Groen Links bepleit in de Tilburgse Gemeenteraad dat er meer aandacht wordt besteed aan fietsers in Tilburg, de voorbeeldstad voor fiets en fietsroutes. De partij wil burgers met ‘honingmaatregelen’ bewegen vaker de fiets te pakken in plaats van met ‘azijnregels’ fietsen in Tilburg te ontmoedigen. En vervolgens betoogt de partij om haar visie kracht bij te zetten: “In de stad staan beugels op plaatsen die per fiets niet bereikbaar zijn !” Op zo’n moment vraag je jezelf onmiddellijk af waar die beugels dan staan. Zo lang de fietsers ze niet kunnen vinden, moet volgens Groen Links aan het ruimen van fietsen dan ook een einde worden gemaakt. Maar, waar was Groen Links toen Tilburg nog een voorbeeldstad was op het gebied van kunst en cultuur. Waar was trouwens die hele duale Gemeenteraad toen in de stad een keur van culturele voorzieningen uit de beugels gelicht werd; toen cultuur en kunst met kunstenaars erbij werden geruimd, de sporen uitgewist.Tilburg investeert in cultuur klonk het daarna weer honingzoet in de nieuwe cultuurnota’s van de gemeente en van de de werkgroep cultuur van de Partij van de(n) Arbeid, terwijl de directeur van De Pont genoot van het zware doch inspirerende jurywerk bij de Biënnale van Venetië. Daar kwam hij er achter dat De Pont als museum voor de kunst van nu meer bekend is in het buitenland dan in Nederland. Over de bekendheid van Tilburg heeft hij zich niet uitgelaten. “Tielburg ? …. Ou ? …. Ah, mais non …. le monument pour Miet van Puyenbroucke par Thomas Schütte ? … Oui, cést bien. Si, si.” Dat KORT daar zelf nog niet opgekomen is in het kader van het culturele ‘T’promotiebeleid.
Gelukkig vieren we binnenkort het jubileum van de langst lopende kunstopdracht van Tilburg, het draaiende rijtjeshuis op de Hasseltrotonde van de Eindhovense kunstenaar John Körmeling. Inmiddels doorn in het oog van de lokale heemkundekring vanwege de oorspronkelijke loop van de Hasseltstraat naar de Frankische driehoek met de Hasseltse kapel daarop, waarvoor een verbindende fly-over over dezelfde rotonde geen genade vond bij het gemeentebestuur. Vijf jaar gelden is dit kunstproject door mij en onder andere de directeur van De Pont nog geëntameerd in het vóórKORTtijdperk. Maar, let op ! Het moet er nu dan eindelijk komen; KORT moet niet te lang duren !
Kernpunt van de cultuurnota’s van Tilburg is dat kunstenaars, behoudens die van Kect, de NWE Vorst en Popcentrum 013, voortaan de eigen broek op moeten houden. Geen nieuws want dat moest je in onze stad als kunstenaar toch al. Naar aanleiding van het referendum, ja of nee van het volk tegen Europa, werd ik gebeld door de kunstredactie van het Brabants Dagblad die stiekem aan het verhuizen is naar Den Bosch. Tussen Duizenberg en de ex van Bram Peper mocht ik mijn zegje doen. Wat mij betreft kan Europa niet groot genoeg zijn. Vrij verkeer tussen alle culturen is mijn grote ideaal.
Bij een nee voor Europa, zo voorspelde ik, zullen de politici nog verder in de kont van de massa kruipen en dat kan nooit goed zijn voor de artistieke vrijheid. Het is ook slecht voor de omzet van kunstenaars die niet zo veel op hebben met de wil van het volk. Ik werk zelf veel met glas en voor je het weet is de tweede kristalnacht in Tilburg een feit. Dat ik onder het artikel vermeld werd als oud voorzitter van de Tilburgse Kunststichting was het rechtstreekse gevolg van de verhuizing van de kunstredactie. Dat leidt tot geheugenverlies. En het is zo makkelijk te onthouden. De directeur, ondergetekende dus, heeft de Kunststichting opgebouwd en de voorzitter, ene Anton van K. die in die dagen op goede voet stond met de wethouder van cultuur, heeft naar verluid in commissie het omgekeerde gedaan.
Onze bloedeigen Provincie heeft inmiddels ook de azijnfles ingewisseld voor de honingpot. Die looft een prijs uit aan de beste culturele ondernemer. Een culturele ondernemer is volgens de provincie iemand die naast allerlei zakelijke eigenschappen bovenal het publieksbereik weet te vergroten. De inzendtermijn sluit op 16 september 2005. Nou wil het geval dat ik in het verleden zo’n prijs heb gewonnen met de Tilburgse Kunststichting met in het juryrapport ongeveer dezelfde tekst: vermogen tot samenwerken, alternatieve organisatie- en financieringsvormen, enzovoort. U raadt het al, het was de Tilburg Moderne Industriestadprijs 1997 voor excellent cultureel ondernemerschap. Ja, de Kunststichting was een gouden tent ! Dat moet de plaatselijke politiek ook gedacht hebben.
Reacties
2 reacties op “Honing en azijn”
Niet Cekt maar KECT is de naam en die staat voor Kunst Educatie Centrum Tilburg. Wellicht bedoel je die in je colomn.
Dank voor de tip Armand. Cist, Kect, Partij van de(n) Arbeid. Het is allemaal ook niet meer uit elkaar te houden.