De Voortuin. Op de klanken van lekkere zwoele jazz kom ik binnen. Blikken op mij gericht. Uiteraard. De muziek doet me denken aan de soundtrack van een Jacques Tati film. Mon oncle. Om precies te zijn. Een prettig luchtige sfeer. Met een vleugje melancholie. Versterkt door de zacht flikkerende belichting. Relaxed dus. Totdat godverdomme een naakte vrouw van de wc komt. Een kille blik in haar ogen. Ijzig zelfs. Ze loopt over de dansvloer. Kalm. Naar de dj. Pakt een lp van de draaitafel. Kalm. Klemt het zwarte vinyl tussen haar – lichtbehaarde – vlezige schaamlippen. Laat zich vallen. Kalm. Alsof ze op een skippybal zit. Een gore rotzooi is het gevolg.
Het moest een culturele dag worden. Nee, een Culturele Dag. Afgelopen zaterdag. De dag begon ook goed. Voortreffelijk zelfs. Vers geperst sinaasappelsap. Een kopje thee. Met honing. Een croissantje. Nog een croissantje. De Volkskrant. Nog een kopje thee. Met honing. Schijten. Volkskrant Magazine. Een prima bolus. Halfzacht. Goed van kleur. Een centimeter of tweeëntwintig. Eén geheel. Zoals ik al zei: een voortreffelijk begin van mijn Culturele Dag.
Het vervolg was ook veelbelovend. Eerst een dvd-tje gekeken. The Cooler. Over een man die ongeluk brengt. Door simpelweg aanwezig te zijn. Wel goed gedaan. Daarna richting stad. Boek gekocht. De Chinese knoop. Cherry Duyns. Uitgelezen op het terras. In de zon. Was gelukkig niet druk. Alleen ik. Met mijn boek. “Rosé!” En af en toe een serveermeisje. “Nootjes!” Onder de indruk. “En snel een beetje!” Over Chinese pindaverkoper in Nederland. “De rekening!” Prachtig gestileerde roman. Lekker treurig ook. Zoals het hoort. Ja, het zou een Culturele Dag worden…U weet inmiddels beter. U hebt het begin van deze column immers al gelezen. U heeft dus een voorsprong op mij. Spannend hé? Maar waarschuwen…ho maar!
Ik verkeerde dus in een poëtische stemming. U kent het wel. Of niet. Een hommel botste tegen mijn oor. Een zacht bromgeluidje. En een lekkere kriebel. De lente! De Lente! Iets gegeten. In een eetcafé. Iets met vis. Daarna de stadswandeling van L’Aventura. Drie uur wandelen in de stationszone en de wijk Theresia. Met tussendoor zang, dans, toneel. Cultuur dus. Mijn waardering: een negen. Ik was nog altijd in een poëtische stemming. Dan ben ik mild. En lief. Voor mijn medemens. Zwart en blank. Mild. Lief.
Vervolgens naar het optreden van Yohimbe Brothers. In Paradox. Een nevenproject van Vernon Reid. Gitarist van Living Colour…Wat zegt U?! Dat kan niet?…Hoezo kán dát níet?…Ah, U bedoelt dat het optreden en de wandeling tegelijkertijd waren…Onderschat mij niet. On-der-schat-mij-niet! Ik onderschat U immers ook niet! Ofwel soms? Nou dan! Bovendien moeten we de wereld niet zien zoals die ís. Maar zoals die zou móeten zijn. Schopenhauer. Ja, daar hebt U niet van terug… Yohimbe Brothers dus. Hun concert was oké. Mijn Culturele Dag een groot succes. Nog even swingen. Een passende afsluiting.
Zo kwam ik dus in de Voortuin terecht. Lekkere zwoele jazz. Flikkerende belichting. De blikken uiteraard op mij gericht. Naakte vrouw. Kalm. Schaamlippen. Lichtbehaard. Zwart vinyl. Vlezig. Skippybal. Een gore rotzooi. Weg poëtische stemming. Weg Troy Titane…Maar ik had nog hoop dat het goed zou komen. Naar een café op de Korte Heuvel dan maar. Een mot botste tegen mijn oor. Bah…Godverdomme! Er werd gevochten! Voetbalsupporters! Godverdomme! Godverdegodverdomme! Eerst dat frigide wijf. En dan ook nog een stelletje met stoelen zwaaiende primaten. De grens was bereikt. Mijn Culturele Dag definitief verziekt. Afreageren dus. Waar? Daar! Natuurlijk! Cinema Heuvelpoort. De meest a-culturele plek van Tilburg. In stijl. Zal ik maar zeggen.
De nachtfilm was nog niet begonnen. Ik liep de trappen op naar de zaal. Vijfde verdieping. Bij iedere stap stootte ik tegen een leeg colaflesje. Of een half leeggevreten zak chips. Of popcorn. Of mars. Of nootjes. Of gesmolten ijs. Of of of…welkom in de Heuvelpoort! In de zaal had het gribus zich verzameld. Een kooi krijsende apen. Ik ging achteraan zitten. Een ferm besluit werd genomen. Ferm. Dat is het woord. Iedereen die tijdens de film met een flesje gooide, zou ik voor zijn kop slaan. Ferm dus.
En jawel…Al na vijf minuten was het raak. Ik stapte kordaat op het trainingspakkenwijf af en sloeg met mijn vuist tegen haar wrattige neus. De hele zaal inteeltige Tilburgers voelde zich geroepen om mee te doen. Intermezzo: “Inteeltige? Een nieuw adjectief?” Inderdaad…Wat zegt U?…Briljant? Dank voor Uw compliment. U weet mij op waarde te schatten. U wel. Vervolg: Zeven gebroken neuzen. Waaronder de mijne. Naar enkele dagen later bleek. Drie uitgestoken ogen. Twee gebroken armen. Een gescheurde lever. En veel bloed.
De politie was opvallend snel ter plekke. Handboeien. Mee. Opgesloten. Bureau Ringbaan-West. Best wel luxe cel. Van een bevriende Marokkaan wist ik dat je er dvd kon kijken. En inderdaad. Na een uurtje kwam een agent. Met snor. En een stapel films. “Voor als je niet kunt slapen.” Ik had ze allemaal al gezien. Drie films van Fellini. Twee van Fassbinder. Een van Pasolini. En – geloof het of geloof het niet mij maakt het niks uit – The Cooler. Ik zette de film nogmaals op en bestelde bij snormans enige versnaperingen. Verse jus. Een kopje thee. Met honing. En een croissantje. Nee twee.