto. Ik zorg ervoor dat hij ook een goed belegde boterham verdient.
De samenwerking verloopt ook artistiek gezien prima. Zoals wekelijks blijkt op Tilburgz.nl. Ook verzorgden wij laatst op de eerste Europese webcomicbeurs Clickburg samen de workshop ‘RexRex voor gevorderden’, op verzoek van organisator Bené van Grienzen. Een groot succes. Pure synergie. “Jullie hebben daar iets neergezet waar jullie kleinkinderen straks nóg trots op zijn.” Aldus de woorden van Bené. Daar kan ik niks aan toevoegen.
H: Wie of wat is Uw inspiratiebron en/of voorbeeld?
B: Mijn inspiratiebron voor de column is de text. Door de cadans van de zinnen raak ik in een soort van trance. Deze trance roept onmiddellijk allerlei beelden bij mij op. Deze beelden laat ik samensmelten tot een symbiose waar ik dan mijn illustratie op baseer. Al neem ik soms één specifiek iets dat ik verbeeld. Mijn voorbeelden qua tekenen zijn Jeroom, Lucebert en Basquiat.
TT: Bij een goed functionerende maatschappij hoort een gezond incasseringsvermogen. Ik zie dat echter in hoog tempo eroderen. Een van mijn taken is om dat incasseringsvermogen weer op peil te brengen. Ik zou liever wat minder moralistisch bezig zijn, maar het is mij nu eenmaal van hogerhand opgelegd. Het is niet anders. Maar ik klaag niet, met die taak valt goed te leven.
Wat mij ook inspireert is het absurdisme. Daarin is meer Waarheid en Schoonheid te vinden dan in de zogenaamde objectieve journalistiek. De suggestieve journaalbeelden om het volk te vermaken. Stem ja, stem nee. Alles voor de kijkcijfers. Olé!
Een andere inspiratiebron is de ontluikende seksualiteit van mijn zoontje. Een prachtig fenomeen. Ontroerend ook. Zijn stijve piemeltje als hij de hond aait. Zó lief! De natuurwetten zijn ook zo krachtig. Luisterden we daar maar eens wat meer naar!
En dan hebben we nog Gerard Reve, Herman Brusselmans, Arnon Grunberg, J.D. Salinger, Edgar Alan Poe, Peter Cushing, Ad van Riel, Louis de Funès, Paul McCarthy en de nieuwe cd van System Of A Down.
Reacties
Eén reactie op “Bandirah en Titane interview (1)”
Ha ha ha, wat een intro! Geweldig. En dat bier krijg je nog wel eens terug…